191

trent uitbreidingen en vernieuwingen hebben te adviseeren en tevens met medewerking der inspecteurs toezicht moeten houden op de uitvoering dier werken, welker uitvoering, zooals bekend is, ingevolge de nieuwe overeenkomsten, van wege de maatschappijen zal geschieden; alsmede op den aanleg van nieuwe lijnen als daartoe mocht worden besloten.

Voorts wordt voorgesteld een Rijksinspecteur in algemeenen dienst aan te stellen, waarvoor een ingenieur zal zijn te kiezen, op de hoogte van de theorie der constructiën van spoorwegbruggen, die met de ingenieurs onmiddellijk zal staan onder een hoofdingenieur, toegevoegd aan den Raad van Toezicht en op het bureel van dat college werkzaam, teneinde den Raad in hoogste ressort van technisch advies te dienen.

Voor het toezicht op het seinwezen is geen uitbreiding van personeel noodzakelijk, maar wel voor dat op het rollend materiëel en wordt daarom voorgesteld het spoorwegnet in 3 afdeelingen te verdeelen en elk van deze te stellen onder een ingenieur, waarvan één den titel zal dragen van hoofdingenieur en het hoofd zal zijn van de afdeeling tractie van den dienst van het toezicht door den Raad uit te oefenen. De standplaatsen dezer ingenieurs zullen zijn Zwolle, Tilburg en Haarlem.

En wat den Raad zeiven betreft, de uitbreiding zijner werkzaamheden maakt het noodig, dat het aantal leden van 3 tot 5 worde uitgebreid, waarvan een der nieuw te benoemen leden een persoon moet zijn, geheel vertrouwd met spoorwegexploitatie, inzonderheid met het mou- * vement en het goederenvervoer en voorts dat het bureel worde versterkt door de benoeming van 2 Hoofdcommiezen, 1 commies en nog 1 adjunctcommies, alsmede van enkele klerken.

Ten einde de leden van den Raad meer in persoonlijke aanraking te brengen met hen, die zich aan den Handel, de Nijverheid en den Landbouw wijden, is het de bedoeling van den Minister een Centralen Handelsraad in te stellen, die jaarlijks in de maanden April en Augustus met den Raad van Toezicht zal samenkomen, en aan wien de ontwerpdienstregelingen ter beoordeeling zullen worden voorgelegd. Deze raad zal bestaan uit 13 leden, waarvan er 11 gekozen worden door de Kamers van Koophandel in elke Provincie en 2 door die van de twee grootste koopsteden Amsterdam en Rotterdam. Evenzoo hoopt de Minister ter zijner tijd eene regeling voor te dragen voor eene blijvende vertegenwoordiging van den landbouw en van den arbeid.

Daar op de begrooting van 1891 de uitgaven voor den Raad van Toezicht op f 67,200 geraamd zijn, zal de voorgestelde reorganisatie eene verhooging voor dit jaar medebrengen van f 40,090 en voor de volgende jaren van f 62,180.

In de «Staatscourant" dd. 22 Mei 1.1. komt voor het K. B. dd. 8 Mei 1891 tot aanwijzing ter onteigening van eenige gedeelten en perceelsgedeelten in de gemeenten Uithoorn en Aalsmeer ten behoeve van den vestingbouw tot het maken van een bedekten gemeenschapsweg (tevens inundatiekeering) tusschen Uithoorn en Kudelstaart.

Door den Minister van Koloniën is aan de Tweede Kamer ter bekrachtiging aangeboden eene overeenkomst, welke de Regeering met de Billiton-Maatschappij heeft aangegaan tot verlenging der concessie tot het jaar 1927. Na langdurige onderhandelingen met genoemde maatschappij is als resultaat verkregen, dat bij de thans aangebodene overeenkomst als vaste cijns 5M °/q der bruto ontvangst wordt betaald, benevens de helft der winst, die behaald zal worden boven de 3y2 ton. De Regeering acht deze regeling, waarbij, volgens haar, aannemelijke voordeelen worden bedongen, meer in 's lands belang dan een proces af te wachten over de al of niet geldigheid van de in 1882 door den Gouverneur-Generaal geslotene overeenkomst, welke door de toenmalige Tweede Kamer werd verworpen. Had de nu voorgestelde regeling reeds dadelijk gegolden, dan waren in de tien verloopen jaren gemiddeld f 1,300,000 door den Staat ontvangen, tegenover zooals thans gemiddeld f145,000.

