Opperbevel en Staatsmarine

pleiten, mogen gebeurtenissen als deze, waardoor de verwarring van bevoegdheden grooter wordt, niet meer plaats hebben. Indien noodig, had bij de bestaande opvattingen deze reis moeten worden gemaakt door den minister van koloniën, tenzij de administratieve betrekkingen de persoonlijke overkomst van den minister van defensie hadden gevorderd. „Het contact tusschen Minister van Marine en commandant der zeemacht in Indië zal beperkt moeten blijven tot zaken van administratieven aard, die, zooals indertijd bij het tot stand komen van het voormalig Regeeringsreglement door den Minister van Koloniën in zijn toelichting werd verklaard, geen verhindering teweeg kunnen brengen in de uitvoering der bevelen van den gouverneur-generaal."

Dit soort belangen evenwel, voor het grootste deel personeelsbelangen en aangelegenheden, het materieel betreffende, is niet van dien aard, dat het een overkomst van den minister van defensie naar Indië rechtvaardigt. Bovendien, de aangewezen adviseur voor al deze zaken, de chef van den marinestaf, verbleef in Nederland en had daar zijn natuurlijke standplaats; want hij is de eenige autoriteit, die uit hoofde van zijn functie ons geheele maritieme wezen, de gezamenlijke personeele en materieele weermiddelen en het volledige complex der mobilisatie- en oorlogsvoorbereiding overziet, behandelt en behartigt.

Zoodat de minister in Indië ging zoeken wat hij daar niet kon vinden en in Den Haag achterliet, wat hem had kunnen helpen. 61)

Of is misschien het feit van het bezoek van Mr Deckers een bewijs, dat in de opperste bestuursverhoudingen van het Koninkrijk een verschuiving heeft plaats gehad? De eenige verklaring toch die overblijft is deze, dat minister Deckers zijn Indische reis heeft ondernomen als lid der regeering, en niet als minister van defensie, hetzij in opdracht van den voorzitter van den ministerraad, hetzij in opdracht van dien raad zelf. Is allicht door die reis het bewijs geleverd, dat er belangen in den ministerraad ter sprake zijn gekomen, die hoven de departementale sfeer reiken? En dat voor de behartiging dier belangen geen departementshoofd als ressort-minister is aangewezen? 62) Nu de gouverneur-generaal en de gouverneurs als staatsambtenaren, als staatsorganen van onder het ministerie van koloniën zijn uitgegroeid, gaat men beseffen dat de eenheid van tegeering en de eenheid van ministerie, die wij tegenwoordig vooral

°T~GVe7 den precairen kant van dit bezoek met het oog op Indische gevoeligheden schreef ik in „De onvoltooide organisatie van het Koninkrijk", blz. 109.

62) Als sprekend voorbeeld van den laatsten tijd noem ik hier het vraagstuk Van de slagschepen als materiaal der staatsmarine.

1271

45