329

„Zoodra de goederen de sheds of het opslagterrein verlaten, moeten zij de douane-formaliteiten ondergaan.

§ 6. BEWEEGKRACHT LANGS DE KADEN.

Voor het nieuw ingerichte deel van de Handelskade is de hydraulische geleiding reeds aangelegd.

Het is gewenscht, dat de noordzijde van het Oud-Entrepótdok, ter bediening van de pakhuizen, van hefwerktuigen worde voorzien. '

Behalve de twee sporen, die dienen tot aansluiting met de spoorwegen, dient er een kraanspoor gelegd te worden. Het gebruik van kranen, wier gestel de beide sporen overspant, wordt aanbevolen, omdat zij de minste ruimte aan de kade ontnemen.

In nog meerdere mate dan in het Oud-Entrepótdok mogelijk is, kan men bij de nieuw te bouwen kaden ruimte winnen, door kranen te gebruiken, die het eene steunpunt hebben op eene rail langs den kaderand, het andere langs den wand van de shed, op eene rail boven de deuren bevestigd. Over die rail, door een ligger gedragen, wordt de kraan langs de ruimte tusschen de sheds van de eene naar de andere geleid.

Vooral dient er zorg gedragen te worden, dat een voldoend aantal werktuigen langs de kaden en gebouwen ter beschikking zij. Tijdverlies maakt anders de voordeelen van machinale hefkracht zóó gering dat de kosten niet goedgemaakt kunnen worden.

In hoeverre, hydrauliek, stoom of electriciteit de voorkeur verdienen, moet later uitgemaakt worden.

§ 7. LANDVERKEER IN HET HAVENGEBIED. Het verkeer tusschen de verschillende kaden heeft gedeeltelijk plaats

„„,,„„B—„ "sgoii, "»»» «s ueiemmerena zouaen zon

voor het waterverkeer, wordt het door stoombooten en stoomponten onderhouden.

In het algemeen zijn de bestaande richtingen voor dit verkeer gehandhaafd. Slechts in één onderdeel is wijziging gebracht.

De brug over den ingang van de Binnenhaven, nu tot 'haven voor de zeevaart uitgebreid, vervalt en zulks zonder groot nadeel voor het verkeer. Dit wordt dan geleid langs de Binnen-Handelskade, en van daar over de brug, welke op de helft van de lengte der Binnenhaven de beide Handelskaden verbindt. Alleen voor de inrichtingen ten Westen van deze brug is de afstand eenigermate vergroot; door eene stoompontverbinding tusschen het Oostereiland en den kop der Handelskade kan de omweg vermeden worden.

De verkeersweg over de Kattenburgerbrug door de Kattenburgerstraat voert rechtstreeks naar de beide Handelskaden.

Van deze laatste oostwaarts, en vervolgens over de IJbrugo-en I en II, ligt de weg naar de kaden in het IJ.

Voor het personenverkeer dienen de kaden snel en gemakkelijk bereikbaar te zijn. Daartoe zal een geregelde stoombootdienst in het leven geroepen moeten worden. In snelle opvolging moeten de stoombootjes langs vaste lijnen, uitgaande bijv. van het Oosterdok van hoofd tot hoofd varende, het gemakkelijk verkeer tusschen de haveninrichtingen tot stand brengen.

Wanneer eenmaal de handelsbeweging zóó groot geworden is, dat zij eene havenuitbreiding, als in dit plan aangegeven, noodig maakt, heeft een dero-eliilce stnnmbnntHipnot allo rwlovi ven Koc+oov,

Langs de wegen, leidende naar de Veemarkt en Slachtplaats, worden de Entrepóthaven en de Rijnkade bereikt.

§ 8. WERVEN, DOKKEN, HULPINRICHTINGEN.

Door de opheffing van de Oosterdokssluis en de spoorwegbrug is aan de Kattenburger- en Wittenburgergrachten hare vroegere toegankelijkheid teruggegeven.

Voor de stichting van nieuwe werven en scheepsdokken is de aangewezen plaats de overzijde van het IJ.

Bij het verkoopen of verhuren van terreinen tot dat doel, dient met eene uitbreiding van de haven rekening gehouden te worden.

Eene strook langs het IJ, van voldoende breedte over de geheele lengte van het havenfront, moet beschikbaar blijven voor den bouw van handelsinrichtingen.

De verlichting van de Haven geschiede electrisch.

De centrale stations voor verlichting en beweegkracht worden zoodanig geplaatst, en in zulk een omvang aangelegd, dat alle inrichtingen, te eemger tijd gesticht en uit die centra te voorzien, daaraan kunnen worden aangesloten, voor zooverre zij liggen binnen den kring, waarin een station met voordeel de omgeving kan bedienen.

§ 9. LATERE UITBREIDING VAN DE HAVENWERKEN. Wanneer het handelsverkeer aan den hier ontwikkelden aanleg van havenwerken in het Oosten is ontgroeid, dient gelegenheid voor uitbreiding gezocht te worden.

lste In het Wesien.

Langs de IJzijde van den Westerdoksdijk kan de bouw van soortgelijke steigers als de zoogenaamde scheeps-steigers (vroeger Suezsteigers), voortgezet worden en wel door den aanleg van één steiger ten zuiden van de beide bestaande, en van vier steigers meer noordwaarts.

De ingang van het oostelijk bassin van de Houthaven wordt dan een weinig noordwaarts verschoven.

