189

nauwe ruimte tusschen twee ketels begeven, of wel men moet met het oog daarop meer ruimte tusschen de ketels laten dan anders noodig is.

De heeren Yarrow & Co. hebben daarom een steunbout van week staal ingevoerd, die op de gewone wijze in den ketel geschroefd wordt en waarvan de draad over het gedeelte tusschen de binnen- en buitenvuurkistwanden weggedraaid is. "Voorts is de geheele steunbout wijd doorboord. Alleen daar waar hij door de buitenplaat gaat is dit gat nauwer. Wordt nu de bout ondicht dan begeeft zich de machinist, nadat het vuur uit is, met twee driften in de vuurkist, een lange passende in het nauwe gedeelte ter plaatse van den buitenwand en een korte dikke voor het gedeelte ter plaatse van den binnenwand; deze worden natuurlijk na elkander gebruikt. Hiermede wordt de steunbout wijder gemaakt en wordt de schroefdraad in die van de platen gedreven, waardoor een dichtere sluiting ontstaat, dan wanneer op de gewone wijze alleen de buitenrand door «opkooken» gedicht wordt.

De raderstoomboot Hygeia.

In «Engineering» van 7 November komen eenige kleine afbeeldingen voor van de raderstoomboot Hygeia, voor een firma te Melbourne, gebouwd bij de heeren Napier" Shanks en Bell Yoker te Glasgow en een groote perspectivische teekening van de machine voor dit schip, gebouwd door de heeren Rankin & Blackmore te Greenock. De lengte van het schip is 90 M., de breedte 9.60 M. en de diepte 3.60 M. en met inbegrip van de raderkasten is de breedte 19.2 M.

De inrichting is in het bijzonder met het oog op de Oostersche gebruiken en gewoonten ingericht.

De machine is een ontkoppelbare triple expansie machine met hellende cylinders. De 2 hoogedruk cylinders hebben 70 cM. diam. en zijn achter de lagedruk- en middelbaredruk cylinders geplaatst, welke respectievelijk 215 en 140 cM. diam. hebben. Alle deze zuigers hebben "165 cM. slaglengte. Tusschen elk der beide gekoppelde cylinders is slechts één pakkingbus. De beide hoogedruk cylinders hebben cylinderschuiven en de andere cylinders bakschuiven, de tusschendrukschuif volgens type Trick. en de lagedrukschuif met dubbele kanalen. De schuifbeweging is met de gewone Stephenson coulisse en Browns stoom- en hydraulisch aanzetapparaat.

De ketels zijn ingericht voor kunstmatigen trek met gesloten vuurhaard, waarin de lucht van 2 ventilatoren geblazen wordt. Deze ventilatoren worden gedreven door 2 Westinghoüse machines. De zes stalen ketels zijn voor 9L/3 Atm. druk en zijn bedekt met «diatomite» en gegalvaniseerd plaatijzer. Inwendig hebben zij Hannay's «electrogens», een leiding naar den donkey ketel, beide met het doel om de aangroeiing van ketelsteen tegen te gaan en voor verwarming van het voedingswater is er een voedingswaterverwarmer van Kirkaldy aanwezig. Tijdens de proefvaart op de Firth of Clyde, bereikte de Hygeia een gemiddelde snelheid van 22.8 statute mijlen, terwijl 2373 statute mijlen als maximum bereikt werd.

Gewijzigde gasmaohine.

