486

met een zinker door de Maas tot op slechts 1 Kilometer wordt beperkt. De buis door den Maasbodem, 70 M. beneden de fabriek te Feijenoord,

m°eS^f + a"g ZIJD 6n de ™art °P de Maas waar dagelijks een lOOOtal vaartuigen passeeren, mocht natuurlijk in het geheel niet gestremd worden. Men zou daarom beproeven om van uit een paar aan elkander verbonden schuiten de buis langs een hellend vlak als een ketting te vieren en te doen zinken in eene vooruit gebaggerde geul De buizen moesten daarom verbonden worden door bolgewrichten te meer daar van onderheüng geen sprake was en de buis zich möest voegen naar de geul in den onregelmatigen bodem.

De buizen zijn 0.60 M. wijd en werden genomen van geweld staal ter lengte van 6 M.; de bolgewrichten zijn van gegoten ijzer en hebben een middellijn van 1 M., de buitenbol bestaat uit 2 stukken om den binnenbol daarin te laten; de bollen zijn respectievelijk van buiten en van binnen van versterkingsruggen voorzien. De gewrichten laten eene beweging toe tot een hoek van 26 graden De waterdichte afsluiting wordt verkregen door een caoutchoucrins: in eene daarvoor gespaarde ruimte over het boloppervlak. Ten behoeve van de beproeving werd het gewricht bewogen en geperst opl2atmo«feeren. 1

De prijsopgaaf voor eiken bol liep nog al uiteen en wisselde van 1800 en 78o mark tot 398 gulden waarvoor zij thans geleverd ziin • dit laatste is -16 a 17 cent per kilo. '

De twee vaartuigen werden op eenigen afstand aan elkander gekoppeld en daartussehen een hellend vlak gebouwd ter lengte van 38 Meter De hoofdliggers bestonden uit zware Amerikaansche balken van 0.45 bij 0.60 M. en daartussehen op afstanden van 1 Meter dwarsdragers, die onderling weer door schrankschoren gesteund werden

De grootste diepte in de rivier was 10.80 M.; tot hoogstens 12 M diepte werd een geul gebaggerd of op de ondiepe plaatsen zoo diep dat de buis 2.50 M. onder het zand kwam te liggen.

In veertien dagen tijd was het zinken afgeloopen en de buis volkomen waterdicht op haar plaats gekomen, hetgeen bewezen werd dooiden tocht van een persoon, die in 16 minuten tijds deze 400 M. lano-e onderaardsche buis van 60 centimeter wijdte doorkropen heeft ' ° Eene korte wisseling van gedachten over de al of niet waterdichtheid van den zinker volgde op enkele vragen van het lid H. P. N Halbertsma die bij het leggen van zinkers de gewoonte heeft deze onder waterdruk neer te laten.

Aan het einde van de voordracht bood de heer De Jongh het Instituut en de aanwezige leden photographische afbeeldingen aan van het werk tijdens de uitvoering. j0H j£RAP

Weerkundige waarnemingen te Utrecht, 8 uur voormiddag.

DATUM ^tendlf'l Wind- Windkracht Tempera- I Gevallen stana in , ,i(,htil,_ volgens de tuur,graden regen in Ij mM. | "ehtmg sch 0ei|ius j mM.

4 Nov. 1892. - 764.3 Stil. ■ _ 6 1

5 „ 762.9 Z.Z.O. 2 10 0

t> fl .

!.*■'»■■ 763.7 ' Stil. . ~9 ~0

l » » I "1.2 ld. - 2 0

^ » 769.9 ld. - 5 0

10 » 767.6 ld. — 6 0

Rivierberichten.

Waterhoogten in Meters + A.P. 8 uur voormiddag.

I ~ I ! ! ! i

18Q9 i K,elllen-i T i Niime- I Am Wester- Maas-

1892. 7 uur l Lobith. ».!««*•, Venló. Grave.

sm- ! (zelfr.pl. (brug).

