DE

INGENIEUR.

Orgaan

469

12e Jaargang.

dbb

1897. - * 41.

VEREENIGING VAN BURGERLIJKE INGENIEURS.

«M pwi aai ia tectiM n ii bcoibim tui OpenHare Wurm n NiimMil.

Prijs per Jaargang: Vers dijn. t elfcen Zaterdag, prijs der Aiyertentiën:

Franco per post.

, ft__ Abonnementen, stukken en mededeelingen, boekeu Per regel fu.io

Voor Nederland i tb. brochures, enz. te richten aan de Redactie: Scheve- , , .

Voor het Buitenland met vooruitbetaling ... - 10.50 ningsche Veer no. 7. te •s-Oravenhage. Groote letters naar plaatsruimte.

Voor leden der Vereeniging van Burgerlijke Ingenieurs ln41~'Tan^Te 3^M™12fX Abonnementen volgens afzonderde overeenkomst,

worden bovenstaande prijzen met ƒ 2.— verminderd. Blad, Paveljoensgracht No. 19, te 'a-Gravenhaep Bij eene eerste plaatsing van annonces voor Aanbeste-

Boofdvertegenwoordiger voor Nederland: C. W. BETCKE,

Men abonneert zich voor een jaargang. Advert.-Bureau, Rotterdam. dingen is de pr(js per regel ƒ0.15; bjj eene tweede en

Over het bedrag der abonnementen in Nederland Afzonderlijke Nummers worden, voor zoover de voor- meerdere plaatsing van dezelfde annonce ƒ 0.10.

wordt halfjaarlijks door de Administratie beschikt. raad strekt, alléén aan Abonnés geleverd. .„.»,- j. , »i, ^ < „

""'A/1*1* j ; g^j abonnement op Advertentien wordt het blad gratts

Afzonderlijke nummers 20 cents. — Bewijsnummers

10 cents. 's-Gravenhage, a üctober. toegezonden.

Verantwoordelijk Redacteur: J. van Heurn, Civ.-Ing., 's-Gravenhage.

INHOUD.

Bericht. — Polderbemaling door middel van electrische arbeidsoverbreuging, door O. A. Jolles. — Ingenieurs van den Waterstaat in Ned.-Indië. — Pit de Annalen der Hydrographe und Maritime Meteorologie 1897. Heft VIII. — Dit het Verslag van den Eaad van Toezicht op de Spoorwegdiensten over het jaar 1896 (vervolg van blz. 463). — Weerkundige Waarnemingen. — Eivierberichten. — Binnen- en Buitenlandsche Berichten. — Benoemingen, verplaatsingen. — Open betrekkingen enz.

ERRATUM.

In het verslag van de vergadering van de Vereeniging van Burgerlijke Ingenieurs, voorkomend in n°. 40 blz. 462, staat abusievelijk vermeld dat het voorstel van het lid de Jongh betrof het verleenen van een jaarlijksche subsidie van 50 gulden voor de samenstelling van een handboek voor het timmervak, hetgeen moet zijn het verleenen van eene jaarlijksche bijdrage aan de commissie voor het afleggen door werklieden van proeven van bekwaamheid als meester of gezel.

BERICHT.

Vereeniging van Burgerlijke Ingenieurs.

Samenstelling van het Bestuur.

Aan de leden wordt bekendgemaakt, dat, tengevolge van de benoemingen in de laatste twee Algemeene Vergaderingen, thans het Bestuur der Vereeniging is samengesteld als volgt:

M. J. van Bosse, Voorzitter.

P. J. van Voorst Vader, Secretaris.

H. de Mol van Otterloo, Penningmeester.

A. M. K. W. Baron van Ittersum.

J. D. Donker Duyvis.

J. de Koning.

A. Déking Dura.

Namens het Bestuur:

M. J. van Bosse,

Voorzitter.

P. J. van Voorst Vader, Secretaris.

Den Haag, 4 October 1897.

Polderbemaling door middel van electrische arbeidsoverbrenging.

'~|oen ik in het voorjaar van 1894 te Berlijn bespre-

I? kingen hield o. a. met de technische directie van de Allgemeine Elektricitats-Gesellschaft over het denk- v——ei beeld van het toepassen van electrische arbeidsoverbrenging op polderbemalingen, welke bij de werken tot verlegging van den Maasmond betrokken zijn, bleek mij dat dergelijke inrichting nog nergens in Duitschland was ontworpen of tot stand gebracht.

Dat eene zoodanige toepassing van het electrisch arbeidsvermogen sedert echter in Duitschland plaats heelt gevonden, leert ons de aflevering van het «Elektrotechnische Zeitschrift» van 30 September 1897, waaraan het volgende ontleend is.

In de Memel-delta in Oost-Pruisen, tusschen Koningsbergen en Memel, ligt eene uitgebreide vlakte doorsneden door tal van vertakkingen der rivieren de Russ en de Gilge. Deze groote laagvlakte van driehoekigen vorm is aan de Noord-Oostzijde begrensd door de Russ, aan de Zuid-Oostzijde door de Gilge en aan de Westzijde door het Kurische Hafl, een zoetwaterboezem van 1620 KM2., die door eene betrekkelijk nauwe opening, het Memelerdiep, met de Oostzee in verbinding staat.

De Russ is langs de Zuidzijde bedijkt, de Gilge langs beide oevers, doch aan de zijde van het Haff ligt (thans: lag) het terrein onbeschut voor watervloeden.

Dit terrein, groot omstreeks 18000 HA. (dat is dus zoo groot als onze Haarlemmermeerpolder) bestaat uit hooge venen, vruchtbare weilanden en moerassige bosschen.

Als in het voorjaar de ijsmassa's langs de rivieren losbreken, wordt meermalen al dit land onder water en ijs gezet en vindt men mijlen ver slechts hier en daar enkele hoogten die vloedvrij olijven en waarop de bewoners hunne hutten gebouwd hebben.

Evenzeer kunnen aanhoudende Westenwinden hier onderwaterzettingen veroorzaken.

Het is duidelijk dat deze plaatselijke gesteldheid voor het landbouwbedrijf in die streken uiterst nadeelig is, en hel is dan ook niet te verwonderen dat men, reeds sedert vele jaren, naar middelen heeft omgezien om dezen treurigen toestand te verbeteren.

Hoewel reeds sedert 1860 tot dit doel ontwerpen gemaakt werden, zoo gelukte het eerst in 1892 aan den «Regierungs& Baurath» Danckwerts, een project samen te stellen dat eene geschikte oplossing bevatte voor de vele technische en administratieve bezwaren, die zich hierbij voordeden.

De betrokken grondeigenaren, wien de overstroomingen van 1888 en 1889, toen alles 1 1 2 meter diep onder water gezet werd, nog versch in het geheugen lagen, vereenigden zich tot een dijkbestuur en, in overeenstemming met het project Danckwerts, werd weldra een dijk langs de Westzijde aangelegd. Deze dijk heeft eene lengte van ongeveer 30 KM., bij eene kruinshoogte van gemiddeld 2 M. en eene kruinsbreedte van 2.50 M. ; de dijk is samengesteld uit zand met eene kleibekleeding.

De Vereeniging Tan BnigerlilKe Ingenieurs stelt zien in geenen deele Yerantwoordeiillc voor de dentteelden in de onderscneidene uitdragen ontwltteld of loegelicm.