Marineblad

degelijken arbeid door dit vijftal officieren geleverd werd, komt tot andere gedachten. Waar het meerendeel der gestelde problemen juist de algemeene intergealliëerde oorlogvoering ter zee betrof, had men niet voldoende aan den vollen steun van Admiraal Sims, waaraan het hen zeker niet ontbrak. Herhaaldelijk stuitte men op inerties van en wrijvingen met de Admiraliteit, welker medewerking veelal onontbeerlijk was. Hoewel na de reorganisatie door Admiraal Wemyss als First Sea Lord, aan de „Plans division" der Admiraliteit, de theoretische functie van den Marinestaf was opgedragen, terwijl de uitwerking der strategische concepties tot de taak van de operatie-afdeeling behoorde, bleven Chef Staf en Sous-Chef bij hun gewoonte, zelf de problemen uit te werken of dit alleen aan de operatie-afdeeling op te dragen. Deze waren echter zoozeer met administratief werk overkropt, dat zij moeilijk origineel en degelijk werk kon leveren. Door het typisch-Engelsche conservatisme en door het feit, dat de „director of Plans" niet hoog genoeg in rang was (behoudens het moment dat Admiral Keyes de leiding had), werden de oplossingen der Engelsche „Plan-division" veelal, al of niet voorzien van sarcastische opmerkingen, opgeborgen. De Engelsche plannenmakers zochten als tegenmaatregel juist vérgaande samenwerking met de Amerikanen, omdat, dank zij den ruggesteun van Admiraal Sims, de Amerikaansche plannen wel behoorlijk werden bezien en naar hun verdienste behandeld.

Het groote belang van een Plannen-sectie ontging niet aan het „Navy Department", waar een dergelijke afdeeling eveneens werd ingesteld, nadat betreffende de organisatie der Londensche sectie advies was ingewonnen. Wij vinden dit advies in Memorandum No. 45 54). De voorgestelde organisatie en de overwegingen zijn vooral ook interessant, omdat zij uitdrukkelijk niet alleen geschikt moesten zijn voor den toenmaligen oorlogstoestand, doch bestemd waren, ook na den oorlog te blijven bestaan.

Het probleem werd eveneens aan de Engelsche zuster-organisaties gesteld. In het memorandum van dit lichaam vinden wij in duidelijke termen, waar het feitelijk bij deze instelling op aankomt. „Persons immersed in the current business of any office are unable to look ahead sufficiently to form a comprehensive view in which the end is clearly seen, and to frame a broad policy. The result of this, in war, is that strategy tends to become localized and to take a defensive form. Wij kunnen deze woorden slechts onderschrijven en er nog aan toevoegen, dat deze localiseerende en defensieve tendenz evenzeer merkbaar is in vredestijd. Moeilijk valt te ontkennen, dat de druk der dagelijksche zorgen en routine-bezigheden ook onzen Marine-

53) Naval Planning Section, blz. 311 e.v.

772