Marineblad

LT zult het mij ten goede houden, dat ik hier niet precies uitwerk, waar deze punten liggen. Om echter een tip van den sluier te lichten, zij hier medegedeeld, dat de belangrijkste strategische grondstoffen, welke Indië voortbrengt, zijn:

aardolie, tin,

bauxiet, rubber.

Alleen reeds de aardolie is verspreid over:

Sumatra, Java, Borneo, Ceram en Nieuw-Guinea.

II voelt het, de punten, welke zich zouden kunnen leenen voor agressie, zijn zeer talrijk. Nu moeten wij goed bedenken, dat het initiatief aan de zijde van den aanvaller is. Voert deze de agressie verrassend uit, dan weten wij niet, waar de klap zal vallen. Zouden wij ons dus tegen de agressie met behulp van troepen en locale marinestrijdkrachten willen beschermen, dan zouden wij ons gereed moeten maken om ons op alle punten te weer te stellen, dus wij zouden overal even zwak zijn.

Ook vliegtuigen zullen veelal niet dat succes hebben, dat men er zich wel van voorstelt. Ik stel slechts een paar vragen ter overdenking. Wat komt er van de vliegtuigactie terecht bij nachtlandingen, bij een afleidende actie van den vijand, of als hij onze vliegvelden (tijdelijk) onbruikbaar maakt? Ook hier zal dus de territoriale verdediging falen, welke in wezen een cordon-opstelling is, waardoor men overal zwak is.

Er is echter een veel krachtiger en meer-aangewezen afweermiddel en dat is de vloot.

In de eerste plaats werkt zij preventief, wanneer de vijand onze zeestrijdkrachten in verband met de eenheden, welke hij kan afzenden, zoo sterk inschat, dat hij de „gamble" niet waagt. Ten tweede werkt zij retorsief door 's vijands verbindingen aan te vallen. Daar duikt het weer op, het woord verbindingen. Deze ontstaan na iedere agressie, immers het bezette land moet gevoed worden in den meest uitgebreiden zin, of wel men wil er profijt van trekken door de zoo gewaardeerde grondstoffen af te voeren. Dit kan alleen ter zee, dit schept op ieder transport even zoovele aanvalskansen. Voeren wij de aanvallen succesvol uit, dan kan hiervan zelfs het gevolg zijn, dat de vijand de agressie moet opgeven.

Maar M. H., dit zijn niet de eenige verbindingen, welke de vijand heeft. Het is uiteraard een zeemogendheid, dus eveneens uiterst kwetsbaar voor aantasting van eigen handelsverbindingen. Ook deze dient hij dus te beschermen.

Talrijk zijn de aanvalspunten, welke hij ons biedt. Dit schept bepaalde kansen met de vloot, die wij nu hebben, maar met een vloot met

376