51

Een voorbeeld met cijfers kan dienen om het geheele systeem nader toe te lichten.

Gegeven: Eene leiding van 50 mM. binnenwerkschen diameter met eene gemiddelde drukking van 35 cM.; men vraagt de afmetingen van het ventiel, dat aan den hoofdmeter van 50 mM. wijdte moet toegevoegd worden.

Fig. 8.

F, = Flb

of d2 = 20 mM.

De diameter van het oppervlak J\a, hetwelk in samenwerking met het zuigeroppervlak een drukkingverschil van 3.5 M. geven moet, wordt berekend naar de vergelijking

p

of dxa = 63 mM.

Een volgens deze berekening uitgevoerde watermeter-verbinding, welke bij de beproeving volkomen beantwoordde aan de vooraf gestelde voorwaarden (de werking van het ventiel gedurende het werken kan zeer nauwkeurig waargenomen worden, wanneer op den uitlaat, welke de verbinding met de buitenlucht bezorgt, een kleine glazen buis wordt geplaatst (zie fig. 7) en de geheele ruimte met water wordt gevuld) heeft, na gedurende een langen tijd in gebruik te zijn geweest, bewezen aan hooge eischen te beantwoorden.

Fig. 9. Gewichtsventiel.

Wij zouden natuurlijk geheel vrij zijn, een gewicht-, veer- of hydraulische ventiel te nemen, het voorafgegane is echter aanleiding tot onze keuze van een hydraulisch ventiel. Wij nemen aan, dat bij geopend ventiel een drukkingverschil van 10 °/0, alzoo in het hier behandelde geval van 3.5 M., toegelaten wordt, en kiezen als kleinen meter een van 15 mM. wijdte.

Onze graphische voorstelling van de gebogen lijnen van het drukkingverlies en van de fouten der watermeters leert ons, dat de kleine meter bij dit drukkingverlies + 1500 L. per uur doorlaat, en dat de groote meter van 350 L. per uur af juist aanwijst. In aanmerking nemende, dat ingevolge van de bijna onverm ijdelijke langzame afzetting van slijk, de laatstgenoemde waarde iets hooger wordt, stellen wij die, om te beginnen, op 500 L. vast. Er moeten dus door den kleinen meter eerst 2000 L. per uur gaan, voor dat het ventiel opengaat en hiervoor is wederom, volgens onze graphische voorstelling, een drukkingverschil van t 5 M. noodig.

Daar de binnenste diameter van de ventielzitting ad 50 mM. gegeven is, zoo berekent men, op grond dezer waarden, en aannemende dat bij eene breedte van de ringvormige zitting van 2 mM., de gemiddelde werkende oppervlakte met eene diameter van 52 mM. overeenkomt, den diameter van den zuiger naar de vergelijking

Om een gemakkelijk overzicht te verkrijgen, is in fig. 9 tot 13 de werking der verschillende watermeter-verbindingssystemen graphisch voorgesteld door vier lijnen, welke de geheele doorstroomende hoeveelheid, de aanwijzing van den kleinen meter

Fig. 10. Veerventiel.

de aanwijzing van den grooten meter, en de totale aanwijzing aanduiden. De abscissen, zoowel als de ordinaten, duiden het verbruik in M3. per uur aan.

De geharceerde oppervlakte, welke tusschen de lijn van de "eheele doorstroomende hoeveelheid en die van de totale aanwijzing ligt, stelt de hoeveelheid water voor, welke door de watermeter-verbinding niet aangewezen wordt, en wel van het oogenblik af, dat het ventiel zich begint te openen, tot aan dat, waarop het wijd genoeg geopend is. Terwijl deze oppervlakte van verlies bij het eenvoudige gewichts-, veer- of hydraulisch