163

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde 1892, Ie afl. Reorganisatie -van het Kadaster, door I. Boer Hz. — De Fransche commissie -voor het Kadaster. — Eene Limburgsche driehoeksmeting uit het begin der 18de eeuw (geïll.), door "Van Beurden.

Weerkundige waarnemingen te Utrecht, 8 uur voormiddag.

Barometer- i ■ igr n Windkracht, Tempera- Gevallen

DATUM. stand in JSSS'» volgens de tuur, graden regen in

mM. | ricnling scj^ Celsius j mM.

1 April 1892. 773.8 W.Z.W. 1 4 0

2 , „ 772.7 ■ N.N.W. 0 10 0

3 ,, „ — — - — —

4 „ „ 765.1 Z.O. 1 13 0

5 „ „ 762.6 Stil. — 13 0

6 „ „ 761.8 N.N.O. 1 12 0

7 „ „ 761.0 N.N.O. 2 10 0

Rivierberichten.

Waterhoogten in Meters + A.P. 8 uur voormiddag.

Keulen. Nümo ! a™ Wester- Maas-

1892. 7 uur Lobith. ",'me" voort. tricht Venlo. Grave

•sm. gen- I "em- (zelfr.pl. (brug).

i _=====

2 April 39.10 11.75 9.31 9.35 9.90 43.43 12.16 8.50

3 „ 39.01 11.85 9.44 9.45 10.01 43.30 11.66 7.97

4 „ 38.91 11.80 9.41 9.44 9.98 43.16 11.44 7.54

5 „ 38.78 11.69 9.32 9.34 9.88 43.04 11.21 7.34

6 „ 38.71 11.58 9.21 9.26 9.80 42.80 11.02 7.11

7 „ 38.69 11.49 9.11 9.18 9.72 42.95 10.75 6.92

8 „ 38.68 11.45 9.05 9.14 9.68 42.87 10.75 6.80

Keul. Lob. Nijm. Vrnh. ^SSff-h™»* Mcht Venlo Gravi'

p" 1 h™t

Nul der oude schaal. 35.85 13.91 6.22 6.95 — 7.37 42.20 — 4.85

Laagste stand bij open water te Keulen en te Maastricht, met daarmede overeenkomende standen. . . . 36.85 9.37 6.87 7.51 8.02 7.87 41.70 8.85 4.85

Standen overeenkomende met 1.50 M.

+ peil te Keulen . . 37.35 9.79 7.60 7.88 8.38 8.21 — — — Gem. zomerst. (1 Mei

tot 1 Nov.) 1881—90. 38.66 11.25 8.72 9.00 9.53 9.38 42.87 10.13 6.04

Merk III. (Verbod

van stoomvaart). . . 43.65 15.70 12.62 12.71 — — — — — Hoogste stand bij

open water 45.36 16.68 13.50 13.28 13.92 13.57 46.95 18.33 11.26

Men zie verder „De Ingenieur" 1891, No. 1.

BINNEN- EN BUITENLANDSCHE BERICHTEN.

Op 30 Maart jl. overleed in het Pension Trompenberg te Hilversum, in den ouderdom van 58 jaren, [Dr. F. «I. van den BergJ oud-hoogleeraar aan de Polytechnische School.

De overledene, die lid was van de Kon. Akademie van Wetenschappen, van het Bataafsch Genootschap van Proefondervindelijke Wijsbegeerte, enz. werd in 1885 door den Senaat van de Rijks-Universiteit te Utrecht, bij gelegenheid van haar 250-jarig bestaan, benoemd tot doctor honoris causa in de wis- en natuurkunde.

Afzonderlijke werken van zijn hand bestaan er niet, maar wel zagen verschillende verhandelingen van hem het licht in het Tijdschrift van het Kon. Instituut van Ingenieurs en in de werken der Kon. Akademie van Wetenschappen.

Op den lsten April jl. herdacht de heer J. W. Stous Sloot, hoofdingenieur-werktuigkundige en chef van den dienst van tractie en materieel bij de Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen, den dag, waarop hij vóór vijf en twintig jaren als adjunct-ingenieur bij genoemde Maatschappij in dienst trad.

Een gelijk jubileum vierde de heer J. F. Verzijl, chef de bureau bij den dienst van weg en werken bij genoemde Maatschappij, en de heer A. A. van Wakeren, chef de bureau bij de Hollandsche IJzeren Spoorweg-Maatschappij, thans werkzaam bij de centrale controle.

Op Maandag 2 April j.1. werd in de kiesvereeniging «Burgerplicht» te Amsterdam voor ee.i talrijk gehoor, door Prof. J. M. Telders de aangekondigde voordracht over de afsluiting en droogmaking der Zuiderzee

gehouden, welke wij in zijn geheel als hoofdartikel in dit nummer hebben opgenomen.

Na de rede van den heer Telders, die warm werd toegejuicht, volgde eenig debat, waaraan deelnamen de heeren A. Keurenaar, Hansen, LiEftinck, A. A. Beekman en Van Löben Sels.

