DE INGENIEUR.
Orgaan
T Jaargang.
VEREENIGING VAN BURGERLIJKE INGENIEURS.
in
1892. - 11.
Weefflafl pviit aai m tectoii ei üi mcnnoma m Wm WirjB n BlwfMü.
Prijs per Jaargang:
Franco per post.
Voor Nederland / 8-—
Voor het Buitenland ;nti vooruitbetaling ... - 10.50 Voor leden der Vereeniging van Burgerlijke Ingenieurs
worden bovenstaande prijzen met ƒ 2.— verminderd. Men abonneert zich voor een jaargang. Over het bedrag der abonnementen in Nederland
wordt halfjaarlijks door de Administratie beschikt. Afzonderlijke nummers 20 cents. — Bewijsnummers
10 cents.
Verschijnt eiken Zaterdag.
Abonnementen, stukken en mededeelingen, boeken brochures, enz. te richten aan de Redactie: Barentszstraat No. 51, te 's-Gravenhage.
Advertentién uiterlijk Vrijdags 12 ure des voormiddags intezenden aan de Administratie: Gebe. Bemnfante, voorn.: A. D. Schinkel, Paveljoensgracht No. 19, te 's-Gravenhage.
's-Gravenhage, 12 Maart.
Prijs 4er Advertentién:
Per regel / 0 25
Qroote letters naar plaatsruimte.
Abonnementen volgens afzonderlijke overeenkomst.
Bij eene eerste plaatsing van annonces voor Aanbestedingen is de prijs per regel ƒ0.15; bij eene tweede en meerdere plaatsing van dezelfde annonce ƒ 0.10.
Bij abonnement op Advertentién wordt het blad gratis toegezonden
Verantwoordelijk Redacteur: E. H. Stieltjes, Civ.-Ing., VGravenhage,
INHOUD.
Bericht. Antwoord van den Minister van Koloniën op het adres ^"Jjf* Bes'»>«
der Vereeniging van Burgerluie Ingenieurs in zake ae Denoemmg " r° „Óën en de
r»,.„~ i,n, ^^novermoeen en de
ber'ekeneingXvanVanieVngestelde houten dragers door A-P-. c■a:,Y^vBIfl^0t?^l„„^ _ a. «ntpeteninoen uit Technische Ti dschriften : Le Genie Oivil, Nov. MM .
Internationale Electriciteits-Tentoonstelling en Congres van Electroteohnici ie fort a. d. Main: Verslag van den Hoofdingenieur der Telegraphie Collette. Statistieke mededeelingen. - Uit het Verslag over de Staatsspoorwegeri W,«™er landsch-Indië over 1890. - Kleine mededelingen: Een verbetering »'»SJSe - Weerkundige Waarnemingen. - Eivierberichten. — Binnen- en Buitenlanascne
berichten. — Benoemingen, Verplaatsingen, enz. — upcu ctuti,iu»Bc«.
BERICHT.
Vereeniging van Burgerlijke Ingenieurs.
Als vervolg op ons bericht dd. 24 Februari jl. wordt hieronder het antwoord van Zijne Excellentie den Minister van Koloniën op het door ons ingezonden adres ter kennis van de Leden van de Vereeniging van Burgerlijke Ingenieurs gebracht.
Het Bestuur der Vereeniging voornoemd, J. van dbb Vegt, Voorzitter. L. E. Asser, L°. Secretaris.
's-Gravenhaöe, den 27 Februari 1892. Naar aanleiding van Uw adres dd. 19 Februari jl. heb'ik. de eer U hierbij te doen toekomen eene nota, waaruit U zal blijken waarom het noodig is voor de exploitatie van het Ombiuenkolenveld tijdelijk gebruik te maken van de diensten van een ingenieur die niet tot het korps der Indische mijningenieurs behoort, en waarom deze ingenieur in het buitenland is gezocht.
Be Minister van Koloniën, Van Dedèm.
Aan
het Bestuur der Vereeniging van Burgerlijke Ingenieurs te 's-Gravenhage.
H O T A.
