655

IJSBERICHTEN

Drijfijs over een grooter of kleiner gedeelte der rivierbreedte. December 1899.

Waarnemings- 23 24 25 26 27 28 29 punten:

Keulen eenig eenig — — — — — ^

Lobith 1U 7» 'U eenig eenig eenig bl.wat.

Nijmegen 7a bl.wat. _ _ — — —

St.Andries (Waal) . 7a 7, 7a eenig bl.wat. — —

Arnhem */, 7» vo1 bl.wat. — — —

Vreeswijk .... vast vast vast vast vast vast —

Westervoort. ... id. id. id. id. id. id. —

Deventer id. id. id. id. id. id. vast

Kampen id. id. id. id. id. id. id.

Maastricht .... — — — —

Venlo 7, eenig — — — — —

Grave vast vast vast vast vast vast vast

St.Andries (Maas) . id. id. id. id. id. id. —

Gorinchem .... 7, 7a Va 7= eenig eenig bl.wat.

Schoonhoven . . . vast vast vast vast vast vast vast

Krimpen vol eenig eenig eenig — eenig eenig

Dordrecht .... vast vast vast vast vast vast vast

Moerdijk 7, 7. 7a 7a 'Is 7.» eeniS

Hellevoetsluis . . . eenig eenig 7™ bl-wat. — eenig bl.wat.

Bruinisse — — — — — — —

Hoek v. Holland— — — — — 7. bl.wat.

BINNEN- EN BÜITENLANDSCHE BERICHTEN-

Commissie voor het examen van opzichter bij den Rijkswaterstaat.

Bij Koninklijk besluit van 27 December 1899 no. 68 is eene commissie ingesteld tot het houden van een vergelijkend onderzoek van candidaten, dingende naar het getuigschrift van voldoend afgelegd examen van opzichter van den Rijkswaterstaat, bestaande uit de leden:

W. F. Leemans, inspecteur van den Rijkswaterstaat te 's Gravenhage, tevens voorzitter;

H. E. de Bruyn, hoofdingenieur van den Rijkswaterstaat te 's-Gravenhage;

N. A. M. van den Thoorn, ingenieur van den Rijkswaterstaat te Dordrecht;

A. E. Kempees, ingenieur van den Rijkswaterstaat te Gorinchem; D. E. C. Knuttel, Rijksbouwmeester in het 2de district te 's-Gravenhage ;

K. E. van Rijsinge, hoofd eener openbare school te 's-Gravenhage; J. P. Wijtenhorst, ingenieur van den Rijkswaterstaat te Hoorn, tevens secretaris.

Ontwerp gezondheidswet.

Het verslag der Commissie in zake een nieuwe regeling van het Staatstoezicht op de volksgezondheid, benoemd ingevolge het besluit van de algemeene vergadering der Vereeniging van Burgerlijke Ingenieurs op 25 September 1897, en bestaande uit de heeren prof. Oppenheim, J. Menno Hdizinga, M. Symons, J. W. C. Tellegen en A. J.A.Thomas. is in druk verschenen. De bedoeling dezer Commissie was het onderzoek der bestaande regeling van het Geneeskundig Staatstoezicht en het ontwerpen van een nieuwe regeling. Toen de Commissie nagenoeg met haar arbeid gereed was, verscheen het nieuwe ontwerp van Wet tot regeling van het Staatstoezicht op de volksgezondheid, en kwam het der Commissie gewenscht voor haar verslag te veranderen in een bespreking van dit regeeringsontwerp.

Allereerst wordt toegejuicht, dat het Staatstoezicht niet uitsluitend geneeskundig zal zijn, maar een toezicht op de volksgezondheid, waaraan personen, in verschillende wetenschappelijke richtingen opgeleid, deelnemen. Maar daarnaast wordt twijfel geopperd of het ontwerp we! het verkrijgen van éénheid in het toezicht waarborgt. De instelling van den centralen gezondheidsraad, uit drie leden bestaand, waarborgt die éénheid geenszins.

Vóór alles zullen de beambten, hetzij zij zijn geneesheer, ingenieur of scheikundige, hygiënisten moeten zijn en een degelijke opleiding daartoe is een eerste vereischte.

Ook de instelling van een «Centralen Gezondheidsraad» wordt door de Commissie met ingenomenheid begroet, maar het aantal leden (3) te gering geacht. Daar een eigen laboratorium onmisbaar is, waar de leden zelf moeten werken en niet alleen andere specialiteiten voor zich mogen laten arbeiden, zal die Raad minstens een vijftal leden moeten tellen. Tevens zal dat laboratorium een plaats van opleiding voor jonge ambtenaren zijn.

Een goede gedachte is de aanstelling van buitengewone leden, waardoor de Raad in betrekking blijft met de wetenschappelijke wereld buiten het Staatstoezicht. De Commissie wenscht het aanstellen daarvan echter niet facultatief, zooals het ontwerp, maar imperatief. Het instellen van kostbare Staatscommissiën ter oplossing van technisch-wetenschappelijke vraagstukken wordt hierdoor tevens vermeden.

