Marineblad

eenige hulpschepen ingedeeld, dienstdoend als vliegtuigmoederschip, onderzeebootmoederschip, voorraadschip of een combinatie van deze drie. Daar wij kunnen aannemen, dat de mogelijke taak met groote waarschijnlijkheid in het oostelijk gedeelte van onzen Archipel, genaamd de Groote Oosr, zal liggen, dus ver van de Marinebasis Soerabaia en dit gebied van groote uitgestrektheid is, zullen in dat geval zeker een aantal hulpschepen moeten worden toegevoegd, hetgeen trouwens reeds blijkt uit het feit, zooals reeds aangehaald, dat sinds 1936 aan alle oefeningen eenige hulpschepen hebben deelgenomen. Daarom moge ik de taak van deze schepen eens bespreken, daaraan vastknoopende een beschouwing over de bruikbaarheid van de bestaande schepen en de geschiktheid van officieren en bemanning.

Schrijver dezes heeft met drie typen schepen aan de manoeuvres in N.O.I. deelgenomen en wel met de Zuiderkruis, de Canopus en de Fazant en stelt hier dan ook gedeeltelijk eigen ervaring te boek.

Wij bespreken achtereenvolgens de drie volgende onderwerpen:

le. gepresteerde diensten met de thans bestaande schepen en de meerdere of mindere bruikbaarheid voor het gestelde doel:

2e. eischen, waarmede rekening is te houden bij eventueelen nieuwbouw van Goüv. Marine-schepen;

3e. geschiktheid van officieren en bemanning voor een semioorlogstaak en hoe deze op te voeren in het belang van een eventueele militairisatie.

Ad le. Vroegere deelname aan manoeuvres in het jaar 1927 door de Zeemeeuw en de Dog kunnen wij rustig voorbijgaan en ons bepalen tot het tijdperk 1936—1939. In Mei vingen de eerste manoeuvres op groote schaal in de Groote Oost aan, welke duurden tot medio Augustus 1936, hoewel eenige tijd daarvóór het eskader veranderd was in hét smaldeel „Oostelijke Archipel" en als zoodanig bestond uit het commando-schip Hr. Ms. „Flores", een divisie onderzeebooten, een groep groote zeevliegtuigen en het voorraad-moederschip Zuiderkruis.

De Zuiderkruis, ex-kabelschip, was qua bouw uitsluitend ingericht als kabelleger, zoodat de ruimen uit groote ronde tanks bestonden met een ronde cementen neut in het midden om al te kleine bochten van de kabels te voorkomen. Door deze inrichting was het, hoewel van de G.M. het schip met de grootste ruimte, als voorraadschip ongeschikt. Het was moeilijk te beladen, doordat er boven de tanks geen hijschhoogte was en door den vorm der tanks was er veel

960