Toen in 1887 (wet van 6 Juli, Staatsblad n°. 123) besloten werd om den spoorweg ter verbinding van het Ombilien-kolenveld met de Westkust van Sumatra van Staatswege aan te leggen, werd daarmede nog niet uitgemaakt dat het kolenveld van Staatswege zou worden geëxploiteerd. In 1889/90 heeft de vraag, of het kolenveld van Staatswege of door particulieren zou zijn te exploiteeren, een onderwerp van overleg tusscnen net Departement van Koloniën en de Indische Regeering uitgemaakt. In Augustus 1890 besliste de toenmalige Minister dat bij de Wetgevende Macht een voorstel zou worden aanhangig gemaakt om tot exploitatie van Staatswege te besluiten, en vroeg ten behoeve van zoodanig voorstel eene begrooting van de Indische
RSdd!ïs was de Indische Regeering te rade geworden dat het aanbeveling verdiende om, in afwachting van de oplossing die aan de bovenbedoelde vraag zou worden gegeven, den met verlof in Europa aanwezigen mijningenieur Hooze eene studie te laten maken van de inrichtingen, benoodigd om kolen uit de mijn in de spoorwegwagens te laden en ter afschepingsplaats in
de schepen te brengen. In Juli 1890 deed zij het voorstel om ter zake eene opdracht aan den heer Hooze te doen. Dit geschiedde en de heer Hooze heeft tot voormeld doel reizen in G-root-Brittannië en in Duitschland gemaakt en rapporten uitgebracht.
De van de Indische Regeering verlangde begrooting werd in December 1890 door den hoofdingenieur, Chef van den dienst van het mijnwezen ingediend, en den 3en Februari 1891 schreef hij:
«Indien werkelijk tot Staatsontginning wordt besloten, kan slechts worden betreurd dat de beslissing in dien zin niet eenige jaren vroeger is gevallen. De goede weg om de zaak voor te bereiden ware dan mijns inziens geweest een tot den aanleg rW miin aantewiizen müninsrenieur in Indië in de eerste plaats
naar het terrein ter Sumatra's Westkust te dirigeeren, tot het doen van de noodige opnemingen en om zich volledig op de hooo-te te stellen van de plaatselijke toestanden en hulpmiddelen, en Vervolgens, met de kennis daarvan toegerust, naar Europa, om aldaar nategaan wat bij den tegenwoordigen stand deitechniek het best voor de verhoudingen op Sumatra zoude passen» enz. «Voor de zending naar Europa van een ingenieur op boven door mij omschreven wijze ontbreekt nu de tijd en tevens, door het in de laatste jaren gestadig afnemen van het beschikbaar aantal mijningenieurs, ook het personeel." 1)
Op grond van ontvangen berichten betwijfelde de hoofdingenieur of de heer Hooze voldoende zou herstellen om naar Indie te kunnen terugkeeren. Intusschen drong hij aan op spoedige voldoening van de aan dien ingenieur gegeven opdracht, die nog aangevuld werd met eene opdracht om na te gaan waar de noodige materialen voor de kolen-ontginning zouden zijn aan te schriften
Terwijl de Indische Regeering in Februari 1891 de voor de in¬
diening van een wetsvoorstel benoodigde gegevens Herwaarts zond °o-af zij aan de betrokken Directeuren hare inzichten te kenneiT omtrent hetgeen ter voorbereiding van de ontginning van Staatswege te doen zou zijn. Zij stelde op den voorgrond dat de leiding der voorbereidende werkzaamheden zou zijn toe te vertrouwen aan den hoofdingenieur, Chef van den dienst der Staatsspoorwegen op Sumatra. «Hiervan uitgaande,"—zoo werd aan de Directeuren geschreven — «schijnt het wenschelijk dat zoo spoedig mogelijk een mijningenieur te zijner beschikking worde gesteld, liefst de ingenieur die bestemd is om aan het hoofd van de ontginning te worden geplaatst, maar voor zoover dit niet doenbaar is, zou voorloopig "ook een ander kunnen worden aangewezen
Mocht de ingenieur J. A. Hooze niet of niet tijdig terugkeeren, of om andere reden geen ingenieur van het korps voor de mijn beschikbaar zijn, dan verdient het aanbeveling bedacht te wezen op het verkrijgen van een ervaren ingenieur uit den vreemde, zooveel mogelijk bekend met kolenbouw van denzelfden aard als in het Ombilien-kolenveld zal voorkomen.»
Voorloopig werd nu de mijningenieur Godefroy aan den hoofdingenieur IJzerman toegevoegd ten behoeve van voorbereidende werkzaamheden.
(1) Destijds waren er, in stede van 15. zooals de formatie eiscbte, slechts 12 ingenieurs in Tndië beschikbaar.
De Yereenielns m Burgerlijke Ingenieurs stelt zich in geenen deele verantwoordelijk voor de denkoeelden im de onderscheidene bijdragen ontwikkeld ot toegelicht.