Het gebruik van zuurstofapparaten voor hoogtevluchten

hankelijk van de hoogte en den tijd. Bij de onderbroken stijgproeven vertoonde zich een met de hoogte toenemenden achteruitgang van het prestatievermogen.

Met behulp van gevoelige onderzoekingsmethoden is reeds op een hoogte van 4 km het uitvallen van verschillende functies aan te toonen.

Ten aanzien van den tijdfactor hebben de onderzoekingen uitgewezen, dat — afgezien van individueele uitzonderingen — op een hoogte van 5 km de (kritische) tijdsgrens gemiddeld 2^ uur bedraagt; zij zal dienovereenkomstig op geringere hoogten een grootere waarde bezitten. Binnen deze grenzen is dus de afname van het prestatievermogen voor de genoemde hoogten uitsluitend een functie van den zuurstof-partieeldruk (geen met den tijd progressieve toename). Het prestatie-niveau ligt hierbij op ongeveer 75% van het normale prestatievermogen.

Aangezien op hoogten, gelegen tusschen de 4 en 5 km extra zuurstof moet worden toegevoerd, zijn in werkelijkheid alleen hoogten beneden 4 of 5 km van belang, waarbij de omvang van den achteruitgang van het prestatievermogen gedurende een periode van 2 3 uur, uitsluitend een functie is van de hoogte, waarbij tevens op de omstandigheid moet worden gelet, dat het prestatievermogen gedurende de omschakelingsfase beneden de voor de betreffende hoogte geldende gemiddelde waarde ligt. Men zal in verband daarmede op grond van de arbeids- en functieanalysen van het vliegpersoneel den toelaatbaren achteruitgang moeten bepalen en de veiligste grens, van waaraf zuurstof moet worden ingeademd, moeten vaststellen. Hierbij zal van exacte metingen gebruik moeten worden gemaakt, aangezien de „schrijfproef" geen quantitatieve conclusies toestaan.

II. Hoogtevlucht-apparaten.

Om de ongewenschte afname van den zuurstof-partieeldruk bij hoogtevluchten tegen te gaan, kunnen theoretisch verschillende wegen worden ingeslagen.

De eenige practisch bruikbare oplossing is tot nu toe slechts gevonden in het toevoeren van zuivere zuurstof in het ingeademde luchtmengsel, d.w.z. verdringing van de stikstof.

Tengevolge hiervan wordt de partieeldruk van de zuurstof zoodanig verhoogd, dat zuurstofgebrek en daardoor de „Hoogteziekte" niet meer kan optreden. De bovenste grens voor deze methode is gelegen bij de hoogte, waarboven ook zuivere zuurstof geen voldoenden druk meer geeft om de ademhaling in stand te houden; deze hoogte bedraagt ongeveer 12.000 m.

Om dus den vlieger tegen de „Hoogteziekte" te beschermen, moet hij van een betrouwbaar zuurstofapparaat worden voorzien.

1 139