221

leiding van 560 m.M. middellijn, welke voorloopig voor reservelei^T^-^j/i u"i„~ï. Ad u„t ,»7Qtor hetwelk oneenomnt werd, vooral

na regen, niet altijd even helder was. Het moest dus beter 8_

gefiltreerd worden. . .inn J

C Daarom werd er een stuk grond tegenover het pompstation o

aan de andere zijde van de Ruhr gelegen, aangekocht en dit w stuk o-rond uitgraven. . , _ . . , üVbodem bevatte bijna uitsluitend grind Deze grind werd

uitgewasschen en nadat 2.25 meter beneden het laagste water- w

peil van de Ruhr buizen van gegoten ijzer van 1 meter middellijn ge- m

fegd waren, die in een nieuwen put uitliepen, werd op en om deze v

buizen de gezuiverde grind gebracht. De buizen hadden over al

de geheele oppervlakte openingen van 30 m.M. middellijn, waarin sc doorboorde proppen van steen met eene opening van 10 m.M mid-

deS gestoken'waren, om het snelle toeroesten der gateri tegen .

te gaam Van uit dezen nieuwen put werd een buis door de h

Ruhr naar den hoofdput gelegd en kreeg men daardoor aan- o,

zienlijk meer watertoevoer. "

In den loop van '74 werd eene proef genomen om vooi pai- s

ticulieren ook in de huizen leidingen aan te leggen, die ult™un" >< tend slaagde. Niet alleen stegen hierdoor de inkomsten maar

kon men tevens over een aantal flink geoefende arbeiders be- p

schikken, die bij ongelukken, als het springen van buizen en bij t brand, krachtig konden optreden.

Wel o-ino-en er eenige stemmen op, die beweerden, dat ae r concurrentie voor loodgieters e. a. onmogelijk werd maar het, is gebleken, dat deze bewering ongegrond was en dat door net

leggen van huisleidingen van wege de waterleiding de particuiiei i

een zekeren waarborg had, dat de werkzaamheden goed en solide j uitgevoerd werden. - . In'74 werden 2,909,507 M3. water opgepompt; hiertoe waien

3,750,000v,on '

verbruikt 3,750,000 Kilo kolen, zoodat per M-^909^27 A 1

= circa 128 Kilogram kolen noodig geweest waren.

De onkosten bedroegen in het geheel 228,860.04 Mark, zoodat I

228,860.04 . . , n on ,

1. M3. water te staan kwam op 2 9Q9 b0j x 1 mark ~ ' !

pfennig ongeveer.

Ik zou vreezen te langdradig te worden, wanneer ik de verdere ontwikkeling van de waterleiding van '74-92 beschreef, daarom wil ik nu kortweg vertellen, in welken toestand ik naar dij mijn bezoek bevond. . villicht

Het gemakkelijkst kan men het pompstation nabij viuigst bereiken, wanneer men per spoor over Hagen naar ^hwem stoomt. Vandaar is het nog een klein kwartier te voet. £e Pnse d'eau ligt in een dal, achter haar liggen^bergen voor haar deKunr. De Ruhr stroomt hier met groote snelheid, welkerlonSeve^;^ maal zoo groot als die van den Rijn bij Keulen. Het pompstation met de gebouwen voor machinisten, stokers en arDeKlerf,V0!™,, op zich zelf eene kolonie, afgesloten van de buitenwereld dooi een muur. Er wonen hier 2 machinisten, die daags dienst doen 2 voor 's nachts en 1 reserve-machinist, die ingeval van z eKie inspringt; natuurlijk hebben zij beurtelings nacht-, dagmenst of ziin zij vrij. Gewoonlijk is een even groot aantal stokers en arbeiders aan het pompstation werkzaam, dit hangt evenwel van

de werkzaamheden af. ma,>hines Wanneer men het machinehuis binnengaat, maken de macmnes

een aangenamen indruk, omdat ze alle vier even groot en van dezelfde constructie zijn, het gebouw maakt evenwel dien indiuk niet. Zooals ik reeds vroeger zeide waren er oorspronkelijk^ mdcn nes van 160 P.K.; in '73 kwam er eene machine van lSU F^. bij en in '83 nog eene van 180 P.K. De laatste machine «d geleverd door de Friedrich Wilhelmshütte in Mulheim a/d Ruhi. Om deze beide machines te kunnen plaatsen, werd in lö üe machinekamer dubbel zoo groot gemaakt, waardoor het geheel niet verfraaid is. De machinekamer is nu ongeveei 53 metei lang bh' eene diepte van 18 meter. ,

De twee in '70 gestelde machines dienen nu slechts als reserve-machines, omdat ze niet zoo voordeehg werken als de nieuwere, die ieder 8 kubiek meter water per minuut bij 20 omwente ingen opbrengen. Het verschil is met gelegen aan de machines, maar aan de pompen, die nog zuigers en gewone

^Sevt^d" pompen niet zooveel oP te brengen, als met 4 pompen mogelijk is, dan kan nog de eene zijde van eene der twee werkende tweelingmachines losgekoppeld worden, zooals ook bij mijn bezoek plaats had.

