DE INGENIEUR.

525

Orgaan

T Jaargang. DER 1892- ~J^2 50' VEREENIGING VAN BURGERLIJKE INGENIEURS. _^ ~

Priis uer Jaargang:

Franco per post.

Voor Nederland; / 8,—

Voor het Buitenland met vooruitbetaling ... - 10.50 Voor leden der Vereeniging van Burgerlijke Ingenieurs

worden bovenstaande prijzen met / 2.— verminderd. Men abonneert zich voor een jaargang. Over het bedrag der abonnementen in Nederland

wordt halfjaarlijks door de Administratie beschikt. Afzonderlijke nummers 20 cents. — Bewijsnummers

10 cents.

Verschijnt eiken Zaterdag.

Abonnementen, stukken en mededeelingen, boeken brochures, enz. te richten aan de Redactie: SundaBtraat No. 6, te 's-Gravenhage.

Advertentün uiterlijk Vrijdags 12 ure des voormiddags intezenden aan de Administratie van dit Blad, Pavelj oensgracht No. 19, te 's-Gravenhage.

's-Gravenhage, 10 December.

Prijs der Advertentien:

Per regel / °-25

Groote letters naar plaatsruimte.

Abonnementen volgens afzonderlijke overeenkomst.

Bij eene eerste plaatsing van annonces voor Aanbestedingen is de prijs per regel ƒ0.15; bij eene tweede en meerdere plaatsing van dezelfde annonce ƒ 0.10.

Bij abonnement op Advertentiën wordt het blad gratis toegezonden

Verantwoordelijk Redacteur: J. van Heurn, Civ.-Ing., 's-Gravenhage.

INHOUD.

Het afwateringskanaal van 's-Hertogenbosch naar Drongelen (geilt.). - Ons papier (vervol» van blz. 516), door a. H. Bebkhoux. - Aanbesteding van ijzerwerken, door v a v D — Staten-Generaal. - Aanteekeningen uit Technische Tijschriften : Le Génie Civil, Juni 1892 (vervolg van blz. 522), bewerkt door J. W Th. ™ Om. Lijst der wérken vanwege de Vereeniging van Burgerlijke Ingenieurs uitgegeven en voor het publiek beschikbaar gesteld. - Weerkundige waarnemingen. — Eivierbenchten - Binnen- en Buitenlandsche Berichten. — Benoemingen, verplaatsingen enz. Open Betrekkingen. - Lijst der stations voor de riviercorrespondentie gedurende den winter van 1892—1893.

Het afwateringskanaal van 's Hertogenbosch naar Drongelen.

verlangden de leden van de Tweede Kamer der Staten-

Generaal naar rust toen zij m ue uaimuuag-iin.niS van den SOsten November i.1. verschillende wetsvoor-

Lt^llor, dfhamprdpn?

Deze vraag rees bij ons op bij het vernemen dat ook het wetsontwerp tot onteigening ten behoeve van een uitwateringskanaal van 's Hertogenbosch naar Drongelen zonder discussie onder den hamer van den Voorzitter is doorgegaan. Anders is het ons onverklaarbaar dat dit wetsvoorstel voetstoots is aangenomen. Het geldt hier toch de niet geringe uitgave van 1.3 millioen voor een kanaal, dat in hoofdzaak de polders de Beneden-Dommel en de Beneden-Aa ten goede komt, maar dat den Staat jaarlijks behalve de rente van het te besteden kapitaal nog zeer veel aan onderhoud zal kosten. Maar afgescheiden van de flnancieele quaestie begrijpen wij niet waarom nu reeds een besluit tot aanleg van dat kanaal genomen is, daar er nog jaren over heen zullen gaan eer het in dienst kan worden gesteld, omdat, zooals wij nader zien zullen, er nog zeer belangrijke werken aan het kanaal moeten voorafgaan, waarvan de plannen nog niet eens zijn vastgesteld en waarvan de totstandkoming zeer veel tijd zal vorderen.

Zooals onzen lezers bekend is behoort het kanaal tot de werken van de wet van 26 Januari 1883, betreffende de verlegging van de uitmonding van de Maas, en wel tot de onder sub c. genoemde werken:

«c. de kanalen en andere uitwateringswerken, noodig voor »de afwatering van de landen gelegen langs de nieuwe rivier »en in het inundatie-gebied van de Bommel en Aa nabij 's HerDtogeriboscW ,

Uit de Memorie van Toelichting, behoorende by het ontwerp van o-enoemde wet, blijkt, dat het de bedoeling der toenmalige Regeering was een kanaal te graven van 's-Hertogenbosch naar Hedikhuizen, voor de afwatering van de Dommel met de Ley en de meeste' polders bewesten de Dieze, «ten einde dezen voornamen stoevoer van water onafhankelijk te maken van de scheepvaart»belangen van 's-Hertogenbosch met de Zuidwillemsvaart en de sDieze. De te verwachten lage ebbestanden te Hedikhuizen laten stoe het peil dezer afwatering zoo te regelen dat de verschillende «belangen daarbij vereenigd worden en ook de waterververschmg »van 's-Hertogenbosch geregeld kan geschieden."