========:==i ! j

5 Nov. 38.72 11.66 9.33 9.36 9.92 42.75 10.80 6 93

6 „ 38.62 11.49 9.16 9.22 9.77 42.37 10.67 6 60 l „ 38.58 11.37 9.03 9.10 9.66 42.57 10.50 6 40 » B 38.48 11.30 8.95 9.04 9.59 42.70 10.57 6.36 9 „ 38.48 11.22 8.88 8.98 9.52 42.70 10.62 6 43

1-? » 38-34 11.12 8.78 8.90 9.45 42.53 10.58 6 46

11 » 38.27 11.03 8.70 3.83 9.40 42.43 10.43 6.38

Keul. Lob. Nijm. Arnb. WffitaS* tricM V»10 S™«

Nul der oude schaal. 35.85 13.91 6.22 6.95 — 7 37 42.20 — 4 85 laagste stand bij open water te Keulen en te Maastricht, met daarmede overeenko-

m4nnlStanden 36-85 9-37 6-87 7-51 8-02 7.87 41.70 8.85 4.85

htanaen overeenkomende met 1.50 M

+ peil te Keulen . ] 37.35 9.79 7.60 7.88 8.38 8.21 - - _ Gem. zomerst. (1 Mei

^J^t'tV^v-!.9^ 38-66 H'25 8-72 9-00 9.53 9.38 42.87 10 13 6.04 Merk 111. (Verbod

van stoomvaart). . . 43.65 15.70 12 62 12 71

Hoogste stand bij

open water 45.36 16.68 13.50 13.28 13.92 13.57 46.95 18.33 11.26

Men zie verder „De Ingenieur" 1891, No. 1.

Maas

4.85

6.04

11.26

BINNEN- EN BUITENLANDSCHE BERICHTEN. De prijsvraag betreffende de brug over de Newa.

In antwoord op een door ons gedaan verzoek aan den heer B Kruijs, scheepsbouwkundig ingenieur te St. Petersburg, om ons op de hoogte te willen houden van den stand van zaken betreffende bovengenoemde prijsvraag, ontvingen wij de navolgende mededeeling:

«De president der jury, in zake de prijsvraag, uitgeschreven voor den bouw der vaste «Troitskbbrug over de Newa, is Prof. N. A. BjêLOLUBSKI, de ontwerper van een der grootste spoorwegbru°-gen deiwereld: die over de Wolga, bij Siszau.

Verdere leden zijn: C. S. Gölówin, F. G. Zbrözjek, S. J. Kerbedz, A. F. Nicolai, N. W. Smirnow, M. A. Ratkow—Rozjnow, J. S. Kitner en D. D. Sökólow.

Er zijn 17 antwoorden op de prijsvraag ingezonden, waarvan minstens drie uit Nederland; twee dezer gingen door mijne handen. Van den derden inzender was de omschrijving van het ontwerp in het Hollandsen geschreven (motto nAu Russie»); wellicht ware dit overal elders ter zijde gelegd. De bekende beleefde en hulpvaardige landaard van het Russische volk, verloochende zich ook hier niet: de jury heeft moeite gedaan de omschrijving in het Russisch te doen vertalen. Hiermede belastte zich welwillend onze hier gevestigde landgenoot, de heer G. J Megelink.

Zoodra de jury hare werkzaamheden zal volbracht hebben, wordt de uitslag bekend gemaakt en zullen de bekroomde ontwerpen worden tentoongesteld."

De Commissie (Voorzitter P. Zeeman Gz., Secretaris G. J. Morre) die in 1892 belast was met het afnemen der Examens B (Polytechnische school); volgens artikelen 61—65 der wet van 2 Mei 1863, vermeldt in haar verslag dat aan het examen, dat van 1 tot en met 14 Juni plaats had, in het geheel deelnamen 75 candidaten, waarvan 7 zich terugtrokken en 12 in geen enkel opzicht aan de gestelde eischen konden voldoen. Aan 29 candidaten werd een getuigschrift uitgereikt terwijl 27 candidaten werden voorgedragen ter vrijstelling van het eerste gedeelte van het examen B.

