DE

INGENIEUR.

Orgaan

381

12e Jaargang.

1897.-12 32.

VEREENIGING VAN BURGERLIJKE INGENIEURS.

MïM pwl bui li tccffli si flB mconomiB van Optee Wfiita ei NiiverliBlfl.

Prijs Der Jaargang:

Franco per post.

Voor Nederland; , f 8-~

Voor het Buitenland met vooruitbetaling ... - 10.50 Voor leden der Vereeniging van Burgerlijke Ingenieurs

worden bovenstaande prijzen met ƒ 2.— verminderd. Men abonneert zich voor een jaargang. Over het bedrag der abonnementen in Nederland

wordt hal/jaarlijks door de Administratie beschikt. Afzonderlijke nummers 20 cents. — Bewijsnummers

10 cents.

Verschijnt elïen Zaterflas.

Abonnementen, stukken en mededeelingen, boeken brochures, enz. te richten aan de Redactie: Scheveningsche Veer no. 7, te 's-Gravenhage.

Advertentièn uiterlijk Vrijdags 12 ure des yoormiddags intezenden aan de Directie en Administratie van dit Blad, Paveljoensgracht No. 19, te 's-Gravenha^e

Hoofdvertegenwoordiger voor Nederland: C. W. BETCKE, Advert.-Bureau, Botterdam.

Afzonderlijke Nummers worden, voor zoover de voor raad strekt, alléén aan Abonnes geleverd.

's-Gravenhage, 7 Augustus.

Prijs ïer Aiverteatiën:

f O.i

Per regel

Groote letters naar plaatsruimte.

Abonnementen volgens afzonderlijke overeenkomst.

Bij eene eerste plaatsing van annonces voor Aanbestedingen is de prys per regel/0.15; bij eene tweede en meerdere plaatsing van dezelfde annonce ƒ0.10.

Bij abonnement op Advertentièn wordt het blad gratis toegezonden.

Verantwoordelijk Redacteur: J. van HeüRN, Civ.-Ing., 's-Gravenhage. INHOUD.

Eenige opmerkingen bij de ondergrondsche stroomkaart van het dorp Winterswijk door F. e. L. Veeeen, (Met plaat.) - CU het verslag der Polytechnische School over het jaar 1895-96. - Ploegen door stoom en petroleum gedreven. — Lijst «« werken vanwege de Vereeniging van Burgerlijke Ingenieurs, uitgegeven en voor het publiek beschikbaar gesteld. - Weerkundige Waarnemingen. - Kivierberichten. Binnen- en Buitenlandsche Berichten. — Benoemingen, Verplaatsingen, enz. - upe" Betrekkingen. — Gezochte betrekkingen.

RECTIFICATIE.

In het artikel van den heer R. P. J. Tütein Nolthenius, getiteld «Het wetsontwerp der ongevallen-verzekering», 'behooren de regels der 2e kolom op bladzijde 373, van boven tot den 32en regel van onderen, te volden op den 31e« regel van onderen der 1° kolom.

Daarna zijn te lezen de laatste vijf regels der le kolom. Eerst dan behooren te volgen de zinsneden der le kolom, aanvangende met «Volgens de definitieve jaarlijsten over 1894» en eindigende met «dus ongeveer Vb van net totaal benoodigde bedrag !»

Eenige opmerkingen bij de ondergrondsche stroomkaart van het dorp Winterswijk

door

F. E. L. YEEREN, {Met plaat.)

?e bodem van net, uorp winterswijk, voiuii, ecu 110.5-

noeg effen terrein, dat met slechts geringe niveauverschillen naar de beide oevers der Groenlosche Slinge aflooDt. Het hoogste punt (36.77 M. + A.P.) ligt bij

den put XX, het laagste (32.94 M. + A.P ) bij den put I.

De Slinge deelt de bebouwde kom in een grootere westelijke en een kleinere oostelijke helft. Het beekje is smal en ondiep en bezit boven het dorp slechts een klein stroomgebied (ruim 800 HA.) van geringe breedte. Dientengevolge is de waterafvoer in zomer en herfst zeer gering en vertoont de bovenloop in die jaargetijden gewoonlijk een droge bedding. Het grondwater wordt dan echter reeds op een diepte van een paar decimeters aangetroffen. .

Enkele jaren geleden was de geologische- en geognosuscne gesteldheid nog bijna geheel onbekend. Men wist slechts dat de waterhoudende zandlagen een geringe dikte bezitten en rusten op een ondoorlaatbaren leembodem.

