541

§ 4.

De met de voorgeschreven watermerken voorziene normaalpapiersoorten mogen wat breeklengte en rekbaarheid aangaat op zijn hoogst 10 procent naar boven en naar beneden afwijken van de in tabel III vermelde. Alle andere eigenschappen moeten overeenstemmen met de voorgeschrevene.

§ 5.

Den fabrikant staat het vrij om het papier, wanneer het waterwerk niet de eigenschappen van het papier met juistheid aanwijst, door latere stempeling (droge stempeling) van elk vel dit in eene lagere bestemmingsklasse, waarvoor zijne eigenschappen voldoende zijn, te brengen.

Ook de leverancier heeft het recht zulks te doen.

§ 6.

Om vast te stellen of het geleverde papier de eigenschappen bezit, overeenstemmende met "die, welke door het watermerk worden aangegeven, moeten monsters ter onderzoeking aan het proefstation worden opgezonden.

Het onderzoek betreft het voldoen aan de in § 1, tabel I en II vermelde eigenschappen tegen eene renumeratie van 20 Mark voor elke papiersoort.

Bij leveringen beneden de 300 Mark kan van een onderzoek worden afgezien.

Bij leveringen van hooger bedrag is minstens een der geleverde papiersoorten jaarlijks ter onderzoeking op te zenden.

Loopt het onderzoek gunstig af, zoo betaalt de inzender, in het tegenovergesteld geval betaalt de leverancier de kosten van het onderzoek.

§ 7.

De monsters worden door den inzender uit verschillende pakken der leverantie (in het geheel op zijn minst 10 yellen) genomen en voor het onderzoek opgezonden aan het Koninklijk mechanisch-technisch proefstation te Charlottenburg.

Die monsters moeten onbeschreven en zonder uiterlijke gebreken zijn; ze mogen niet opgerold en slechts in zoo verre opgevouwen worden, dat er minstens vlakken van 21 X ongeschonden blijven.

Om beschadiging bij het transport per post te voorkomen is het gewenscht voor de verpakking stijve kartonnen bladen te gebruiken.

Voor het onderzoek van te bedrukken papieren moeten de monsters genomen worden voordat het papier naar de drukkerij gaat.

§ 8.

De door het proefstation af te geven certificaten over het ambtelijk onderzoek bevatten in de eerste plaats de mededeeling : of het papier de door het watermerk (eventueel door het lateiaangebrachte droogstempelmerk) aangegeven eigenschappen in voldoende mate bezit.

In de 2de plaats worden bovendien de resultaten van het detailonderzoek op de tot nog toe gebruikelijke wijze medegedeeld.

§9-

Blijkt bij het ambtelijk onderzoek, dat het watermerk niet overeenstemt met de eigenschappen van het papier, zoo heeft de inzender het recht de geheele leverantie af te wijzen. Papieren, die door een droogstempel in eene lagere klasse zijn gerangschikt, mogen slechts voor die lagere klasse worden aangenomen.

Blijkt het bij het ambtelijk onderzoek, dat de voorschriften slechts even vervuld worden of dat geringe afwijkingen naar beneden voorhanden zijn, zoo mag het proefstation, op het verzoek van de door het watermerk vermelde firma, deze het resultaat van het onderzoek mededeelen.

§ 10.

Ter verklaring van het onderzoek en van de in de voorafgaande tabellen gebruikte technische uitdrukkingen is het volgende op te merken:

De duurzaamheid en qualiteit van eene papiersoort hangen in hoofdzaak af van hare samenstelling en stevigheidseigenschappen.

De samenstelling wordt geconstateerd met behulp van een microscoop. De ervaring leert tot nog toe, dat lompen het duurzaamste materiaal geven, terwijl houtslijp het minst duurzaamste papier oplevert. Door het microscopisch onderzoek kan tevens ten naastebij de verhouding der verschillende vezelstoffen, wat massa aangaat, worden vastgesteld.

Het gehalte aan asch geeft die papierbestanddeelen aan, die bij verbranden en daarop volgend gloeien als onverbrandbaar

achterblijven; het bedraagt bij papier, dat geen minerale vulstoffen is toegevoegd, op zijn hoogst 3 procent.

De minerale vulstoffen dienen om het papier een beter aanzien en gevoel te geven, het geschikter voor den druk en het goedkooper of zwaarder te maken. De toegestane grenzen zijn in de voorschriften opgegeven.

