Marineblad

vlak aldaar veel minder groote temperatuurveranderingen ondergaat.

Scheepsstations geven, indien hun observatietechniek voldoende betrouwbaar is, goede representatieve waarnemingen. De dagelijksche practijk van het weerkaart-analyseeren heeft ons geleerd, dat de temperatuur aan boord minder representatief is, dan de meteoroloog zou wenschen. Het schip is dikwijls een heet eiland midden in een hoeveelheid koudere lucht en vandaar, dat de bepaalde temperaturen nogal eens te hoog en nimmer te laag blijken te zijn. Dit is des te meer te betreuren, omdat het zoo belangrijk gegeven „verschil lucht- en watertemperatuur" hierdoor eveneens onbetrouwbaar wordt.

§ 11. Conservatisme bij horizontale bewegingen.

Ten einde na te gaan of er werkelijk conservatieve grootheden bestaan, moet men eerst een denkbeeld hebben van de belangrijkste factoren, die op de eigenschappen der lucht invloed uitoefenen.

Voor lucht nabij het aardoppervlak zijn dit:

a. de zonnestraling en de nachtelijke uitstraling;

b. condensatie (bijv. van dauw) of verdamping (bijv. bij passage van regen door de lucht).

De zonnestraling en de nachtelijke uitstraling beïnvloeden zeer sterk de temperatuur en de relatieve vochtigheid. Echter ondergaat het dauwpunt (dit is de temperatuur waarbij condensatie optreedt, wanneer men de lucht afkoelt) in den loop van den dag veel minder sterke veranderingen. Het dauwpunt wordt immers bepaald door den dampdruk, die zich in lucht, welke vrij haar volume kan veranderen, niet wijzigt bij temperatuurdaling of -stijging. Het dauwpunt is dus een veel betere conservatieve grootheid; het wordt op sommige meteorologische instituten reeds in de weerkaarten ingeschreven en er bestaat een sterke neiging het in de weertelegrammen op te nemen.

Een andere grootheid, die vrijwel niet wordt beïnvloed door zonnestraling en nachtelijke uitstraling is de specifieke vochtigheid (dit is het aantal grammen waterdamp per kg lucht). Deze grootheid is conservatief omdat een bepaalde gewichtshoeveelheid lucht altijd dezelfde hoeveelheid waterdamp zal blijven bevatten, welke bewegingen zij ook doorloopt. Het conservatisme van de specifieke vochtigheid wordt echter uitsluitend voor de hoogere luchtlagen gebruikt.

Het zal zonder meer duidelijk zijn, dat dauwpunt en specifieke vochtigheid wel kleine veranderingen ondergaan, wanneer overdag wat water uit den aardbodem verdampt of wanneer zich des nachts eenige dauwvorming voordoet. Groote veranderingen treden echter op, als regen door niet

902