In het zuidelijk bassin van de Houthaven, tot nu toe niet door den houthandel in gebruik genomen, is langs de Barentszkade en langs de binnenzijde van den dijk ruimte te vinden voor kadenaanleg; beide oevers zijn tevens door het spoor te bereiken.

Ten slotte biedt de Hoever tusschen Houthaven en Petroleumhaven ruimte tot het maken van de invaart voor een bassin, of tot het aanleggen van eene kade, ten dienste van de zeevaart.

2de De overzijde van het IJ.

Wellicht komt voor uitbreiding later de overzijde van het IJ in aanmerking, en dan zal de vraag rijzen, hoe men de aldaar te stichten werken met deze zijde zal verbinden.

Om den spoorweg daarheen te kunnen leiden, overbrugde men het Merwede-kanaal ter hoogte van het Nieuwe Diep. De baan volgt dan verder den oostelijken dijk van de Voorhaven, den afsluitdijk van het IJ en kruist de vaart van de Zuiderzee, bij de Oranjesluizen, door eene beweegbare brug. Op deze wijze, de minst hinderlijke voor de scheepvaart, kunnen de inrichtingen aan de overzijde bediend worden.

Het goederenverkeer naar de overzijde dient te geschieden door zolderschuiten en lichters, het personenverkeer door stoombooten en veerponten.

Deze verkeersmiddelen zijn voor de haven van Amsterdam, met haar constant peil en aansluitend grachtenstelsel, aangewezen. Zonder bezwaar kan dit voor de stad zoo natuurlijke en eigenaardige vervoer de beweging beheerschen.

{Wordt vervolgd.)

Uit de Jaarverslag-en der Spoor- en Tramwegmaatsehappijen over 1890.

Deli Spoorwegmaatschappij.

Op den 19den December werd het laatste gedeelte van den spoorweg, het lijnvak Timbang Langkat—Selesseh, voor het publiek verkeer geopend. Nu de bouw van alle lijnen is afgeloopen. werd door den heer J. T. Cremer te kennen gegeven, dat hij wenschte ontheven te worden van zijne betrekking als directeur, aangezien zijne overige werkzaamheden steeds in omvang toenamen.

Hij heeft zich echter bereid verklaard de belangen der Maatschappij, die onder zijne bekwame leiding tot zoo grooten bloei is geraakt, als' commissaris te blijven behartigen (1).

Het verslag vermeldt met leedwezen het overlijden van den ingenieur O H. Verhuxst, welke belast was met den bouw der lijn naar Selesseh, op 21 Juli 1890. Het toezicht op de aanlegwerkzaamheden dier lijn werd overgenomen door den heer F. J. Dozy, chef der afd. Wegen Werken.

Op het emplacement van de Spoorwegmaatschappij werd door de Ocean Steamship Co. een ijzeren goederenloods gebouwd, en een overdekte brug aangebracht, waardoor eene zeer geschikte verbinding tusschen de schepen en den oever van de Belawan-rivier is tot "stand gebracht.

Op het terrein aan de Belawan, voor den bouw van winkel-en woonhuizen in orde gebracht, zijn de meeste eigenaars reeds met bouwen

, u,„ uou uuuw uei guuveraemeiiiswomngen wordt met kracht voortgang gemaakt.

De Deh Batavia Maatschappij legde in het afgeloopen jaar een smalspoor aan van Timbang Langkat naar Tandem Hilir ter verbindinoharer ondernemingen met den spoorweg.

De British Deli and Tobacco Company besloot tot het bouwen van een My2 K.M. lange trambaan naar Rimboen van 70 cM. spoorwijdte en aansluitende aan de halte Diski.

1 Januari 1891 werd geopend eene directe en geregelde verbinding met Java door de Koninklijke Paketvaart-Maatschappij, waardoor het belang van Belawan als uitgangspunt van den spoorweg en als haven van Dell en aangrenzende streken verhoogd wordt.

De ontwikkeling van Deli maakt verderen voortgang.

De vestiging van een agentschap der Ned. Handelmaatschappij te Medan, de proefneming op groote schaal met het ploegen door middel van stoomkracht en het toenemend gebruik van ijzeren bruggen zijn zoovele factoren voor duurzame ontwikkeling.

Het verkeer op den spoorweg gaat voort de stoutste verwachtingen te overtreffen, maar noodzaakt ook aan vele eischen te voldoen, zoo wat betreft de stations- en haveninrichtingen als het rollend materieel.

Door de Maatschappij werd een subsidie verleend voor het maken van een verkeersweg van voldoende breedte ter verbetering der verbinding in Zuid-Oostelijke richting van Perbaoengan met Bedaaei en Padang.

De telegraafkantoren der Maatschappij werden op verzoek der Regeering opengesteld voor de correspondentie met het buitenland en met alle kantoren in Nederlandsch-Indië.

De gezondheidstoestand van het personeel was in het afgeloopen jaar over het algemeen gunstig.

De totale ontvangsten in Indië hebben bedragen f 1,314,952.77 of per dagkilometer f 39.70 tegen f 39.55 in 1889 en f 35.535 in 1888, welke uitkomst zeer gunstig te noemen is, daar men in aanmerking moet nemen, dat door de opening van de sectie Serdang—Perbaoengan

(1) In de Alg. Vergadering van aandeelhouders werd de heer H. Tromp tot Directeur benoemd en de heer Cremer tot Commissaris gekozen.