De kern van de harmonische vloot

gevallen, soms door een macht van 48 vliegtuigen, waarbij honderden bommen werden geworpen. Het resultaat was meestal geringe, een enkele keer ernstiger schade aan de werf en slechts één keer een treffer op een oorlogsschip, nl. bij den grooten aanval op 17 Juli 1918, die na dagworden plaats had en waarbij 200 bommen werden geworpen, toen alleen het oude en kleine slagschip „Babenberg" werd getroffen, door een bom die 2 dekken doorboorde en eenige gewonden maakte, terwijl een tweede bom vlak naast het schip in het water viel en een klein lek onder de waterlijn veroorzaakte. Bij een aanval op Cattaro op 9 Juni 1918 werd het slagschip „Erzherzog Ferdinand Max" door een bom getroffen, die het opperdek doorboorde, in de ziekenboeg ontplofte en slechts lichte materieele schade aanrichtte7). Voegt men hier nog de 2 bomtreffers aan toe, die van 20 tot 25 Januari op de in de Dardanellen gestrande „Goeben" lichte schade aanrichtten (uit een totaal van 180 geworpen bommen) dan is de lijst van successen van het vliegwapen tegen schepen in den wereldoorlog vrijwel volledig.

Van den oorlog in China is niet heel veel bekend. De Chineezen melden soms successen tegen Japansche oorlogsschepen en de Japanners spreken deze berichten altijd tegen. Alleen in het begin van het conflict, toen dit zich te Shanghai afspeelde, waren tal van buitenlandsche waarnemers er getuigen van. In die Augustusdagen van 1937 bleek duidelijk de onmacht van de bommenwerpers tegen de oorlogsschepen, die rustig gemeerd op de rivier bleven liggen, vertrouwende op hun afweergeschut om de Chineesche luchtaanvallen onschadelijk te maken. Een aanval van 6 Chineesche Glenn Martin bommenwerpers op een Japansch vliegkampschip in den Yangtsemond eindigde overigens met het neerschieten van 5 bommenwerpers en de zware beschadiging van de 6e, zonder dat één hunner het doel had kunnen bereiken.

In den Spaanschen burgeroorlog zijn door het luchtbombardement geen groote oorlogsschepen en voor zoover bekend ook geen kleine oorlogsschepen tot zinken gebracht. Enkele bomtreffers werden op de „roode" schepen verkregen van kleine hoogte, die toelaatbaar was omdat de luchtafweer dezer schepen, wier officieren vermoord waren, niet goed functioneerde. Zoo werd 13 Augustus 1936 het slagschip „Jaime I" in de haven van Malaga door een Duitsch bomvliegtuig in het voorschip getroffen, de bom sloeg door het opperdek en vernielde eenige huidgangen van het boord. Hetzelfde schip is in Mei 1937 nog eenige keeren getroffen, doch telkens met geringe schade.

Voorts werd 29 Mei 1937 het Duitsche pantserschip „Deutschland" getroffen door 2 bommen, die van 3000 meter hoogte werden geworpen. Dit neutrale schip onderkende de vijandige bedoeling van

1059