Eerst de door mij in 1891-'92 uitgevoerde boringen hebben daarin verandering gebracht. Deze werden verricht met een ruimcylinder, de curelage bestond uit buizen van gegalvaniseerd plaatijzer. Op de meeste punten werd het werk gestaakt, zoodra de keileem bereikt was, sommige boringen werden echter voortgezet tot in de Miocene leem ; van deze laatste zijn de monsters nader onderzocht en beschreven (1) door Dr. Lorié te Utrecht.

(1) Mededeelingen omtrent de geologie van Nederland, verzameld door de commissie voor geologisch onderzoek, n°. 22. III. De Grondboringen te Winterswijk, door Dr. J. Lorié.

a en 6. 36 — 30.8 M. + A.P. Fijn, blank kwarts- i

zand, de bovenste 110 cM. zijn zwart j door humus (a), de daarop volgende 15 j j cM. nog lichtbruin gekleurd. Het zijn I K.eïzand 1 afgeronde korrels van gemiddeld X mM., I afzettino- van f doch er komen ook korrels van 0.5—1 > smelt I en zelfs enkele tot 2 mM. in voor. _ waterbeken. f

In de onderste 18o cM. werden eenige 1 keien aangetroffen van 1, van 3 cM. enz., I wit kwarts, kwartsiet, toetssteen en I I g'

graniet. / \ .5

c 30.8 — 26.8 M. Groenachtig grijze, zande- l ' £

rige leem met een aantal keien. O. a. j 5

veel vuursteen, grauwacke, een kleine I Rhijnchonella, waarschijnlijk uit het I KLeileem Senone Krijt van Oedink afkomstig, een I afzetting vrij groote graniet van 7X5X5 cM., \ van ^ kwarts, kwartsietzandsteen van 7 X ' Landiis X 3.5 cM., dioriet, kiezelachtig ge-1 steente met holten van sponsnaalden en I geledingen van Crinoïden. De meeste keien I bevinden zich tusschen 27.7 en 26.8 M. / /

d. 26.8— ? M. Donkergrijze, taaie leem, iet / Miocene ) tertiair, of wat groenachtig, geheel zonder keien, j vorming. )

2e Boring.

aenfe. 36 —32 M. + A.P. Fijn lichtgeel of; 1

lichtgrijs kwartszand, afgeronde korrels j Keizand van mM., van boven (85 cM.) door \ afzettin„ v'an J

humus zwart gekleurd (o), van onderen > smeft. I (50 cM.) met een paar keien kwartsiet I waterbekën. f

en zandsteen, waarvan de grootste een I ' J

middellijn van 2 cM. bad. J \ s

c 32 — 30 M. Grofzanderige, groenachtige j / J

leem met eenige keitjes van 1 en 1.5 cM., J | (5

vooral van kwarts en toetssteen. Deze / Keileem, I

bevinden zich hoofdzakelijk tusschen 31 l afzetting 1

en 30 M., de grootste (kwartsiet) heeft ( van het 1

afmetingen van 6 X * X 2.5 cM.; behalve I Landijs. 1 kwarts komen er nog voor van zandsteen en een enkele van graniet. /

e. 30 — 29.6 M. Lichtbont grof zand, soms \ kleihoudend. Zeer vele der afgeronde J , j korrels hebben een middellijn van 0.5 mM., I Keizand, I g vele tot 1 mM. Daarnevens eenige keitjes i afzetting [ .g van kwarts en graniet, o. a. van 3 X eener smelt- 5 2 5X2 cM., een stuk lichtgrijze vuur-1 waterbeek. I g steen van 3.5 X 2.5 X 2 cM. en sporen ] van schelpfragmenten. 1 j

Het aan de kaart toegevoegde profiel (1), welks richting door een stippellijn is aangegeven, berust op de resultaten der 3 volgende putboringen :

le Boring.

2.5 X 2 cM., een stuk lichtgrijze vuur- I steen van 3.5 X 2.5 X 2 cM. en sporen

van schelpfragmenten.

afzetting van j

:500.

Tertiair.

M\ Knhaal der lensten 1 :5000. Schaal der hoogten 1

ie Vereenleiiiï van BurgerlilKe Ineenieurs stelt zich in eeenen deele verantwoordelijk voor de denkbeelden in de onderscheidene bijdragen ontwiMd ol toegelicht.