De handelsblokkade toegepast op de Centrale Mogendheden 1914—18

Op een conferentie, gehouden aan boord van de „Queen Elisabeth", op 24 Augustus 1917, door den First Sea Lord, den Commander-in-Chief, den Directeur of Operations Division en eenige andere autoriteiten, werd het lot van het 10e Eskader bezegeld.

In aanmerking nemende, dat het steeds stijgend aantal hulpkruisers, noodig voor de Atlantische convooien, een vermindering van het aantal schepen van het 10e Eskader noodig maakte en dat de blokkade, zoowel ten aanzien van handelsschepen als ten aanzien van raiders, met nóg minder patrouillevaartuigen tóch volkomen onvoldoende zou worden, werd in principe tot opheffing van het blokkade-eskader besloten. Er zou nog gewacht worden tot de aankomst van den Amerikaanschen Admiraal Mayo in Engeland. Wanneer uit de door hem te geven inlichtingen zou blijken, dat Amerika genoeg maatregelen getroffen had om de blokkade doeltreffend te doen zijn, dan was verdere instandhouding van het blokkade-eskader niet noodig en zou het ontbonden kunnen worden.

Aldus geschiedde.

In September 1917 werd een inter-geallieerde conferentie gehouden en in een memorandum werd vastgelegd, dat de blokkade practisch volkomen was door het „general embargo", door overeenkomsten met neutrale scheepvaartmaatschappijen en door de bunkerpolitiek van Engeland en de Vereenigde Staten, welke het voor ieder neutraal schip zoo goed als onmogelijk maakten een reis te doen, die door de Geallieerden niet was goedgekeurd.

Met ingang van den 8en December 1917 werd het 10e Kruisereskader opgeheven76).

Aan de hulpkruisers, waaruit dit eskader had bestaan, werden convooidiensten opgedragen.

Daar het bekend worden van de opheffing van dit eskader het uitloopen van vele Duitsche hulpkruisers tot gevolg zou kunnen hebben, werd besloten de opheffing zeer geheim te houden en één of twee schepen beNoorden Schotland in de vaart te laten; door het Uitseinen van radioberichten door deze schepen zou de aanwezigheid van het eskader worden gefingeerd.

Aan de „Alsatian" en de „Teutonic" werd deze taak opgedragen.

Het is mij niet bekend of de list invloed heeft gehad op de Duitsche scheepsbewegingen.

7e) Op de totale bemanning van 600 officieren en 4200 minderen hadden in ruim 3 jaar de verliezen bedragen 100 officieren en 1000 man. (RU..S.I. 1923).

1483