Marineblad

de moederschol, zoodoende aan de aftakeling van het gezin meewerkende.

We hadden onzen laatsten maaltijd met berenvleesch.

19 Aug. Op de D.W. loopen wij Nova-Zembla in zicht en moeten

opkruisen naar de Matotskin Shar, de straat die het eiland in tweeën deelt. Passeeren op den V.M. de Noorsche jachten „Hortensia" en „Marie".

20 Aug. Zijn op de D.W. kort bij de Shar en ankeren om 10 u. in

de Altglaubigen Baai, zoogenoemd naar een kolonie oudgeloovige Russen, die hier woonden. Thans stonden er 2 tenten van de bemanning der Alexeï, een Russischen schoener, die op witvisschen jaagt. De wachtpost in de tent waarschuwt, als deze dieren de Shar binnenkomen. Wij kregen spoedig bezoek van de Russen, die dien morgen 12 rendieren hadden geschoten. Wij brachten den kapitein 2 flesschen „snaps" in ruil voor een rendiergewei, 3 stukken rendiervleesch en negen brooden, die aan boord van de Alexeï gebakken werden.

Toen de kapitein 's middags een kies wilde laten trekken, verkeerde hij in kennelijken staat. Hij neemt onze brieven mee voor Vardo.

21/24 Aug. in de Shar. De dokter en ik maken een gezonde wandeling van 3 uur. Phaff en Kluit schieten een rendier. We zeilen door de Shar naar de Kara zee.

25. Aug. De „Barents" is nog niet zoover Oostelijk geweest. De Kara zee staat in een slechten reuk. Op een schol zien we den eersten zeehond van de reis en als Phaff en ik hem van 2 zijden besluipen, staan we op een gegeven oogenblik tegenover elkaar en is de rob verdwenen.

26/27 Aug. Wij gaan door de Shar terug naar de Barents-zee, en krijgen de kapitein van de „Hortensia" en de „Marie" aan boord. Phaff schiet een rendier, dat we samen villen en naar boord brengen.

28/31 Aug. In de Barents-zee. Vieren den verjaardag van onze kroonprinses (Koningin Wilhelmina werd toen 4 jaar oud!). 1/6 Sept. Het is landziekig weer. De dokter maakt mij er op attent, dat ik voor de eerste maal op deze reis mopper. Eindelijk op de P.V. van 3 Sept. komt de bries. Steken een rif in het achterzeil en bergen den kluiver. Het slechte weer brengt een opgewekte stemming in de longroom. Jan Karemaker (een visscher) zingt Zondagsschool liedjes aan het roer en doet verhalen over de godsdienstige gewoonten der visschers, vooral die van Pernis.

1440