Iedere machine (tweelingmachme, dus twee perspompen) heeft

achter zich eenen windketel (zie fig. 3) waarvan bij de pompende machines de manometer 11.5 atm. aanwees.

Naast de machinekamer ligt het oude ketelhuis. Hier zijn 8 ketels 6 Cornwall en 2 systeem Field. Daar geen der ketels bii mijn' bezoek stoom hadden, maakte het oude ketelhuis, dat ono-eveer 40 meter lang is, een droefgeestigen indruk. Alleen, wanneer de nieuwe ketel schoongemaakt of gerepareerd moet worden komt in het oude ketelhuis weer een weinig leven.

Het nieuwe ketelhuis is niet zoo somber gebouwd als het oude, waardoor de enorme ketel gunstig uitkomt. Het is een Steinmüller met 3 vuren, 120 M2. verwarmingsoppervlak en 142 vlampijpen In 1891 werd de ketel gemaakt, hij werkt met 8 atm. en kan stoom leveren voor 3 machines. De voeding geschiedt door warm condensatiewater.

Het water wordt ongeveer 3-6 meter, - dit hangt van den , j„ x>,^ of _ „it dpn o-ronten nut. die dicht bil

het machinehuis ligt, door de pompen opgezogen Dat de pompen ook no°- zuigen moeten, is bepaald ongunstig, het liefst maakt men inrichtingen, waardoor het water van zelf naar de pompen stroomt • hierop werd dan ook bij de uitbreiding van de waterleiding bijzonder gelet, zooals we later zien zullen.

De groote put wordt gevoed door 6 kleinere en 2 grootere putten waarvan de een aan de andere zijde van de Ruhr ligt. putten, ctoonWen die onder het niveau van

de Ruhr liggen, telkens een steen weggelaten, zoodat het water niet enkel van den bodem, maar ook van de zijden indringen kan De putten liggen geheel in grind, waardoor het rivierwater gefiltreerd wordt. Aan den overkant ligt, zooals uit fig. 2 te zfen is e^ net van gegoten ijzeren buizen met gaten, waarin'het water, na do°or

binnenstroomt en van daar naar de putten loopt. Is het inier water helder, dan is het water in de waterleiding ook volkomen Tufver, maar'is de Ruhr door langdurigen regen of bij dooiweer na sneeuwval hoog, dan is het drinkwater troebel en onaan"LaTm vin smaakg Daarom is men er dan ook toe moe en overman om bii den nieuwen aanleg het water beter te filtreeren „aan om uij uc i^j;™ waardoor het water naar het

^ bestaat uit 2 b^ v^oten

werd het tater met stoeten voortgestuwd, waarvan het gevolg was dat dl met lood dicht gemaakte naden steeds lek werden. Door dit onophoudelijke zachte stooten zijn de buizen n voortdurende tiilhng, hetgeen langzaam maar zeker op het ondicht worden van de verbindingen werkt, hetwelk ook daaruit blijkt, It nadat de buizen bij de laatst gelegde leiding van de tweè drukleidingen van nokken voorzien waren, waardoor het lood «oh niet verzetten kon;^^±^^^^ worden

ko^us eTe z n- de Tteoten weg te nemen. Dit werd bereikt door een grooten windketel te bouwen, waarmede de 4 reeds aanwezige wfndketels in verbinding staan. Deze wmdketel, -ci e meter middellijn heeft, 9 meter hoog is en waarvan de geklonken platen 26 m M dik z jn, kan door een stelsel van kranen met de verschillendI andere windketels verbonden of bij reparatie geheel van de Sm- afgesloten worden. De ligging dezer kranen heb ik van de leiding g ^ Men gemakkelijk,

dat dgoor deSze combinatie van kranen elk deel der leiding gerepareerd kan worden, zonder dat de machines behoeven stil te

Staan. • ... • „„„u:„„„ l~A~ S M3 water ner

Ofschoon de beide nieuwe uiaumuca ... ÏY j

minuut oppompen, bleek in '87 deze hoeveelheid niet voldoende te zijn en besloot men in '88 er een nieuw pompstation bij te bouwen.

Berlijn, April. ITB>

(Wordt vervolgd.;

De trekmachine voor metalen van het proefstation voor bouwmaterialen van de firma Koning en Bienfait.

Wie zooals schrijver dezer regelen getuige geweest is van de oprichting en daarop gevolgde uitbreiding van het.proefstation voor bouwmaterialen van de heeren Koning en Bienfait te Amsterdam, zal met genoegen zién, dat zulk een innch mg bliikt levensvatbaarheid te bezitten. Zij oefent een gunstigen in foed uit op de degelijkheid van de in het algemeen voor bou w werken gebruikte grondstoffen, en stelt een ieder in degelegen