Organisatie van den dienst der torpedomotorbooten

nevelinstallatie, D.T.-installatie.

In de tweede plaats moet het personeel tot het uiterste minimum worden beperkt i.v.m. de uiteraard geringe accomodatie.

In Nederland worden de booten slechts ingezet gedurende een betrekkelijk korten tijdsduur, waarna de booten onmiddellijk op hun basis terugkeeren.

Met het volgende personeel moet kunnen worden volstaan: 1 bootscommandant: luitenant ter zee der 2e klasse 1 onderofficier machinist,

1 telegrafist, mitrailleurschutter voor mitr. 12.7 mm,

1 matroos le kl., kanonnier voor mitr. 20 mm,

1 luit. ter zee K.M.R. als vuurleider,

1 kwariermeester of matroos le kl. als roerganger,

1 korporaal torpedomaker voor bediening lanceerinrichting,

neveltoestel, dieptebommen en algemeene dienst.

In volgorde vallen er over de bemanning nog eenige opmerkingen

te maken: _

a. de bootscommandant moet zelf niet aan het roer staan. In Indie bleek mij dat hij in dat geval niet voldoende aandacht kan besteden aan de aanvalsmanoeuvre. De oudste bootscommandant treedt op als groepscommandant. De aanvalstactiek moet zoo eenvoudig mogelijk worden gehouden, zoodat het geven van veel aanwijzingen niet noodig zij tijdens den aanval.

b. Getracht moet worden met één machinist te volstaan. (De Indische booten voerden 3 machinisten, welke volop werk daaraan hadden).

c. Indien voor telegrafisten, vliegtuigtelegrafisten kunnen worden benut, zal dit een aanzienlijke tijdsbesparing geven aan opleiding en oefening. De omstandigheden in vliegtuig en torpedomotorboot zijn voor hen ongeveer dezelfde, terwijl zij bovendien opgeleid zijn voor mitrailleurschutter. De mitrailleur, de opstelling en de munitietoevoer moeten door 1 man kunnen worden bediend.

d. Eén matroos-kanonnier moet voldoende zijn om de mitrailleur van 20 mm te bedienen.

e. Bij dit wapen kan een vuurleider niet worden gemist. Het is immers te verwachten, dat de torpedomotorbooten tijdens een aanval door vliegtuigen zullen worden beschoten en het is voor den bootscommandant onmogelijk hieraan zijn aandacht te besteden. Bovendien is deze officier de waarnemend bootscommandant.

f. Om de reden, besproken onder a. dient een aparte roerganger aanwezig te zijn. Deze is tevens belast met het onderhoud van de boot.

957