Zooals ook de drie vorige jaren is geschied, zijn. de candidaten voor B (eerste gedeelte) niet in integraalrekening ondervraagd, doch is het geheele examen in dit vak naar het tweede gedeelte van het examen B overgebracht.

Tot bijzondere opmerkingen gaf het examen in dit jaar geen aanleiding.

De commissie die in 1892 belast was met het afnemen der examens

1 vuiyeiis <ui. ou en u volgens artikels bl— b5 (Polytechnischeschool) der wet van 2 Mei 1863 deelt in haar verslag mede dat tot het afleggen dier examens zich hadden aangemeld: 3 candidaten voor het diploma van technoloog (B, art. 60); 16 voor dat van civiel-ingenieur (C, Art. 61); 1 voor dat van bouwkundig-ingenieur (C, Art. 62); 2 voor dat van scheepsbouwkundig-ingenieur (C, Art. 63) en 16 voordat van werktuigkundig-ingenieur (C, Art. 64). In het geheel dus 40 candidaten voor even zoovele diploma's.

Bovendien hadden zich nog aangemeld 20 jongelieden, allen leerlingen der Polytechnische school, die alleen bewijzen van bekwaamheid wenschten af te leggen in een gedeelte der vakken van het examen B art. 60. Ten gevolge van eene nieuwe regeling dezer examens, voorgesteld door den raad van bestuur der Polytechnische school en door den Minister goedgekeurd, en waarbij den candidaten voor het diploma van technoloog de gelegenheid werd aangeboden het examen daarvoor te doen in drie gedeelten, namelijk, het eerste gedeelte na éénjarige studie, het tweede gedeelte na tweejarige, en het laatste gedeelte, waarna het diploma wordt uitgereikt, na vierjarige studie aan de Polytechnische school, gaven zich namelijk 9 jongelieden op tot het doen van het examen 1ste gedeelte en 11 tot het doen van het examen 2de gedeelte.

Van deze candidaten trokken zich 5 terug, namelijk 2 voor het examen C, volgens art. 64, en 3 voor het 1ste gedeelte van het examen B, volgens art. 60.

Het examen is dus ten einde toe afgelegd door 38 candidaten voor even zoovele diploma's, namelijk 14 voor het diploma van werktuigkundig-ingenieur en overigens zooals boven is vermeld; verder 6 voor het 1ste gedeelte en 11 voor het 2de gedeelte van het examen B volgens art. 60.

Het eerste gedeelte der examens, omvattende het doen van natuuren scheikundige onderzoekingen en het maken van ontwerpen, be°-on op Woensdag 1 Juni en eindigde op Donderdag 9 Juni; het tweede gedeelte de schriftelijke en mondelinge examens duurde van Maandag 13 tot Woensdag 29 Juni.

De uitslag was, dat toegekend werden:

het diploma van technoloog aan 3 candidaten;

het diploma van civiel-ingenieur aan 9 candidaten;

het diploma van bouwkundig-ingenieur aan 1 candidaat;

het diploma van scheepsbouwkundig-ingenieur aan 1 candidaat;

het diploma van werktuigkundig-ingenieur aan 9 candidaten, en

het diploma van mijnen-ingenieur aan 2 candidaten.

In het geheel zijn dus 25 diploma's verleend aan even zoovele candidaten, terwijl 13 candidaten zijn afgewezen.

Voor het eerste gedeelte van het examen B, volgens art. 60, konden 4 van de 6 candidaten, en voor het tweede gedeelte alle 11 candidaten door de Commissie aanbevolen worden tot vrijstelling in de vakken, zooals boven is vermeld, wanneer zij zich later aan het tweede, res-