499

trische verlichting, daarbij in het bijzonder stilstaande bij de verschillende methodes van stroomverdeeling en van regeling der stroomspanning, een en ander toegelicht door tal van schematische voorstellingen en teekeningen van uitgevoerde installaties

Na de pauze deed de heer F. G. W aller, mede-directeui der Ned. Gist- en Spiritusfabriek mededeelingen over eene methode om het nuttig effect van stoomketels te controleeren. Spreker vertoonde daarbij een toestel waardoor de min of meer volledige verbranding der steenkolen met juistheid kan worden gecontroleerd en dat bij eenige meerdere volmaking, zoodat het den gang van het verbrandingsproces zelf registreerde eèn afdoend middel zou opleveren ter beoordeeling van de geschiktheid der stokers en ter vaststelling van de premien voor brand-

St°BeidSePaspnr!kers werden door de talrijk opgekomen leden warm toe-

gejDeC af tredende bestuursleden werden met groote meerderheid herkozen.

Na afloop der vergadering werd een bezoek gebracht aan de Nederl. Gist- en Spiritusfabriek.

Verontreiniging van rivieren en kanalen.

Het onderstaande adres, voorzien van 122 naamteekeningen, waaronder van vele zeer invloedrijke en deskundige personen, is aan de Tweede Kamer opgezonden.

Geven met verschuldigden eerbied te kennen de ondergeteekenden, allen Nederlanders, te Utrecht woonachtig:

1 Dat de toestand van vervuiling en besmetting van verreweg de meeste rivieren, kanalen, vaarten en grachten in ons land zulk een omvang heeft gekregen, dat hij zonder overdrijving kan worden beschouwd als eene voortdurende bedreiging van de algemeene volksge-

Z°2d Dat' het ontstaan en de bestendiging van dien toestand uitsluitend is toe tê schrijven aan het misbruik om die wateren te bezigen als uitloozings- en afvoerkanaal van faecaliën en andere onreine stoffen 3. Dat het meer dan tijd is, aan dat misbruik op afdoende wijze een

eiI4d6Dtaet "twniot geldt een plaatselijk, maar een algemeen belang en het' daarom niet de taak is van de gemeente- of van de geweste ijke besturen, doen van den rijkswetgever, om regelen te treffen, ten einde dat misbruik te doen ophouden.

Redenen, waarom de ondergeteekenden de ynjheid nemen zich tot u te wenden met het eerbiedig verzoek, het mihatief te nemen om bij de wet bepalingen in het leven te doen roepen, waarbij het werpen en u?t oozen van faecaliën en andere stoffen in onze rivieren, kanalen, vaarten en grachten (ook al zijn deze onder beheer der provincie, gemeenten of waterschappen) uitdrukkelijk wordt verboden, en aan de gemeentebesturen de verplichting opgelegd, binnen een zeker vast te stellen tijdsbestek maatregelen te nemen voor de verzameling en den afvoer van faecaliën, enz., zonder dat deze met de openbare wateien kunnen in aanraking komen en de algemeene volksgezondheid in gevaar brengen.

De Panamakanaal-Maatschappij.

Ino-evolo-e een overeenkomst met de liquidateuren der PanamakanaalMaatschappij, wordt door den heer Hiélard een beroep gedaan op het nnbliek ter vorming van eene nieuwe maatschappij. P Ter bevordeZg fan dit doel werd den 14er, Nov. jl. een bijeenkomst gehouden met de directeuren der Parijsche bladen, waarbij ook de heer Monchicourt, de gerechtelijke liquidateur der Panama-Maatschappij,

t%TWp°e°?1toonadSe zich niet weigerachtig maar verlangde nadere inlichtingen. De dagbladdirecteuren vroegen den heer Hielard die een geacht koopman in veeren en gemaakte bloemen is, wie hij achte. lich had op financieel gebied. Het antwoord was weinig bevredigend. Alle groote bankinstellingen, evenals de groote particuliere bank ersbnizen waren door den heer Monchicourt aangezocht de zaak in handen te nemen, maar alle hadden geweigerd Achter den heer Hiélard staat geen syndicaat, noch een machtig bankiershuis maai hij rekent op de medewerking der talrijke personen, die Panama aandeelen en obligatiën bezitten. Te recht achtte de pers dit met voldoende. Zij beloofde hem te zullen steunen zoodra hij voor eene «oliede flnancieele combinatie gezorgd zal hebben.

ïntusschen deelde de Minister van Justitie, de heer Ricard, m den Mini teSad van 15 Nov. jl. welke, als B^M^Jf^ van den heer Carnot vergaderde, mede, dat hij als hootd van net deïaiSen^

vervolging in te stellen tegen de heeren Ferdinand de LËSSE^;JLOr bitter van den raad van beheer, Charles de: Lesseps. Marius Fontane en Baron Cottü, leden van den ™° JeJ^o Gusvave Eiffel, een der aannemers, en wel, volgens de wet vanimu bij het hof van appèl, omdat Ferdinand de Lesseps het grootkruis heett vi het Legioen van Eer, en de beslissing.van de Kamer^van den 12en November jl, waarbij deze bepaling in de wet van 1810 is alge schaft nog niet door de Senaat is goedgekeurd.

