Marineblad

den MarineStaf en de intendanten der zeemacht bestond dus niet, aangezien hij ook niet behoorde tot den Marine-Staf.

Mitsdien bleef deze autoriteit onkundig van hetgeen bij den Marine-Staf en in de Maritieme Commandementen omging ten aanzien van de uitvoering van de mobilisatievoorschriften, ook voor wat betreft de opstelling van de vloot (zie Hoofdstuk II), waarmede verschillende intendancevoorschriften verband hielden. Ook was hem onbekend of tot geleidelijke dan wel tot dadelijke indienststelling van het defensiemateriaal besloten werd, öf en op welke plaatsen voor diensten aan den wal ten behoeve van de zeemacht of van de landmacht marinepersoneel aangewezen werd voor de bezetting van de militaire kustwachtposten en voor de vorming van marine-detachementen in de N. H. Waterlinie en in de Stelling van het Hollandsch Diep en Volkerak.

Hem op de hoogte te houden ware echter gewenscht geweest om te kunnen beoordeelen, of de toestand inderdaad de onmiddellijke uitvoering van alle in de Regeling Intendancedienst voor oorlogstijd aangegeven maatregelen vereischte alsmede ter zake overleg te plegen met den Chef van den Marine-Staf. Dit wordt des te klemmender, indien bedacht wordt, dat deze maatregelen voor het meerendeel van zeer ingrijpenden aard waren, zijnde zij gericht op een vrijwel geheel zelfstandige werking van den intendancedienst in de marinecommandementen 5).

Het spreekt vanzelf, dat de mogelijkheid en wenschelijkheid van een event. opschorting daarvan — in het belang van de noodige eenheid — beter beoordeeld konden worden door den Marine-Staf voor het gehéél der zeemacht dan door de stellingcommandanten afzonderlijk.

Het ligt verder voor de hand, dat de werkzaamheden van den Marine-Staf, wat de maatregelen der defensie betreft, reeds aanstonds zoo veelomvattend waren, dat deze afdeeling, niet beschikkende over een speciaal met intendance-aangelegenheden belasten officier, zich niet in de details van dit dienstvak kon verdiepen. De moeilijkheden hiervan bleven dan ook niet uit.

Reeds in de eerste mobilisatiedagen rezen bij de afdeeling soldijen, voeding enz. van het Departement van Marine bezwaren bij de behandeling van loopende zaken, als gevolg van de plotselinge verbreking van het verband tusschen het Dep. van Marine en de marinecommandanten voor wat betreft den administratieven dienst en den dienst der magazijnen van kleeding en levensmiddelen. Tevens bleek

5) De Regeling Intendancedienst stond toe de uitvoering van diverse maatregelen op te schorten, ter voorkoming van onnoodige afwijking van de gewone regelen.

82