55E JAARGANG JANUARI 1940

MARINEBLAD

MAANDBLAD VAN DE MARINE VEREENIGING

Q)& miïnmue&gdimAt in dm milog 191ty~1918

DOOR P. WENTHOLT, Luitenant ter zee der le klasse

,e ontwikkeling van de mijn en het gebruik ervan in den zee¬

loorlog hebben geleid tot maatregelen en middelen voor de bestrijding. De eerste afweermiddelen waren gericht op

bescherming rioor de schepen zelf. In den Amerikaanschen burgeroorlog bijvoorbeeld, werden proeven genomen met een vat met samengeperste lucht, dat onder water vóór aan het schip werd gevoerd. Deze beveiligingsmiddelen waren in de eerste plaats gericht tegen de in dien oorlog nog veelvuldig voorkomende drijvende mijnen. Verankerde mijnen, raam- en paalmijnen (mijnen geplaatst op een in het zeegat onder water vastgezette paal of raam), werden afgerukt door middel van lijnen, welke tusschen twee vaartuigen werden gesleept.

Door de geringe waarde, welke in het algemeen aan de werking van de mijn als wapen in den oorlog werd toegemeten, bleven de afweermiddelen voorloopig nog primitief. Een deugdelijke organisatie, die zich met dit vraagstuk bezig hield, was nergens ingesteld. Eerst onder den indruk van de gebeurtenissen in den RussischJapanschen oorlog kwam hierin verandering.

Het juiste inzicht in het gebruik van de mijn is echter pas ontwikkeld in den oorlog van 1914—1918. Vooral aan Engelsche zijde heeft het zeer lang geduurd, voordat men het nut hiervan voldoende inzag. Toen bijvoorbeeld Lord Fisher kort voor den oorlog gelden op de begrooting bracht voor 4000 mijnen, werd hem dit als een ,.waste of money" verweten. In Augustus 1914 was in Engeland nog nergens in een behoorlijke mijnbeveiliging van bases en havens voorzien. Rekenende op de suprematie ter zee, achtte men mijnacties nabij de Britsche kusten voor zeer onwaarschijnlijk. Ook heeft

Commissie van Redactie: J.W. G.VAN HENGEL, VOORZITTER; A. H. I. KRAMERS, SECR.; J. N. SLUIJTER; J. K. MULLER; L. A. H. ROMBEEK EN G.VAN DER TAK

1