Voor de afwatering van de Aa en de polders beoosten de Dieze, zou echter het kanaal niet rechtstreeks dienen, want zegt de Minister in de Memorie van Toelichting: «De Aa benevens de

«polders beoosten de Dieze, blijven dan op deze laatste rivier «loozen met de bewesten gelegen polders, die dit mochten blijven «verkiezen. De schutsluis te Grèvecoeur laat eene verlaging van »het Diezepeil tot 1.75 M. + A.P. toe, terwijl de te verwachten «verlaging van den waterstand der Maas te Grèvecoeur ten «gevolge moet hebben dat dit peil slechts in buitengewone «omstandigheden overschreden wordt."

Bij een nader onderzoek bleek echter, dat aan een kanaal van 's-Hertogenbosch naar Hedikhuizen ernstige bezwaren verbonden waren; dat bij hooge rivier des zomers het nadeel van te hooge standen en van daaruit voortvloeiende overstrooming tijdens den hooibouw te 's-Hertogenbosch niet zóó afdoende zou worden ontgaan, terwijl ook de winterstanden aldaar eene grootere hoogte zouden bereiken, waardoor een uitgebreider gebied aan overstrooming zou blijven onderworpen, dan bij een afwateringskanaal in de richting naar Drongelen het geval zou zijn.

Maar behalve dit principieel bezwaar kleven aan een kanaal naar Hedikhuizen nog vele andere bezwaren, die het niet wenschelijk maken deze richting aan te houden.

Zoo zou het waterschap «De Algemeene Omkading» (zie bijgaand kaartje) dat zich van de Dieze tot Hedikhuizen uitstrekt, niet ten volle kunnen deelen in de voordeelen der verlaagde Maasstanden, omdat het Hedikhuizensche Maasje, waarop het uitwatert en waarin ook het kanaal 's-Hertogenbosch-Hedikhuizen zoude uitmonden, door het toestroomende Dommel- en Aawater altijd eenigszins zal worden opgezet. Voorts zou door het kanaal het inundatiegebied bewesten 's-Hertogenbosch in twee deelen worden gesplitst, waardoor het zonder kostbare werken niet mogelijk zijn zal de bezuiden het kanaal gelegen polderlanden met Maaswater te irrigeeren, zooals sub d. van het eenig artikel der wet van 26 Jan. 1883 bedoelt, terwijl bovendien het kanaal met zijne daarlangs gevorderde hooge dijken dwars in den weg zou liggen voor den afvoer van inundatie-water bij doorbraken en nitsdien in die dijken hulpgaten zouden moeten gemaakt worden om het inundatie-water dwars over het kanaal af te voeren.

Naar aanleiding van deze bezwaren werd door de vorige regeering in 1888 eene commissie van onderzoek benoemd bestaande uit de heeren: G. van Diesen, A. M. K. W. baron van Ittersum, C. F. M. H. Schnebbelie, respectievelijk inspecteur en hoofdingenieurs van 's Rijks Waterstaat en F. G. Bake, hoofdingenieur van den Provincialen Waterstaat van Noord-Brabant. Deze commissie adviseerde voor den aanleg van een kanaal van 's-Hertogenbosch naar Drongelen volgens een door haar uitgewerkt plan, waarvan de raming van kosten aanzienlijk lager was dan die van het tegenwoordige plan. Overeenkomstig de bedoeling der wet van Januari 1883 was dit kanaal berekend voor een afvoer gelijkstaande met den maximum afvoer van Dommel met Leij. Dit plan der commissie schijnt echter lateidoor de betrokken ingenieurs gewjijzigd te zijn tot het thans door de Tweede Kamer aangenomen plan, dat berekend is op een afvoervermogen bij hooge waterstanden gelijkstaande met den maximum afvoer van Dommel met Leij en Aa te zamen, d. i. 80 M3 per seconde.

De oorspronkelijke bestemming van het kanaal is dus belang-

1)8 vereenigine m Bnrêerüifce Ingenieurs stelt zien in eeenen deele verantwoordelijk voor de dentteelden in de onderscneidene ïiidragen ontwitteld ol toegelicnt.