DE

12e Jaargang.

INGENIEUR.

391

Orgaan

1897.-JÏ2 33.

VEREENIGING VAN BURGERLIJKE INGENIEURS.

WiiDlul pwijfl aai ie t

ithiik ei Je mconamie ra Openbare Werïei ei Miitt.

Prijs per Jaargang:

Franco per post*

Voor Nederland: f 8.—

Voor het Buitenland met vooruitbetaling ... - 10.60 Voor leden der Vereeniging van Burgerlijke Ingenieurs

worden bovenstaande prijzen met ƒ 2.— verminderd. Men abonneert zich voor een jaargang. Over het bedrag der abonnementen in Nederland

wordt halfjaarlijks door de Administratie beschikt. Afzonderlijke nummers 20 cents. — Bewijsnummers

10 cents.

Versckijnt eiken Zaterdag.

Abonnementen, stukken en mededeelingen, boeken brochures, enz. te richten aan de Redactie: Scheveningsche Veer no. 7, te 's-Gravenhage.

Advertentièn uiterlijk Vrijdags 12 ure des voormiddags intezenden aan de Directie en Administratie van dit Blad, Paveljoensgracht No. 19, te 's-Gravenhaee.

Hoofdvertegenwoordiger voor Nederland: C. W. BETCKE, Advert.-Bureau, Botterdam.

Afzonderlijke Nummers worden, voor zoover de voorraad strekt, alléén aan Abonnés geleverd.

's-Gravenhage, 14 Augustus.

Prijs der Aflvertentiën:

Per regel f n.25

Groote letters naar plaatsruimte.

Abonnementen volgens afzonderlijke overeenkomst.

By eene eerste plaatsing van annonces voor Aanbestedingen is de prijs per regel ƒ0.15; bij eene tweede en meerdere plaatsing van dezelfde annonce ƒ 0.10.

Bij abonnement op Advertentiën wordt het blad gratis toegezonden.

Verantwoordelijk Redacteur: J. van Heurn, Civ.-Ing., 's-Gra\enhage. INHOUD.

De Duitsche en Engelsche portland-cement Industrie door J. v. D. B. — Uit het verslag van de Kamer van Koophandel van Botterdam. — De ontwikkeling der Electro-technische industrie in Duitschland. — Uit het verslag betreffende de Polytechnische School, cursus 1895—1896 (vervolg van blz. 386). — Uit de Annalen der Hydrographe und Maritimen Meteorologie, Heft X 1S96. — Weerkundige Waarnemingen. — Rivierberichten. — Binnen- en Buitenlandsche Berichten. — Benoemingen, Verplaatsingen, enz. — Open betrekkingen. — Gezochte betrekkingen.

De Duitsche en Engelsche portland-eementindustrie.

sportland-cement is een product, hetwelk zijn ontstaan

te danken heelt aan de sintenng van eene innige vermenging van kalk- en leemhoudende materialen, als eigenlijke bestanddeelen. Het aldus verkregen product,

tot een uiterst fijn poeder gemalen, wordt in zakken of vaten verpakt en dusdanig op de werken aangevoerd.

De silicaten en de kalk verhouden zich in het gebrande portland-cement als 1:2. Bij natuurlijk portland-cement verhouden deze zich als 1 : 2,4.

De portland-cement-industrie omvat drieërlei bewerkingen, welke te onderscheiden zijn in: mengen, branden en malen. De innige vermenging der kalk- en leemhoudende materialen kan eene natuurlijke of eene kunstmatige wezen.

Een groot kalkgehalte deelt aan het portland-cement eene groote vastheid mede, doch brengt daarentegen weder het nadeel met zich mede, dat de kans voor «treiben» grooter wordt, daarentegen zal een te hoog leemgehalte de vastheid van het portland-cement verminderen. De portland-cement-industrie moet zich dus ten doel stellen, het kalkgehalte zoo hoog mogelijk op te voeren, zonder daardoor het «treiben» in de hand te werken. Door analysen, onderzoekingen, vastheidsproeven enz. moet steeds naar de gunstigste verhouding van kalk en leem gezocht worden, daar eene overschrijding der kalk- of leemgrenzen de nadeeligste gevolgen kan hebben.

De menging zelve geschiedt bij het kunstmatig bereiden van portland-cement langs machinalen weg. Door de groote verscheidenheid in de grondstoffen, is deze voor elke fabriek eene verschillende. In hoofdzaak onderscheidt men drie methoden en wel: de natte, de droge en de halfnatte.