In n°. 39, bladz. 368, jaarg. 1890 van »De Ingenieur" werd medegedeeld, dat de concessie voor het leggen en hebben van electrische leidingen in de gemeente Amsterdam verleend werd aan de maatschappij „Electra". Deze maatschappij heeft thans in den Sloterpolder, nabij den Haarlemmerweg, tegenover de gasfabriek een groot terrein aangekocht, waar zij voornemens is haar electrisch station te bouwen. Door Electra wordt het stelsel van wisselstroomen gevolgd en zullen de stroomen over groote afstanden worden gezonden en zal de verlichting der geheele stad uit ééne bron worden ondernomen. Voor leidingen zullen ondergrondsche kabels worden gebruikt. Met den bouw der thans ontworpene en aanbestede gebouwen zal onmiddellijk worden aangevangen en hoopt men met 1 Nov. a.s. met de stroomlevering te kunnen beginnen.

In het op te richten machinegebouw kunnen vijf stoommachines met direct gekoppelde dynamo's voor wisselstroomen geplaatst worden, die eene lichtkracht ontwikkelen van 30,000 electrische lampen.

Electra zal ook werk maken van de levering van electrische stroomen voor beweegkracht; onder anderen bestaat het plan om als proef een der hydraulische kranen op de Handelskade van eenen electrische motor te voorzien. Verder heeft de maatschappij het voornemen vergunning te vragen tot levering van electrisch licht te Haarlem en zal dan onder voorbehoud van goedkeuring van het gemeentebestuur van Amsterdam een kabel uit hare fabriek naar Haarlem leggen. De plannen zijn zóó ontworpen en de terreinen zóó gekozen, dat de maatschappij, indien dit noodig mocht blijken, binnen zeer korten tijd haar arbeidsvermogen kan verdubbelen.

Voorkoming van ongelukken in fabrieken en werkplaatsen.

De statuten der sNederlandsche Vereeniging tot voorkoming van ongelukken in fabrieken en werkplaatsen", alhier, zijn opgenomen in de »Staatscourant" van 16 dezer. Zij is erkend volgens de wet van 22 April 1855 (Staatsblad n°. 32).

Zij tracht dit doel te bereiken: 1°. door het bekendmaken van doeltreffende inrichtingen, toestellen en machinedeelen, ter bescherming der arbeiders; 2°. door het samenstellen en verspreiden van reglementen, handleidingen en voorschriften voor de behandeling van machinetoestellen enz.; 3°. door het verspreiden van kennis der fabriekshygiëne; 4°. door bezoeken, te doen brengen door eenen deskundige aan de fabrieken en werkplaatsen der leden en het verstrekken van adviezen omtrent bouw, inrichting enz. van fabrieken, werkplaatsen en hare onderdeelen; 5°. door de voordeelen van eene rationeele voorkoming van ongelukken, ook door verzekering van werklieden tegen de gevolgen, ten bate harer leden te doen komen; 6°. door alle wettige middelen welke daartoe bevorderlijk zijn kunnen, zooals het uitloven van premiën en belooningen, het deelnemen aan tentoonstellingen, enz. enz.

De geldmiddelen der vereeniging bestaan uit giften, toelagen, subsidiën en contributiën. Deze laatste bedragen: voor leden, werkgevers, enz. enz. f 5, voor leden-werklieden f 1, voor donateurs ten minste f2.50, alles per jaar.

Leden, die gebruik maken van de bezoeken, bedoeld sub 4°, zullen bovendien als bijdrage daarvoor (naar evenredigheid der kosten) jaarlijks in de navolgende verhouding vergoeden:

Voor fabrieken of werkplaatsen met 2 tot 5 werklieden f5; met 6 tot 10 id. f6; met 11 tot 20 id. f7.50; met 21 tot 40 id. f9.50; met 41 tot 80 id. f12; met 81 tot f200 id. f15; daarboven f20.