De constructie van de gasmachines type Otto van de Deutzer Gasmotorenfabriek en van de heeren Crossi.ev Brothers (de laatste in het bijzonder voor Engeland) is lange jaren zoo volgens vast model geweest, zonder afwijkingen in rangschikking der onderdeelen, dat het direct in het oog valt, wanneer men daarvan een teekening ziet, die niet meer geheel de stereotype vormen vertoont. «Engineering» geeft in het nummer van 21 November een perspectivische teekening van eene machine van de heeren Crosslly Brothers van 30 Pkr. nominaal, die, hoewel als gewoonlijk werkende met den bekenden cyclus van vier enkele slagen — waarvan de eerste den arbeid van de ontploffing aan de hoofdas mededeelt, de tweede of teruggaande de verbrandingsproducten gedeeltelijk uitdrijft, de derde het gasmengsel inzuigt en de vierde, weder door een teruggaanden slag den cylinderinhoud samenperst— toch in de onderdeelen verschillende afwijkingen van de gewone constructie vertoont.

De as voor de beweging der gastoevoer-, afvoer- en aansteekdeelen ontvangt hare beweging van de hoofdas, niet door konische tandwielen maar door de veel zachter loopende schroeftandwielen ; de regulator kan gedurende den gang der machine geregeld worden voor «en snelheid beneden het maximum. Het aansteken van het ontplofbaar mengsel geschiedt met een veiligheidsbuisinrichting, waarschijnlijk is dit een buisje dat door een gasvlam steeds roodgloeiend gehouden wordt en waartoe het gas op het juiste oogenblik toegang krijgt. Deze machines hebben een hulpmachinetje, dat vóór het ingangzetten het zware vliegwiel in draaiende beweging brengt.

Over de meting van de uitzetting van metalen.

De heer Mallock heeft voor de British Association een lezing gehouden, die met de daarbij behoorende afbeeldingen overgenomen is in het nummer van «Engineering» van 21 November. Hij besprak een toestel voor het meten van de uitrekking van metalen staven van bruggen of andere constructiën. In het algemeen is het moeielijk deze geringe verlengingen over korte afstanden van b.v. 0.60 tot 1.80 M. nauwkeurig te meten, omdat hefboomvergrootingen mank gaan aan gebrek aan stijfheid en aan te veel volhardingsvermogen van de hefboomen. Daarom hebben spiegelvergrootingen steeds de voorkeur, want een lichtstraal kan als een onbuigbare staaf zonder gewicht beschouwd worden.

De toestel van den heer Mallock bestaat uit een gewicht dat met

een stalen stift in een putje van de te onderzoeken staaf rust. Twee tot zes voet verder (naar gelang van de omstandigheden) is een schuifblok dat door tusschenkomst van een stift met oog, eveneens op een stalen punt in een putje van de te onderzoeken staaf rust. Het schuifblok is met het gewicht verbonden door een stang met stelschroef. Het draagt naast elkander twee spiegeltjes, welke schuin omhoog gericht zijn, het eene vast op het blok bevestigd, het andere aan de stift waarop het schuifblok rust, zoodat eene verlenging of verkorting van de te onderzoeken staaf een kleine hoekbeweging van deze beide spiegeltjes ten opzichte van elkander ten gevolge heeft. Beide spiegeltjes ontvangen het licht, dat een holle verlichtingsspiegel door een plaat met verdeeling heen, er op neer kaatst en zij werpen het beide terug naar een vierde spiegeltje, dat het in horizontale richting terugwerpt in een teleskoopje, dat op het gewicht bevestigd is. De relatieve beweging der beide spiegeltjes bij verlenging of verkorting van de proefstaaf, doet zich in het teleskoop voor als een verschuiving van twee verdeelingen voorbij elkander en daaruit laat zich de lengteverandering E afleiden

door de formule E — 7~^j waarin n het aantal indeelingen die voorbij

elkander geschoven zijn; / de lengte van de draaibare stift waarop het schuifblok rust; s de afstand tusschen 2 verdeelingen en f de brandpuntsafstand van den verlichtingsspiegel. De goede en zuivere werking van dit instrument berust op de eigenaardigheid, dat de schaalverschuiving die afgelezen wordt, alleen afhangt van de hoekbeweging van het kleine spiegeltje van het schuifblok.

Iets over technisch onderwijs in Engeland.