De Commissie vereenigt zich ook met het denkbeeld van gezondheidscommissiën in de verschillende gemeenten, maar vreest van het instellen van verschillende commissiën in één gemeente allerlei conflicten ; zij wil Commissiën voor groepen van gemeenten. Ook acht zij het verkeerd, dat aan die gezondheidscommissiën werkzaamheden worden opgedragen, die nu door geneeskundige ambtenaren worden uitgevoerd. Eindelijk betreurt de Commissie, dat het ontwerp de gelegenheid wegneemt, dat de belangen der volksgezondheid in het openbaar besproken worden, en acht daarom gewenscht, periodiek terugkeerende openbare bijeenkomsten van de voorzitters der gezondheidscommissiën met den voorzitter van den centralen gezondheidsraad.

De Commissie gaat dus in hoofdtrekken mede met het ontwerp, maar zou dit in vele opzichten wenschen te amendeeren. In hoofdzaak stelt zij voor: een gezondheidsraad van vijf leden met hoogere bezoldiging dan de Regeering voorstelt, opdat men vrijer in zijn keuze zal zijn ; een verdeeling van het land in drie districten elk met een gezondheids-inspecteur aan het hoofd, bijgestaan ieder door drie adjunctinspecteurs; en een kleiner aantal gezondheids-commissiën (120) zuiver plaatselijke voorlichters, waarvan het aantal leden in grootere gemeenten ook grooter zal mogen zijn dan het ontwerp bepaalt. De Commissie raamt de kosten van deze regeling op f123,000, terwijl de regeling volgens het ontwerp f117,000 zou kosten.

Ten slotte behandelt het verslag de verschillende artikelen van het ontwerp met de veranderingen, die de Commissie daarin zou wenschen aan te brengen, en aan het einde is het ontwerp in zijn geheel afgedrukt en daarnaast het door de Commissie geamendeerde ontwerp, waardoor de lezer een gemakkelijk overzicht krijgt.

BENOEMINGEN, VERPLAATSINGEN, ENZ.

Bij Kon. besluit van 21 Dec. j.1. is, met ingang van 1 Jan. 1900, bevorderd tot opzichter van den Rijkswaterstaat 2<= kl. W. van Langeveld, thans opzichter 3e kl., en tot opzichter van den Rijkswaterstaat 3e kl. J. Kooreman, thans opzichter 4e kl., en is, met ingang van 1 Febr. 1900, benoemd tot opzichter van den Rijkswaterstaat 4e kl. C. F. J. Bloemkolk.

Bij Kon. besluit van 22 dezer is de heer J. W. Welcker, hoofdingenieur bij 's Rijks Waterstaat te Zwolle, benoemd tot lid van den geneeskundigen raad van Overijsel en Drente en de heer H. P. N. Halbertsma, ingenieur te 's-Gravenhage, tot plaatsvervangend lid voor Zuid-Holland.

Bij Kon. besluit van 23 Dec. j.1. is, met ingang van 1 Jan. 1900, benoemd tot waterbouwkundige bij de onder het Dept. van Binnenl. Zaken ressorteerende domeinen, de hoofdopziener der domeinen in Noordbrabant, A. Nugteren, te Breda.

Bij Kon. besluit van 23 Dec. j.1. is aan C. W. P. Mieling, inspecteur in algemeenen dienst bij de Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen, wonende te Utrecht, verlof verleend tot het aannemen van het ordeteeken van ridder 3e kl. in de orde van St. Anna, hem door Z. M. den Keizer aller Russen geschonken.

Bij Kon. besluit van 27 Dec. j.1. is dr. J. Bosscha, te Haarlem, oud-hoogleeraar-directeur der Polytechnische School te Delft, president-curator van het Kon. Ned. Met. Instituut te de Bildt bij Utrecht, benoemd tot lid van het college van curatoren der Rijks-universiteit te Leiden.

Bij Kon. besluit van 27 Dec. j.1. is, met ingang van 1 Jan. 1900, benoemd tot bureelambtenaar 3e kl. van den Rijkswaterstaat, H. A. E. Reynders te Utrecht.

Bij beschikking van den Min. van Binnenl. Zaken van 28 Dec. j.1. is, met ingang van 1 Jan. 1900, benoemd tot buitengewoon opzichter bij den bouw van een gebouw voor toegepaste natuurkunde te Delft, W. G. F. Steinmetz, te Zaandam.

De ingenieur Böseker is aan de Staatscommissie tot voorbereiding van maatregelen tegen verontreiniging der openbare wateren, en van lijdelijke maatregelen tegen den verontreinigden toestand van de grachten te Delft en te 's-Gravenhage, toegevoegd als adjunct-secretaris.

Door den Gemeenteraad van Schiedam is benoemd tot adjunctdirecteur der gasfabriek en duinwaterleiding, de heer J. Mak, thans opzichter aan die instellingen.