Marineblad

ieder schip en luchtvaartuig nog wel plaats is te vinden om de niet voor direkt gebruik benoodigde deelen op te bergen, terwijl voor navigatie in een beperkter gebied niet eens alle deelen aan boord behoeven te zijn.

Zooals reeds uit het bovenstaande volgt, zijn de argumenten van deze tafels: breedte, uurhoek en declinatie.

Daar het ondoenlijk zou zijn voor iedere willekeurige gegiste plaats en voor alle mogelijke declinatiewaarden tafels samen te stellen, zijn deze argumenten met bepaalde intervallen gegeven.

Het argument breedte is gegeven op heele graden. Iedere breedtegraad omvat 24 bladzijden (benevens nog 2 bladzijden ter identificatie van sterren). Op ieder van de 24 bladzijden bevindt zich het argument uurhoek aan den zijkant, het argument declinatie aan den bovenkant.

De uurhoek is vermeld met intervallen van 1° (= 4 tijdsminuten).

De declinatie is tusschen 0° en 29° gegeven met intervallen van 30', voor waarden grooter dan 29° is het interval wel eens grooter.

Voor de zon, maan en planeten is het dus gewaarborgd, dat de declinatie nooit meer dan 15' met de tafelwaarde verschilt. De grootere sprongen, die de declinatie bij grootere waarden dan 29° maakt, zijn echter met zorg gekozen; hierdoor zal bij 151 van de 171 in de Nautical Almanac voorkomende sterren het declinatieverschil met de tafelwaarde niet meer dan 15' bedragen. Slechts bij 20 sterren is dit niet het geval. Deze sterren zijn op blz. 1417 vermeld; uit de er bij gevoegde grootteklasse blijkt tevens, dat zij in geen geval tot de heldere sterren behooren.

Men kan dus wel aannemen, dat de declinaties van de voor bestekken te meten hemellichten hoogst zelden meer dan 15' met de tafelwaarden zullen verschillen.

Uit het voorgaande is het duidelijk, dat de gegiste breedte, de uurhoek in de gegiste plaats en de declinatie van het geobserveerde hemellicht afgerond moeten worden tot de naaste in de tafels voorkomende waarden, om hb en T te vinden.

De afgeronde breedte en uurhoek kan men beschouwen als behoorende bij een andere gegiste plaats. De breedte van deze nieuwe gegiste plaats (assumed position) is dan de op volle graden afgeronde oorspronkelijke gisbreedte, terwijl de oorspronkelijke gegiste lengte zoodanig gewijzigd moet worden, dat de bij de nieuwe gegiste plaats behoorende uurhoek in volle graden wordt gevonden.

Dit aannemen van een nieuwe gegiste plaats is niets nieuws, bij alle voorloopers van deze kortbestektafels was dit reeds gebruikelijk. Ook bij de Hoogtetafel van Lieuwen is dit mogelijk, men laat alsdan de z.g. breedte- en tijdcorrectie achterwege.

1416