Marineblad

being"-principe zal voor Amerika ten volle aanwezig zijn, evenals in 1917 (zij het toen om politieke redenen) *.

Het mag dan waar zijn, dat het openhouden van zijn zeeverbindingen tijdens een zeeoorolg voor Amerika minder belangrijk is dan voor Engeland en dat de afweerkracht van Amerika te land voldoende is om zich betrekkelijk veilig te gevoelen, toch zullen de zeer lange Amerikaansche kustlijnen ongetwijfeld een zeer aantrekkelijk doel vormen voor actieve commandanten van Duitsche (en eventueel bondgenootschappelijke) raiders. En hierbij zal ongetwijfeld een succesvolle speculatie gedaan kunnen worden op de Amerikaansche publieke opinie, welke nu eenmaal zulk een doorslaggevenden rol speelt en welke altijd getoond heeft zeer slecht „navy-minded" te zijn. Ongetwijfeld zal dan ook, wanneer de vijand groote activiteit op de Amerikaansche kusten ontwikkelt, eenvoudig van de marineleiding geëischt worden, dat zij de Amerikaansche vloot in de eerste plaats voor de bescherming daarvan zal gebruiken. „Waarvoor", zal die Amerikaansche publieke opinie vragen, „hebben wij anders die vloot betaald? Zeker niet om de Britten in de Noordzee te helpen en daardoor onze eigen kusten onbeschermd te laten."

Wij verplaatsen thans onze gedachten naar den West-Pacific. Aldaar troont de eerste-rangs maritieme mogendheid Japan, misschien in de toekomst de bondgenoot van Duitschland (en ev. Italië). Reeds thans is de totale sterkte der Japansche vloot alleen reeds zoodanig, dat — alle andere factoren buiten beschouwing gelaten — zeker de geheele Amerikaansche of Britsche slagvloot noodig zou zijn, om die van Japan beslissend te slaan. Er is alle reden om aan te nemen, dat de Japansche vloot in de eerstvolgende jaren nog aanzienlijk in kracht zal toenemen.

Doch er is nog één factor, welke hier van overwegende beteekenis is, n.1. de enorme afstanden, welke Japan van zijn eventueele tegenstanders scheidt en welke de onkwetsbaarheid van het Rijk van Nippon in zoo belangrijke mate verhoogt. De dichtstbijzijnde vlootbasis van beteekenis is Singapore, dat toch nog meer dan 2000 mijlen van het Japansche Moederland verwijderd is.

En deze omstandigheid maakt — bij een hiermede rekening houdend juist gebruik van de Japansche vloot — iedere, tegen het hart van Japan opgezette, expeditie reeds bij voorbaat tot mislukking gedoemd.

Zooals thans de situatie is, kan het zeer waarschijnlijk worden beschouwd, dat Japan in de zeeën rond het Moederland, de mandaateilanden en tot ver in de Zuid-Chineesche Zee onbetwist de absolute

*) Men zal hierover een nadere beschouwing vinden in de artikelen van den luitenant ter zee van Waning in den komenden jaargang van het Marineblad. (Red.)

1348