De oorspronkelijke, in Engeland, Noord-Frankrijk, België en Duitsche kuststaten, meest toegepaste methode is de natte, aangezien men tot nu toe nog onbekend is met eene andere methode, dan door slibben vuursteenhoudend krijt en zandhoudend leem van hunne schadelijke nevenproducten te ontdoen en innig te vermengen.

In een cirkelvormigen, diepen houder draait eene loodrechte as met vele straalvormige armen, waaraan talrijke roerstaafjes zitten, die de in den slibmolen gebrachte grondstoffen (kalk en leem) in beroering brengen en deze onder rijkelijken toevoer van water tot eene dunne slib verwerken; deze loopt aan de oppervlakte weg, terwijl grof zand, steenen enz. op den bodem bezinken en vandaar zijdelings verwijderd kunnen worden.

Bij het gebruik van 98 tot 99 procent zuiver krijt rekent men gemiddeld 3 gewichtsdeelen kalk en 1 gewichtsdeel leem noodig te hebben.

Daar het een uitgemaakt iets is, dat het branden van het portlandcement een gelijkmatiger en beter verloop heeft, naarmate de grondstoffen fijner verdeeld zijn, verdient het zeer zeker aanbeveling de slib door zeven heen te voeren, alvorens zij de bezinkvijvers bereikt.

Het slib, waarvan het watergehalte tusschen 40 en 90 pCt. varieert, wordt door kanalen naar de bezinkvijvers gevoerd, waar het bezinkt, terwijl het water verwijderd wordt. De verdere behandeling der slib, het drogen en vormen tot steenen, hangt van de soort van oven af.

De droge methode, hoofdzakelijk in Midden- en Zuid-Duitschland, Zwitserland en Zuid-Frankrijk gevolgd, is hoewel goedkooper, veel bewerkelijker en eischt eene zeer groote oplettendheid. Om kalk en leem in drogen toestand zoo innig te vermengen, als voor het branden vereischt wordt, moeten beide grondstoffen tot uiterst fijn poeder gemalen worden en derhalve meestal voor het malen kunstmatig gedroogd worden. De keuze der machines voor de volmaakte fijnmaking der grondstoffen is eene zeer moeielijke, daar de grondstoffen voor het portlandcement zoo verschillend zijn en hier eene groote ervaring voor noodig is. Op dit gebied worden dan ook nog steeds groote fouten gemaakt, die tot groote verliezen aanleiding geven.

Het beste is om afzonderlijk de kalk en het leem tot poeder te vermalen, en deze alsdan in de goede verhouding in daarvoor geschikte machines innig te vermengen. Aanbeveling verdient om voor men tot deze vermenging overgaat, de kalk en het leem te ziften.

Bij de halfdroge methode wordt meestal de kalk droog gemalen en als fijn gezift poeder vermengd met de leemslib.

Het vormen van steenen gaat het branden van het portlandcement vooraf. Bij het natte proces worden de steenen direct uit de genoeg ontwaterde slib gevormd, wat eveneens het geval is bij het halfdroge proces. Daarentegen schijnt het zeer vreemd, dat men het bij de droge methode verkregen poeder weder vochtig maakt, om hieruit steenen te kunnen vervaardigen, die daarop spoedig weder gedroogd moeten worden.

Voordat de cementsteenen in den oven komen, worden zij in droogkanalen van verschillende constructie gedroogd.

Daar juist dit kunstmatige drogen in de portland-cement-' industrie zoo'n groote rol speelt, moet elk voorschrift hieromtrent als willekeurig beschouwd worden.

Het branden van het portland-cement moet zoolang voortgezet worden, totdat sintering intreedt. Dit begin van smelten is voor portland-cement een vereischte. Te sterk branden schaadt, terwijl men in het tegenovergestelde geval nooit de vereischte Yastheid aan het portland-cement zal mededeelen.

Oorspronkelijk werd portland-cement alleen in schachtovens gebrand, die onafgebroken werkten en bij genoegzame oplettendheid goede resultaten gaven. De bezwaren evenwel aan deze soort van ovens verbonden, waren de groote onkosten aan brandstoffen. Werkelijk goedkooper bleken de ringovens te werken, die bovendien nog het voordeel bezitten, dat de cement-

Be Vereenleiiig ra Burgerlijke ingenieurs stelt ücn in eeenen deele verantwoordelijk voor de denkbeelden in de onderscneidene bijdragen ontwikkeld ol toegelicnt.