Marineblad

Wat de veiligheid betreft, vraag ik U, waar ter wereld zal men een open haven aan zee zooals Tg. Priok is, uit een oogpunt van tactische veiligheid gunstiger oordeelen, dan een door een eiland van nature geheel beschermde reede zooals Soerabaja rijk is. Men zegt: de toegangen tot Soerabaja zijn te smal, te ondiep en te lang. Smalle, lange en dikwijls van nature ondiepe toegangen zijn de normale prijs, dien men overal ter wereld gaarne betaalt terwille van grooter veiligheid in de basis-zelf. Men vergelijke daartoe slechts Singapore, waar men de basis niet aan de open kust aan de Zuidzijde van het eiland, doch aan de lange smalle, op vele plaatsen van nature ondiepe Johore Street benoorden de stad projecteerde. Een vergelijking met andere primaire maritieme posities en vlootbases van groote zeemogendheden toont aan, dat de toegangen van Soerabaja geenszins ongunstig daarbij afsteken. Ik noem slechts Portsmouth, Colon, Wilhelmshaven, Brest, Pearl Harbour, San Diego, Norfolk als voorbeelden van havens met toegangen, waarin de gebaggerde geulen veelal smaller zijn dan te Soerabaja.

Resteert de diepte in de vaarwaters. Van oudsher baseerde men dit argument op den bestaanden toestand en vergat daarbij om te beginnen, één belangrijk punt. Soerabaja is toch niet alleen de eenige vlootbasis, doch tevens de eerste handelshaven van N.-I. Wat zou er van onze voornaamste zeehavens van Rotterdam en Amsterdam, doch ook van Soerabaja en Batavia terecht zijn gekomen, wanneer de Nederlanders der 19e eeuw zich rustig hadden neergelegd bij den bestaanden toestand der toegangen tot die havens?

De feiten toonen ook hier gelukkig een ander beeld dan de pessimisten ons ook thans weer met vette letters willen voortooveren.

In de jaren tusschen 1908 en 1940, toen het pessimisme t.a.v. Soerabaja als oorlogshaven telkens hoogtij vierde, groeide de zeehaven van Soerabaja gestadig, bouwde men in goed vertrouwen op 's menschen kunnen de Perak Haven en nam de toegelaten diepgang voor zeeschepen toe van 52 tot 82 decimeter.

M. H., het eenige wat bij een nader onderzoek van dit „Jan Salieargument" tegen Soerabaja overblijft, is een aanklacht, dat althans het Wester-Vaarwater niet reeds lang op grooter diepte werd gebracht.

De diepte van 95 dm beneden LLW., die thans voor de slagkruisers wordt gevraagd, komt compleet overeen met de wenschen, die de handelsvaart reeds 20 jaar lang koesterde en dikwijls vergeefs bepleitte. In al die jaren twijfelde geen enkele waterbouwkundige aan de mogelijkheid om het Wester-Vaarwater op elke gewenschte diepte te brengen en te houden, terwijl de feiten bewijzen, dat ook t.a.v. het Ooster-Vaarwater optimisme gewettigd is, en daarmede stijgen de operatieve mogelijkheden van Soerabaja aanzienlijk.

392