378

Andere werken die, met het oog op de afsluiting, dienen aangelegd te worden, zijn: eene verzwaring van den Balgdijk van af den afsluitdijk tot Nieuwediep en het verbeteren van eenige havens aan de Zuiderzee, door het verlengen van hoofden of anderszins.

d. Kosten der afsluiting. Voor het maken van al deze werken is eene uitvoerige begrooting gemaakt, waaruit hieronder een uittreksel volgt:

Omschrijving. Hoeveelheden. Eenheids- Bedrag.

I prijzen. (1)

A. Afsluitdijk van N.-Holland tot Wieringen, lang 2400 M. en van Wieringen tot Friesland,lang 27,600 M., te samen lang 30,000 M. 1°. Eiland op het Breezand met haven

aan de Zuidzijde ƒ 2,000,000

2°. Grondstukken onder de rijzen dammen, met uitzondering van die in

de sluitgaten 250,000 M2. f 3.50 » 875,000

3°. Rijzen dammen op deze grondstukken 320,000 M3. » 3.80 » 1,216,000 4°. Grondbezinking, breed 80 M. in de

sluitgaten, over eene lengte van

15,000 M 1,200,000 M2. » 4.30 » 5,160,000

5°. Overstortdam op deze grondbezinking

over eene lengte van 15,000 M. . . 1,100,000 M3. » 5.00 » 5,500,000 6°. Kaden boven laagwater, waarover het

hulpspoor wordt gelegd 410,000 » » 2.00 » 820,000

7°. Grondwerk gemeten in profil (2) . 12,800 000 »

ofin demiddelenvan vervoer,ongeveer; 15 400 000 »

waarvan hoofdzakelijk zand in het

dijkslichaam 13,800,000 » » 0.40 » 5,520,000

en klei ter bekleeding 1,600,000 » » 1.00 » 1,600,000

8°. Steenstorting langs de buitenzijde der ' '

rijzen dammen 70 000 S.T. » 4.00 » 280,000

9°. Zinkstukken tot verdediging van den

hiel en de binnenglooiing .... 548000 M2. » 2.50 » 1,370,000 10°. Steenglooiing op de taluds van laagwater tot aan de bermen :

a. aan de buitenzijde 320 000 » » 6.00 » 1,920,000

b. d » binnenzijde 225'000 » » 4.00 » 900,000

11°. Steenstrooken op de bermen aan de

buiten- en binnenzijden van den dijk,

te zamen . 48,000 » » 3.00 » 144,000

12°. Piasbermen voor de gedeelten bij N.Holland en op de Makkumerwaard 32 000 » » 2.00 » 64,000

13°. Bekramming, bezoding enz. ... 1 400'000 » » 0.20 » 280,000

14°. Bestrating tusschen N.-Holland en

Wieringen en ter afronding ... » 51,000

Totaal voor afdeeling A . . f27,700,000

B. Werken op Wieringen.

1°. Onteigening van ongeveer 250 H.A.

met enkele woningen, stel. ... f 700,000

2°. Grondwerk voor het kanaal. De kosten hiervan zijn onder den afsluitdijk gerekend.

3°. Afwaterings- en scheepvaartsluizen met leidammen bij de uiteinden van

het kanaal » 8,000,000

Totaal voor afdeeling B . . f 8,700,000

C. Bijkomende werken. 1°. Kanaal van Harlingen langs den Frieschen dijk, met schutsluis bij de uitmonding aan het meer en leidam ten Zuiden van den afsluitdijk over de Makkumerwaard, met onteigening. (De grond van dit kanaal te bezigen tot verzwaring van den Frieschen dijk tusschen Harlingen en den

afsluitdijk) f 1,200,000

2°. Verbetering van enkele havens langs de Zuiderzee en verhooging van den

Balgdijk, stel » 600,000

Totaal voor afdeeling C . . f 1,800,000

D. Toezicht, onderhoud gedurende de uitvoering en onvoorzien, tezamen

ongeveer 10 % f 3,800,000

(1) Onder de eenheidsprijzen zijn begrepen winst, risico en alle onkosten.

(2) Met inbegrip van de inzakking , in klei- en veenlagen, waarvoor gerekend is de helft van de "gezamenlijke dikte der bovenste klei- en veenlagen.

Recapitulatie.

A. Afsluitdijk van N.-Holland tot Wieringen en van Wieringen

tot Friesland f 27,7<J

B. Werken op Wieringen » 8,70j

C. Bijkomende werken » 1,8^'

D. Toezicht, onderhoud gedurende de uitvoering en onvoorzien » 3$j

Totaal Generaal . . . f 42^

De tijd voor het maken van de werken voor de afsluiting is gesteld op 8 jaar; met het oog op de groote hoeveelheid rijs en steen kan geen veel kortere termijn gesteld worden.

