De imperiale taak der Kon. Mar. en het vraagstuk der vlootversterking

hoofdbasis van de vloot zou worden gevestigd. Wederom bleek de dislocatie der vloot andere eischen te stellen en wel tengevolge van de Bali-, Lombok- en andere militaire expedities, welke, steunend op de Zeemacht, ons gezag over den geheelen archipel bevestigden. Juist in de jaren 1893/94 kreeg het M.E. te Soerabaja deswege zeer veel werk en moest wel uitbreiden om aan de directe behoeften der vloot te voldoen. „Onrust" stierf een vrijwel natuurlijken dood na de pacificatie van Atjeh.

Zoowel in de vlootcommissie 1912 als in die van 1920 kwam verplaatsing naar Priok wederom ter sprake en beide malen onderging juist de basisoutillage te Soerabaja uitbreidingen, omdat men nu eenmaal de bestaande basis moest aanpassen aan de schepen, die reeds hun voltooiing naderden. Beide malen kwamen dan ook de uiteindelijke voorstellen neer op een gedeeltelijke doublure van de vlootbasis Soerabaja te Tg. Priok. Ook thans breidt het M.E. zich immers uit ten behoeve van de reeds op stapel staande schepen.

Het was dan ook vooral de basisdefensie, welke onder de voortdurende wisselende basisplannen ernstig leed.

Zoo zagen we ook in de afgeloopen 20 jaren de vloot bij neutraliteitshandhaving en -bedreigingen nu eens in den West-, dan weer in Midden- of Oost-Archipel, steunend op Soerabaja als centraal gelegen reparatiebasis en op veelal mobiele tijdelijke steunpunten door den geheelen archipel verspreid. Zij leverde daarbij de klaarste bewijzen, dat men niet in algemeenen zin kan zeggen: Soerabaja ligt „maritiem strategisch" gunstiger dan Priok; doch ook niet omgekeerd. De al dan niet gunstige ligging van een bepaalde basis of maritieme positie is geheel afhankelijk van de eigen vlootactie, waarin de vijand of de momenteele politieke toestand uiteraard een belangrijk woordje meespreekt.

Naast deze beschouwing der operatieve functie mogen wij niet uit het oog verliezen, dat onze hoofdbasis tevens reparatiebasis is en als zoodanig de eischen van veiligheid en hulpbronnen sterk aan beteekenis winnen. Ik wil hierbij direct opmerken, dat, zooals ook onze eigen practijk aantoonde, operatieve- en instandhoudingsfunctie niet in elk opzicht vereenigd behoeven te worden in dezelfde basis. Men vergelijke slechts de typische operatiebasis Scapa Flow en de reparatiebasis Portsmouth. In overzeesche bases combineert ook Engeland deze beide functies echter wel; zie Malta-Hongkong-Singapore.

Resteert een meer locale vergelijking der beide maritieme posities Soerabaja en Tg. Priok.

le. De veiligheid der maritieme positie op zich zelf beschouwd. 2e. De hulpbronnen.

391