Met aigemeene stemmen werd de volgende motie aangenomen : «De vergadering besluit aan het bestuur der kiesvereening «Burgerplicht» op te dragen het verzoek te richten aan alle commercieele, oeconomische en staatkundige vereenigingen hier te lande, van welke politieke richting ook, om het vraagstuk van de droogmaking der Zuiderzee tot een onderwerp van rijp beraad te maken, om elk in eigen kring bij de Regeering op een ernstige en tevens spoedige behartiging van die belangrijke aangelegenheid aan te dringen."

Een 7-tal leden der Tweede Kamer en de heeren Buma en Van Diggelen, zoomede vele Rijks- en civiel-ingenieurs woonden de vergadering bij.

Te Delft werd eveneens door Prof. Telders op 7 April in de kiesvereeniging «Burgerplicht» het Zuiderzee-vraagstuk behandeld. De vergadering machtigde het Bestuur zich per adres tot de Regeering te wenden met verzoek stappen te doen ten einde tot de droogmaking van de Zuiderzee te geraken.

Op Dinsdag 12 April zal het Koninklijk Instituut van Ingenieurs des

voormiddags ten elf en een kwart uur vergaderen in het lokaal Diligentia te 's-Gravenhage. De Raad van Bestuur zal alsdan het antwoor van den Minister van Koloniën, in zake de benoeming van een mijningenieur in Ned.-Indië, mededeelen en een voorstel doen met betrekking tot het in 1894 te houden zesde Internationaal Congres van Binnenlandsche Scheepvaart.

Door het lid H. A. van IJsselsteyn zal eene voordracht gehouden worden over de verbetering van Rotterdams binnenwateren en de in verband daarmede ondernomen bemalings- en rioleeringswerken, terwijl het lid N. Th. Michaëlis eenige mededeelingen doen zal omtrent wijlen G. M. Röntgen.

Ter voorziening in de vacature, ontstaan door het bedanken van het raadslid J. W. Welcker, zal een nieuw lid van den Raad van Bestuur benoemd worden.

De Kamer van Koophandel te Amsterdam heeft, naar aanleiding van de uitnoodiging van het Koninklijk Instituut van Ingenieurs om samen te werken tot ontvangst van het 6e Internationaal Congres van Binnenlandsche Scheepvaart in 1894 in Nederland, besloten om, met het Instituut en de Kamers van Rotterdam en den Haag, de kosten van de ontvangst te dragen, althans te doen waartoe zij bij machte is. Met het Instituut is de Kamer van meening dat Den Haag de geschikste plaats voor het congres zal wezen.

Op het adres van Dr. A. A. W. Hubrecht, in zake de tijdsregeling,

heeft de Minister van Binnenlandsche Zaken de volgende beschikking genomen :

De Minister van Binnenlandsche Zaken, beschikkende op de adressen van Dr. Hubrecht en anderen, waarin de overtuiging wordt uitgedrukt, dat in het algemeen belang het samenvallen van den spoorwegtijd en den burgerlijken tijd zeer wenschelijk is, en verzoent wordt, dat het van Regeeringswege daarheen geleid worde, dat geene verandering in de burgerlijke tijdsregeling ingevoerd worde, dan zoodanige Qie Nederland in aansluiting brengt met den zonetijd voor MiddenEuropa.

Heeft goedgevonden:

aan adressanten te kennen te geven:

dat het ook hem wenschelijk voorkomt, dat spoorwegtijd en burgerlijke tijd samenvallen; dat hij dan ook aan de daarbij betrokken autoriteiten bereids in overweging gegeven heeft in dien zin werkzaam te zijn, doch de bevoegdheid mist om daartoe bevelen te geven of bindende voorschriften te verstrekken, en dat ook de regeling van den spoorwegtijd niet behoort tot de bevoegdheid van den Minister van Binnenlandsche Zaken.

Volgens de uitkomsten der peilingen van den 25sten Maart jl. is de diepte in de haven van llmuiden, vóór en in den havenmond, bij gewoon 'aagwater (8 dM.—AP.) als volgt:

Richting, evenwijdig

aan haven-as.

lOOM.beN

75 » » 35 » » 30 » »

15

O

lo » 30 » 35 » 75 » 100 »

»

of in beZ.

» » » »

Diepte in dM.

Buiten, T , , Binnen, Binnen, Grondvan 150 M.In, .Ï.^m van 100 M, van eind der slag der tot den tot iuu m. tot eind der dammen tot getijmond. Pinnen. dammen. 1430 M. seinen.

Langs N.hool'd.

81 "77 76 —

82 77 76 — 85 78 76

— — — 76

— — - 76

. . 85 77 ..... 76 .... 76 . . 76

— — — 77 (25 Maart)

— — — 76 79 76 76

81 76 76 —

87 __7JL_ 76 —

Langs Z.lioofd.