Deze verhouding wordt uiterlijk in de algemeene vergadering van het jaar 1893 herzien.

Naar de «Locomotief" mededeelt is van de hand van den heer Mr. H. Ameshoff, oud-president-directeur van de Nederlandsche Rijnspoorwegmaatschappij, eene geschiedenis van den Rijnspoorweg verschenen, waarin de wording, de ontwikkeling, het volle bedrijf, de kampstrijd en de overname der maatschappij beschreven worden.

Het is jammer dat het boekje niet in den handel is, daar zeker velen kennis zouden willen nemen van aanteekeningen, samengesteld door een zoo doorkneed spoorwegman als de heer Ameshoff.

Te 's-Gravenhage heeft zich thans eene vereeniging definitief gevormd met het doel aldaar een nieuw opera- en comediegebouw te stichten en dit te exploiteeren met ondersteuning van de gemeente.

Uit een daartoe benoemde Commissie van twintig leden is een Uitvoerend Comité samengesteld, dat bestaat uit de heeren G. E. V. L. van Ztjvlen. gep. kolonel der genie van het O.-I. leger, Mr. J. Addink, Mr. C. A. Vaillant, J. Reviüs en C. Gébel.

De Minister van Financiën heeft een wetsvoorstel ingediend tot verhooging van de begrooting voor 1891 met de som van f33,887.74, als bijdrage voor de gemeente Amsterdam, ten einde aan de beambten en werklieden van het Rijks-entrepotdok aldaar, dat met 1 Juli 1890 aan die gemeente is overgedragen, een pensioen te verzekeren.

Tusschen de Financieele Maatschappij voor Nijverheidsondernemingen te Amsterdam en de heeren C. en F. Honigmanen H. L. C. H. Sarolea, is een combinatie tot stand gekomen, uit welke weldra een Maatschappij tot ontginning der Limburgsche Kolenvelden zal geboren worden.

Genoemde Maatschappij heeft ook concessie aangevraagd voor ontginning van steenkolen in de gemeenten Heerlen. Voerendaal, Nieuwenhagen°en Schaesberg, zoodat door de totstandkoming van gemelde combinatie de vooruitzichten op de ontginning dezer steenkolenvelden veel verbeterd zijn.

In eene buitengewone algemeene vergadering van aandeelhouders der stoomtramwegmaatschappij Bussum —Huizen is aangenomen een voorstel van het bestuur om met de Holl. IJzeren Sp.-Mij. een nieuwe overeenkomst aan te gaan ten einde de exploitatie van de tramlijn door deze maatschappij tegen eene vaste jaarlij ksche vergoeding van 1lA °/0 op de uitgegeven aandeelen te doen plaats hebben.

in de op 15 Mei gehouden buitengewone vergadering van de Westlandsche Stoomtramwegmaatschappij is het rapport van de commissie van onderzoek omtrent genoemde stoomtrammaatschappij behandeld. Na langdurige discussie, waarbij te vergeefs gepoogd werd het bestuur op zijn genomen ontslag terug te doen komen, werd met overgroote meerderheid tot bestuurders gekozen de heeren Kesper, Timmer, Honders, Van de Velde en D. C. Loman.

De Voorzitter sprak den wensch uit, dat thans de maatschappij tot grooter bloei zou komen en bedankte de commissie, bestaande uit de heeren Waller, Van Leeuwen en Loman, voor de genomene moeite, terwijl hij ook dank bracht aan het aftredende bestuur voor de gedurende zoo langen tijd betoonde toewijding.

De nieuwe stoomtramlijn Nijmegen—Berg en Dal is Zondag 10 Mei definitief voor het verkeer opengesteld.

Aan het verslag van de Deli-Spoorwegmaatschappij, waarop wij lateiuitvoeriger terug komen, kan nu reeds ontleend worden, dat in het afgeloopen jaar het verkeer op de oude en nieuwe lijnen weder boven verwachting is toegenomen, zoodat na belangrijke afschrijvingen, toch nog een dividend van 9 °/0 aan de aandeelhouders kan worden uitgekeerd. De heer I. T. Cremer, tot heden directeur der genoemde