272

op die plaatsen uit gietijzer, de rest is van gewoon vormzand; zoo bijv. radbanden worden gegoten in gewone vormen, maar de radkrans ligt in gietijzer, zoo ook vormen voor projectielen; het deel voor het ogief is van ijzer, voor het lichaam van vormzand.

De aard van het ijzer (Mn—Si-gehalte) en de dikte van den ijzeren vorm, zoomede diens temperatuur, bepalen de dikte van de laag wit ijzer.

De zamenstelling van goede vormen voor hartguss is in verband met de verschillende krimpingen niet zoo gemakkelijk.

Bij het ontwerpen van gietstukken dient rekening gehouden te worden met de eigenaardige moeilijkheden van het gieten en vormen, zoo bijv. moeten scherpe hoeken vermeden worden, ook al te sterke overgangen van dik in dun en alles wat aanleiding geven kan tot inwendige spanningen.

Hiermede hopen wij eenig denkbeeld gegeven te hebben van het gietijzer, zij het ook dat tal van wetenswaardigheden onvermeld moesten blijven.

Den Haag, Mei 4892. A. Vosmaer.

Snelwerkende luehtdrukremmen.

In het verslag van den Raad van Toezicht op de Spoorwegdiensten over het jaar 1890, uitgebracht aan den Minister van Waterstaat, H. en N. den 15en Juli 1891, van hetwelk «De Ingenieur» jaarg. 1892, n°. 20, een uittreksel bevat, leest men aangaande het gebruik van de Westinghouse-rem bij de spoorwegen hier te lande o. m. het navolgende:

«De werking van het toestel liet in het algemeen niets te «wenschen over. De nieuwe meer snelwerkende tripleklep, «waarvan in vorige verslagen melding is gemaakt, heeft bij onze «maatschappijen nog geen ingang gevonden, hoewel haar gebruik «in den vreemde meer en meer toeneemt, voornamelijk in ge«sloten goederentreinen en zeer lange personentreinen. Blijkens «eene proefneming op een der spoorwegen genomen, waren de «volgende bezwaren aan het licht gekomen :

«1°. Dat zij meer aan onderhoud kosten dan de toestellen van «het gewone type, wegens verslijting door stof en zand.

«2°. Dat de versnelde werking der remmen somtijds plaats «heeft, wanneer men den trein langzaam tot staan wenscht te «brengen, waardoor schokken ontstaan.»

Het feit, dat niettegenstaande deze bezwaren het gebruik der

snelwerkende tripleklep in den vreemde meer en meer toeneemt, is een krachtig bewijs voor de noodzakelijkheid om de spoortreinen sneller dan zulks tot nu toe mogelijk is geweest tot stilstand te kunnen brengen —eene noodzakelijkheid waarmede ongetwijfeld ook onze spoorwegbesturen éénmaal rekening zullen houden, met het oog op de ernstige gevaren, waaraan die treinen zijn blootgesteld en op de groote belangen, bij ongevallen op het spel staande.

Intusschen is de aanzienlijke slijtage, die aan de snelwerkende tripleklep van Westinghoüse waargenomen wordt, tegen hare algemeene invoering een overwegend bezwaar, eensdeels daardoor ontstaande, dat zij niet minder dan zes, onder groote drukverschillen werkende deelen bevat (zie fig. 1), zijnde het dubbele van die der gewone tripleklep (1), anderdeels als gevolg van de minder groote oppervlakte van hare luchtverdeelingsschuif M, Fig. i.

waardoor deze, onder den sterken druk der samengeperste lucht eene schadelijke wrijving op hare bedding uitoefent, welke de voorname oorzaak is van hare snelle verslijting.

(1) Zonder de bufïerstang P en twee veeren mede te rekenen als zijnde niet essentieele onderdeelen.