Daar deg concessie van de Panamakanaal-Maatschapp.j zou verva len indien het werk niet voor den 28sten Februari a. s. hervat is heeft de Maatschappij aan de Regeering van Columbia nog een uitstel van een jaar gevraagd en verkregen.

PROVINCIALE STATHjJN. Wintervergadering. Drenthe.

De heeren J. Blom en O W. Snellebrand hadden een adres ingeonden waarbij zij te kennen gaven, dat zij afzien van verdere pogingen ot het tot stand brengen van het voorgenomen plan voor een stoomramweg Meppel—Balkbrug en zij dus van de verleende concessie en subidie geen gebruik wenschen te maken. Deze kennisgeving bevatte evens eene klacht over geringe medewerking bij deze zaak van het irovinciaal bestuur ondervonden.

In hunne mededeeling hiervan, protesteerden Ged. Staten tegen deze >ewering met verwijzing naar de geschiedenis dezer zaak.

Het voorstel van Ged. Staten om afwijzend te beschikken op een /erzoek van ingelanden van het waterschap Havelte, strekkende tot ipheffing van dat waterschap, vond algemeene instemming.

Voorts hadden twee ingelanden van dat waterschap verzocht, hunne jronden om daartoe aangevoerde redenen, aan dat waterschap te mttrekken. Zij vonden pleitbezorgers in de leden Borger en Brockroiz^n Hunne adviezen mochten echter niet baten, met een geringe meerderheid werd op voorstel van Ged. Staten besloten tot het nemen van eene afwijzende beschikking.

Belanghebbenden bij den aanleg van een straatweg RuBierwold— Havelte hadden het hoogste provinciaal subsidie ter bereiking van hun ioe.1 verzocht (volgens het provinciaal reglement 50 pCt.) Ged. Staten stelden voor een subsidie van 45 pCt. te verleenen, in afwijking waarvan de commissie van rapporteurs voorstelde 40 pCt. van de kosten van aanle^ toe te staan, in aanmerking nemende dat het groote provinciaal" belang min of meer twijfelachtig was. Na ampele beraadslagingen werd het- voorstel van de C. v. R. verworpen en 45 pCt. subsidie toegekend. ,. ...

Het belangrijkste besluit viel in zake de verbreeding en verdieping van het Mallegat, een gewichtig kanaal tot waterafvoer bij Meppel. De totstandbrenging van werken, noodig om dien waterafvoer doelmatig en blijvend te verbeteren, had de provincie reeds te voren op zich genomen- over het onderhoud dier werken, tegen vergoeding aan de gemeente' Meppel op te dragen, kon men het met deze niet eens worden waarom Ged. Staten hadden voorgesteld ook dat onderhoud voor rekening der provincie te nemen, welk voorstel na verwerping van een voorstel van mr. A. J. Tonckens, om den onderhoudslast aan de aangelanden te laten, werd aangenomen.

Groningen.

Aan het bestuur van het landbouw-congres dat in 1893 te Winschoten

gehouden zal worden, werd eene subsidie van f 500 verleend.

Voorts werden door Ged. Staten inlichtingen verstrekt omtrent den toestand en de bevaarbaarheid van het Winscnoterdiep tusschen het Zuidbroekster- en het Drentsche Verlaat en daarna de vergadering, welke voor het laatst door den tegenwoordigen Commissaris der Koningin den heer Van Panhuijs, gepresideerd werd, gesloten.

De 'heer Van Panhuijs verklaarde niet te kunnen en te willen verbloemen dat zijne verplaatsing naar Overijssel, niet geschiedt in strijd met zijn verlangen, maar door hem gewenscht is naar aanleiding van omstandigheden, voor hem, met het oog op de gezondheid en het levensgeluk van hem en zijn gezin, van groote beteekems, maar in geenerlei verband staande noch met zijnen werkkring, noch met zijne verhouding tot allen, tot wie hij hier in ambtelijke betrekking staat. , ,j

De heeren Nauta en Doornbosch betuigden het algemeen gevoeld leedwezen over het heengaan van den hee> Van Panhuijs; zij dankten hem voor hetgeen hij in zijne betrekking had verricht en bevalen de provincie in zijn aandenken aan.

BENOEMINGEN, VERPLAATSINGEN, ENZ.

De civiel-ingenieur F. C. H. M. Dubbelman is voor den tijd van vier maanden benoemd tot buitengewoon opzichter bij de werken van de Maas in Limburg.

Door den heer Van der Vegte^ is ontslag genomen als directeur der Gendringsche Stoomtramwegmaatschappij.

Door den heer S. Berghuis, leeraar in het handteekenen en boetseeren aan de burgeravondschool te Groningen, is eervol ontslag aangevraagd.

In Ned.-Indië.

Bij den Waterstaat en 'sLands B. O. W.

Ontslagen: op verzoek eervol uit zijne betrekking de opzichter 3e kl. J. J. Hubeek. , , •

Benoemd: tot hoofdingenieur le kl., de waarnemend hoofdingenieur 2e kl. J. Schalij; tot adspirant-ingemeur J. Homan van der Heide; en tot opzichter le kl. de ambtenaar op wachtgeld B. A. Hildebrand, laatstelijk die betrekking bekleed

^Aangewezen: als chef der le afdeeling, de hoofdingenieur 2e kl. A. Mijer.