Op zoek naar Suriname''s Zuidgrens

Europeesche expeditieleden toe te passen, aangezien de kans op malaria-infectie langs de onbewoonde Corantijn vrij gering was te achten, vooral wanneer geen gebruik werd gemaakt van oude of bestaande kampplaatsen van de Engelsche grensexpeditie. Bovendien zou een algemeene toepassing van de kinine-prophylaxis bij de op de eerste expeditie toch al lastige arbeiders waarschijnlijk op een fiasco zijn uitgeloopen. Nu zagen zij, dat wij dagelijks deze twee pilletjes slikten en na eenigen tijd waren er enkelen, die wenschten mee te doen, wat hun natuurlijk werd toegestaan. Bij de Surinamers moet men vooral niet met dwangmaatregelen aankomen. De afschaffing van de slavernij is een feit van nog te jongen datum en iedere dwang wordt gezien als beknotting van de persoonlijke vrijheid en dus als slavernij. De arbeiders zagen, dat wij er wel bij voeren en tijdens de eerste expeditie had alleen Meuldijk eenigen last van malaria, die echter niet zeer kwaadaardig was (mogelijk door het geregeld kininegebruik?) en goed voor therapie toegankelijk. Op de tweede- en derde expeditie hadden wij geen moeite om bij alle expeditieleden de kinineplasmochin-prophylaxis toe te passen, toen wij langs de zwaar met tropica geïnfecteerde Boschnegerdorpen aan de Marowijne, Tapanahoni en Lawa moesten trekken.

Na de eerste expeditie, toen wij enkele dagen terug waren in Paramaribo, kregen admiraal Kayser en Van Straelen beiden malaria met vrij heftige koortsaanvallen. Bij reconstructie van de feiten bleek dit goed verklaarbaar, daar het net 12 dagen geleden was, dat wij onder aan de Wonotobo vallen onze oude kampplaats hadden betrokken, die niet ver van het Engelsche voedseldepot lag aan den overkant van de rivier. De Engelschen hadden verscheidene malariapatiënten in den loop der expeditie naar dit kamp ter verpleging geëvacueerd en de hier aanwezige anophelesmuskieten konden geïnfecteerd worden door het bloed op te zuigen van deze patiënten en nu op hun beurt weer slachtoffers maken onder degenen, die ze konden steken. Admiraal Kayser en Van Straelen staakten, tegen het voorschrift, het kininegebruik te vroeg en kregen prompt na het verstrijken van de incubatieperiode koorts.

Na deze ervaring waren wij allen wat voorzichtiger en beëindigden onze kinine-prophylaxe na de volgende expedities, bij terugkomst in Paramaribo, met een kinine- of een Atebrinkuur gecombineerd met piasmochin, die groot genoeg was voor een werkelijken malariaaanval, en het resultaat hiervan was zeer goed.

Alles bijeen hadden wij op de drie expedities weinig last van malaria. Er waren af en toe eenige patiënten, die lichte aanvallen kregen (waaronder ik zelf tweemaal, ondanks nauwgezette prophylaxis!), maar die waren binnen vier dagen genezen, terwijl de voortgang van de expeditie er nooit ook maar in de minste mate door werd belemmerd.

Het aantal muskieten in het bosch viel ons erg mee. Wij hadden er minder last van dan in Paramaribo, 's Avonds zaten we rustig onder den blooten hemel naast onze tent (als het tenminste niet regende!)

895