Hoofdstuk VIII. De voor- en nadeelen der afsluiting buiten verband met de droogmaking. Beschouwt men de afsluiting, afgescheiden van eene latere mogelijke droogmaking, dan kan uit het voorgaande afgeleid worden, dat de voordeelen der afsluiting zelve betrekking hebben op: de waterkeering, de waterloozing, de waterverversching,

de spoorwegverbinding tusschen N.-Holland en Friesland.

Het voordeel van de scheepvaart is meer op den voorgrond tredend wanneer de indijkingen volbracht zijn en kan dus hier buiten beschouwing gelaten worden.

Wat betreft de waterkeering is in Hoofdstuk III, uiteengezet dat bij afsluiting alle gevaar voor doorbraak voorkomen is. Wanneer men nagaat dat in 1825 de geleden schade volgens de destijds geldende prijzen, meer dan 14 millioen gulden bedroeg en bij dien stormvloed 371 menschen het leven verloren, dan is zeer zeker de invloed der afsluiting zeer belangrijk te noemen.

Hoewel er geen enkele reden is aan te nemen, dat niet eene herhaling van zulk een storm zich zou kunnen voordoen, zal toch door de op groote schaal aangebrachte verbetering in de waterkeeringen, de ramp, als gevolg van dien stormvloed, niet meer zulk een omvang verkrijgen als destijds, zoodat uitsluitend hiervoor niet tot eene afsluiting zou moeten worden overgegaan. Een andere vraag is echter of die afsluiting niet van zeer groot belang is ter beveiliging der Zuiderzeeprovinciën en op die vraag zal het antwoord moeilijk anders dan bevestigend kunnen zijn.

Het is ontegenzeggelijk van overwegend belang, dat door een nieuwen dijk van 30 K. M., de kust der Zuiderzee wordt beveiligd over een lengte van 320 K. M., zoodanig dat de mogelijkheid van eene herhaling van de ramp van 1825 voorkomen wordt. Van groot belang is verder de beveiliging tegen overstrooming, die door de afsluiting wordt verkregen, voor de gedeelten van Overijsel, Gelderland en Utrecht, die thans niet door voldoende dijken zijn verdedigd, waaronder voornamelijk behooren de stad Zwolle met een gedeelte der landstreek langs het Zwarte Water, de Vecht en de Sallandsche Weteringen, het Kampereiland, de landen der Dronther bedijking en de landen, die bij overloop van den Slaagschen dijk worden overstroomd.

Evenzoo is het van niet te miskennen belang dat door de afsluiting de jaarlijksche onderhoudskosten der zeeweringen aanmerkelijk zullen verminderen; een hieromtrent ingesteld onder¬

zoek heelt het resultaat gehad dat de werkelijke besparing, na aftrek van de kosten van onderhoud van den nieuwen dijk, op den duur vermoedelijk niet hooger zal zijn dan f 100,000.— per jaar, of gekapitaliseerd f 2,500,000.—.

Wat betreft de waterloozing, zal de invloed van de afsluiting van zeer groot belang zijn. Verwijzende naar hetgeen hieromtrent in Hoofdstuk IV is medegedeeld, kan hier nog eens herinnerd worden dat van de betere gelegenheid tot waterloozing in hoofdzaak partij getrokken zal worden door de landen, die uitwateren op het Noordzeekanaal, op Schermerboezem, op de Vecht en op Frieslands boezem, tot een gezamenlijke oppervlakte van een paar honderd duizend hectaren.

De invloed der afsluiting op de waterverversching zal zich in hoofdzaak doen gevoelen in Friesland en N.-Holland, daar in drooge tijden deze provinciën tegenwoordig geheel van zoet water verstoken zijn en na afsluiting altijd eene voldoende hoeveelheid zoet water kan worden ingelaten. Een groot belang is dit te achten voor land en vee.

Voor de spoorwegverbinding tusschen N.-Holland en Friesland zal de afsluiting der Zuiderzee zeer gunstig zijn, wanneer over den afsluitdijk een spoorweg wordt aangelegd aansluitende in Noord-Holland aan het station Anna-Paulowna en in Friesland tusschen Workum en Sneek aan de bestaande spoorwegen. Hierdoor zou bijvoorbeeld de reis tusschen Amsterdam en Leeuwarden ongeveer een uur sporens verkort worden.

Tegenover deze voordeelen staat het nadeel van de geheele