De levensmiddelenvoorziening, enz.

uit 'besprekingen van den chef der afdeeling comptabiliteit en den chef voor het bureau voor de administratieve zaken der afd. materieel met den hoofdinspecteur van administratie, dat bij v.n.. afdeeling en dat bureau de uitvoering van intendance-voorschriften, verband houdende met de regeling van den geldmiddelendienst in de marinecommandementen moeilijkheden opleverde. Deze moeilijkheden sproten voor een deel hieruit voort, dat de bedoelde voorschriften aan de daarbij betrokken ambtenaren niet voldoende bekend waren.

Uit de van verschillende zijden geopperde bezwaren vestigde zich de overtuiging, dat:

le. zoolang het Dep. van Marine bleef functionneeren, het uit een oogpunt van behoorlijk algemeen beheer en ter voorkoming van verwarring noodzakelijk was, aldaar voort te kunnen gaan met de behandeling, — zooveel mogelijk op de gewone wijze, — van de onderwerpen in de ,,R.I." vermeld, door de daarbij betrokken afdeelingen in onderling overleg en samenwerking;

2e. ten aanzien van die onderwerpen, welke als gevolg van de buitengewone omstandigheden, niet volgens de gewone regelen, maar overeenkomstig de bijzondere voorschriften der ,,R.I." behandeld moesten worden, de leiding behoorde te berusten bij één persoon, bekend met die voorschriften en met de maatregelen inzake de defensie en den dienst in het algemeen in de marine-commandementen, die op de uitvoering van die voorschriften van invloed konden zijn;

3e. dat die leiding niet kon berusten bij den „algemeen intendant" te Amsterdam, die immers bij het algemeen beheer der zeemacht niet betrokken was en ook in andere aangelegenheden dan de aanvulling van voorraden kleeding en levensmiddelen niet voldoende op de hoogte kon zijn van den gang van zaken in de maritieme stellingen, maar dat daarvoor in aanmerking moest komen een autoriteit, verbonden zoowel aan het opperbevel (incl. Marine-Staf) als aan het Dep. van Marine.

Ter toelichting zijn in bijl. no. 4 nog eenige punten nader uitgewerkt.

Verder kwamen in het begin der mobilisatie aan het Departement allerlei vragen in omtrent intendance- en administratieve aangelegenheden.

Deze aangelegenheden vereischten een spoedige beslissing en daar in vele aangelegenheden nadere inlichtingen noodig waren in verband met plaatselijke toestanden en omstandigheden, werd de Hoofdinspecteur van administratie persoonlijk naar de verschillende commandementen gecommitteerd tot het houden van besprekingen. Aan

83