Het schrijfpapier moet lijmvast zijn, opdat het goed beschreven kan worden en de inkt niet doorslaat.

Tot de stevigheidseigenschappen rekent men stevigheid tegen scheuren, rekbaarheid en tegenstand tegen verfrommelen en wrijven.

De dan volgende verklaringen zijn hier te voren reeds teruggegeven en kunnen daarom hier verzwegen worden.

§ 11-

De ambtelijke colleges zijn verplicht, de door tabel III deivoorschriften aangegeven grenswaarden der stof- en stevigheidsklassen bij de aanbestedingen tot grondslag te nemen.

In de papierleverantie-contracten is de clausule op te nemen, dat de leverancier zich onderwerpt aan alle in de voorschriften hem opgelegde verplichtingen.

De voorschriften zijn aan alle contracten vast te hechten en worden voor dat doel afdrukken door het Koninklijk mechanischtechnisch proefstation te Charlottenburg op aanvrage verstrekt.

Berlijn, den 17den November 1891.

Het Koninklijk Staats-Ministerie.

Met deze voorschriften als basis, is het duidelijk, dat de ambtelijke archieven geleidelijk gevuld worden met deugdzame papieren.

Een verdere stap wordt nu nog overwogen en wel wil men voorschrijven, dat het publiek in schrifturen aan beambten eveneens van de met watermerk voorziene normaalpapieren zal moeten gebruik maken.

Een groot voordeel is het,. dat de ambtenaren hun dienstpapier geleverd krijgen en zulks niet zelf in te koopen hebben.

Hoe het gebruik in dat opzicht in Nederland is, weet ik niet maar op de usance in Nederlandsch-Indië verdient hier nader de aandacht te worden gevestigd.

Met uitzondering der ambtelijke colleges ontvangen in Ned.Indië de meeste ambtenaren, die er een bureau op nahouden, eene zekere jaarlijksche tegemoetkoming voor schrijfbehoeften. Wordt deze som overschreden, dan hebben zij het meerdere uit eigen zak bij te passen. Verantwoording van de wijze hoe zij de hun toegestane schrijffondsen hebben besteed, wordt niet verlangd. Over het te gebruiken papier bestaan geene bepalingen of wordt daaraan althans niet de hand gehouden.

Dewijl in den regel de tegemoetkoming voor schrijfbehoeften zeer spaarzaam is toegemeten (vele ambtenaren ontvangen, ondanks ze verplicht zijn eene uitvoerige briefwisseling te onderhouden, in het geheel niets) wordt men meer of min gedwongen het benoodigde schrijfpapier tegen den laagst mogelijken prijs in te koopen.

Welke slechte papiersoorten daardoor dikwijls gebruikt worden, is na al de voorafgaande uiteenzettingen, duidelijk!

Om in een jaar eenige guldens uit te sparen, worden groote belangen dikwijls geschaad.

Stuitend is zulks dikwijls voor het publiek, dat b. v. bij extracten uit de registers van den burgerlijken stand, daarvoor behoorlijk in den vorm van zegel en leges betaalt en gaarne bereid zal zijn 1 a 2 cent meer te geven, wanneer het alsdan de zekerheid verkrijgt, dat bet gebruikte papier deugdelijk is.

Ik onderzocht het inlegvel (J) uit een extract van den burgerlijken stand in Ned.-Indi'ê, opgemaakt in het jaar 1881. Hoewel dat stuk behoorlijk was bewaard, was het inlegvel thans reeds erg geschonden. Dit was niet te verwonderen, daar het slechts voor 5 procent uit lompen was samengesteld en voor 55 respectievelijk 40 procent uit cellulose en stroo bestond. Bij verbranding bleek het papier geducht met vulstoffen te zijn verzwaard, daar er 20 procent asch overbleef. De breeklengte was 1170 Meter en de uitzetting 2,3 procent. Het zou dus in Pruisen volgens de nieuwe voorschriften tot de laagste stof- en stevigheidsklasse behoor en en dus niet eens voor enveloppen mogen worden gebruikt!

Verspreid als onze bezittingen in Ned.-Indië liggen, kan bezwaarlijk van Regeeringswege het benoodigde papier aan de verschillende ambtenaren worden verstrekt, maar m. i. zou het wenschelijk zijn, dat voorgeschreven werd, dat althans voor alle belangrijke stukken alleen mocht gebruik gemaakt worden van papier met bepaalde watermerken, waaruit direct de qualiteit is