Als een vervolg op de beschrijving, die de heer Tunzelmann een jaar geleden gaf van het «Technical Institute» van de «Central Institution», van de «City & Guilds van Londen», doet de heer Tunzelmann in «Engineering» van 21 November mededeeling over den gang van het technische onderwijs aan het Technical College Finsbury.

In 1883, toen de colleges verplaatst werden van de «Cowper Schools» naar Finsbury College, werd tevens het leerplan onder professoren Ayrton en Armstrong belangrijk uitgebreid, zoodat behalve electriciteit, chemie en het ingenieursvak, («Engineering») ook kunstindustrie onderwezen en in laboratoriums practisch toegepast wordt.

Het onderwijs is verdeeld in twee volkomen afzonderlijke onderdeelen. Het eene bestaat uit een dagschool voor leerlingen die één a drie jaar aan een S3rstematische technische studie kunnen wijden, en het andere uit een avondschool voor onderwijs aan leerlingen en werklieden die op den dag hun eigen werk hebben. Het onderwijs is verdeeld iu de volgende vijf onderwerpen:

1. Werktuigkunde en toegepaste wiskunde.

2. Toegepaste natuurkunde en electriciteit.

3. Scheikunde en scheikundige industrie. I

4. Kunstnijverheid.

5. Bouwkunst.

Het hoofdbestuur is in handen van professor Sylvanus Thompson.

Het programma zegt dat de dagschool bestemd is: 1°. voor diegenen die vóór dat zij een plaats aan een fabriek of dergelijke innemen, zich met het oog op technische industrie willen ontwikkelen; 2°. voor hen die later het bestuur van fabrieken wenschen te vervullen, en 3°. voor hen, die na minstens twee jaren, het hooger onderwijs op het «Central Institution» denken te volgen.

Het aantal leerlingen op de dagschool is nu 183, van 15 tot 19jaar.

De avondschool wordt gevolgd door meer dan duizend leerlingen van 14 tot 40 jaar. Dit aantal is nu zoo groot, dat men heeft moeten bepalen, dat alleen zij, die in een vak werkzaam zijn dat met den tak van onderwijs overeenkomt, toegelaten worden. De cursus begint in October en eindigt in de tweede week van Juli.

De leerlingen van de dagschool moeten een toelatingsexamen doen in de beginselen van wiskunde en meetkunde en Engelsch; aan de candidaten die bij dat examen toonen het waard te zijn, worden beurzen toegewezen.

Voorbeelden worden in «Engineering» gegeven van de opgaven die de leerlingen ter uitwerking ontvangen, zoo voor zuivere mechanica als voor onderzoekingen over electrische, werktuigkundige en chemische processen, als ook over industrieele quaestiën, als onderzoek van machineoliën, galvanoplastie met de meest verschillende metalen, het onderhoud en bet besturen van de electrische verlichtingstoestellen van de Inrichting, voor welk laatste onderdeel uitgebreide instructies bestaan.

De avondschool behandelt behalve deze drie vakken, n.1. proefondervindelijke werktuigkunde, chemie en electriciteit, de volgende vakken van onderwijs:

1. kasten maken, met inbegrip van ontwerpen van dit werk;

2. timmeren;

3. metaal plaatwerk ;

4. loodgieten ;

5. plaatleggen en mozaïkwerk;

6. metselen en teekenen van metselwerk;

7. cubeeren en hoeveelhedenstaten uittrekken.

In de afdeeling kunstindustrie wordt onderwijs gegeven in het inleggen en decoreeren van meubelen, ornamentteekenen en schilderen met alle verfstoffen op alle vlakten, schilderen en boetseeren van het menschelijk lichaam naar levend model, en in het algemeen van onderwerpen naar gips of levende modellen. Daarbij kan elk paneel of iedere werlitafel door een electrisch lampje met scherm verlicht worden, zonder valsch licht van de andere lampjes te ontvangen.