Aan dit bezwaar kan tegemoet gekomen worden door aanwending van het snelwerkend schuiftoestel voor luehtdrukremmen (Fig. 2), beschreven in «De Ingenieur» jaarg. 1890, n°. 51, in jaarg. 1891, n°. 29 en in het «Zeitschrift des Vereines Deutscher Ingenieure», Band XXXV, blz. 528, alwaar, behalve op andere voordeelige eigenschappen, ook op deszelfs duurzame werking wordt gewezen.

Dit toestel bevat in hoofdzaak slechts één enkel beweegbaar deel, namelijk de zuigerschuif HH en deze beslaat op hare bedding, d. i. op de onderste helft van den binnenwand van den cylinder. A ruim tienmaal meer plaats dan de schuif M der snelwerkende tripleklep. Het is derhalve duidelijk, dat de wrijving dier schuif op ieder punt van hare bedding ruim 90 °/0 sterker is en de afslijting, daardoor veroorzaakt, evenzooveel sneller plaats heeft dan die, welke door de zuigerschuif HH (Fig. 2) wordt teweeggebracht. Bovendien is deze laatste gemakkelijk tot een zelf smerend

Fig. 2.

toestel in te richten, wanneer de stift Flt doorboord en met een buisje aan een klein oliereservoir ter zijde van den wagen wordt verbonden. Door een tot dat doel geschikt smeerkraantje om te draaien vult zich de gleuf K met olie, wordt de binnenwand van den cylinder A telkens wanneer de zuigerschuif HH zich beweegt daarmede bevochtigd en kan het toestel aldus onbepaalden tijd in functie blijven zonder reparatie te behoeven. Hierdoor komt tevens het wekelijksche smeren van de remcylinders te vervallen, daar zij de verbruikte olie van de schuiftoestellen opnemen en het smeren dezer laatste derhalve geene afzonderlijke kosten veroorzaakt.

Aan het tweede bezwaar door den Raad van Toezicht vermeld, bestaande in het onwillekeurig snel remmen, wanneer men bedoelt matig te remmen, is zoowel de snelwerkende zuigerschuif als . de snelwerkende tripleklep onderhevig, wanneer hare werking niet door eene geoefende hand wordt geregeld. (1)

Aan dit bezwaar kan echter tegemoet gekomen worden door het gebruik eener remkraan, waarvan de stand duidelijk aanwijst hoeveel lucht uit de treinleiding ontlaten wordt.

Eene zoodanige remkraan van niet minder eenvoudige constructie dan die der zuigerschuif vindt men beschreven en afgebeeld in «De Ingenieur» jaarg. 1891, n°. 29, fig. 3.

Het ware te wenschen, dat aan eene Nederlandsche fabriek de vervaardiging dezer toestellen werd opgedragen. Van verschillende bevoegde zijden zijn zij zeer waardeerend beoordeeld; bovendien zijn zij minder kostbaar en vereischen zij minder onderhoud dan de meer samengestelde toestellen, die evenals het meeste remwerk uit den vreemde betrokken worden, niettegenstaande de constructie ervan onder het bereik van iedere goede machinefabriek valt.

De bevordering van onze eigene industrie zooveel dat praktisch doenlijk is kan aan de toenemende klachten over werkeloosheid het beste een einde maken, terwijl het algemeen belang, bijgevolg ook dat van de spoorwegen, daardoor zeker het meest gebaat zal worden.

Oisterwijh, 25 Mei '92. F. A. Holleman.

(1) Hetzelfde geldt echter ook — zij het in eenigszins mindere mate — van de gewone niet snelwerkende tripleklep, die een gelijk geoefend personeel vereischt.

Wie herinnert zich niet de horten en stooten, die in de eerste tijden der invoering van de Westinghouse-rem ontstonden, wanneer de remmen niet in de juiste maat aangezet werden ? en wie denkt hierbij niet aan de schokken, die men nog telkens ondervindt, wanneer de machinist den slag niet heeft de werking der remmen op den geschikten tijd te matigen en ze op het oogenblik van stilstand van den trein te ontlaten? (Zie ook «De Ingenieur» jaarg. 1891, n°. 29, blz. 255).