523

M 45.

telegram van hulde afgezonden, ten antwoord waarop het Hare Majesteit behaagde opnieuw Hare belangstelling te doen betuigen.

Is met de openstelling der nieuwe schutsluis de grootste belemmering in de verbinding van Amsterdam met de Noordzee opgeheven, de Regeering deed in het verslagjaar tevens een bescheiden stap om de afmetingen van het Noordzeekanaal zelf met die der nieuwe sluis in overeenstemming te brengen, door op de Staatsbegrooting van 1897 uit te trekken een bedrag van twee ton gouds als eerste helft van een uitgaaf van vier ton, om de bodembreedte van 25 op 32 M. te brengen, en tevens een aanvankelijk bedrag van f 10,000.— tot wijziging van den kanaalovergang in den straatweg bij Velsen.

Het weinig gunstig onthaal dat 's Ministers voorstellen blijkens het Voorloopig Verslag bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal hadden gevonden, noopte ons tot dit Staatscollege een vertoog te richten.

Bij Memorie van Antwoord nam de Minister den post voor wijziging van den kanaalovergang bij Velsen, op grond dat de zaak niet genoegzaam voorbereid bleek, weer van de begrooting af. De post, bevattende de twee ton voor verbreeding van het kanaal, werd zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming aangenomen.

Koopvaardijvloot.

Op 31 December 1896 bestond de Amsterdamsche Koopvaardij vloot, met uitzondering van de schepen der Koninklijke Nederlandsche Paket-

vaart-Maatschappij uit:

26 zeilschepen,

en 64 schoomsehepen,

metende 28,031 tonnen

109,298 „

dus te zamen uit 90 schepen, en op 31 December 1895 uit:

30 zeilschepen, en 64 stoomschepen,

metende 137,329 tonnen,

metende 29.593 tonnen 108,008 „

dus te zamen uit 94 schepen. metende 137.598 tonnen.

Bij de beoordeeling van bovenstaande cijfers moet er op worden gelet, dat voor de stoomschepen is opgegeven de bruto-inhoud in tonnen volgens de nieuwe meting; de netto-inhoud bedroeg op 31 December 1896 voor de stoomschepen 77,301 tonnen.

De sterkte der geheele Nederlandsche handelsvloot was op dat tijdstip: 440 zeilschepen, metende te zamen 96,559 tonnen en 172 stoomschepen, „ „ „ 196,939 „ Zoodat de Amsterdamsche vloot ongeveer 29 pCt. van de zeilschipruimte en 39 pCt. van de stoombootruimte van Nederland omvat.

Regelmatige Stoomvaartlijnen. De geregelde stoomvaartverbinding van Amsterdam met verschillende havens wijst in het afgeloopen jaar een niet onbeduidenden vooruitgang aan.

De nieuwe dienst op Goole werd in Januari 1896 geopend en onderhoudt sedert geregeld en tweemaal 's weeks de vaart op Goole. De insgelijks tweemaal 's weeksche vaart op Huil en de viermaal 's weeksche op Londen werden in stand gehouden door de Hollandsche Stoomboot-Maatschappij, die haar transito-verkeer aanmerkelijk zag toenemen.

De Koninklijke Nederlandsche Stoomboot-Maatschappij volbracht in hare lijn op Noord- en Oostzee, Middellandsche Zee en Levant, 35 reizen meer dan in het jaar 1895.

Terwijl de vaart op Oost- en West-Indië, door de Maatschappijen „Nederland", „Oceaan" en „Koninklijke West-Indische Maildienst' ongeveer op dezelfde hoogte bleef als in het vorige jaar, nam de vaart op Noord-Amerika der Holland-Amerika lijn van onze haven in aantal schepen en tonneninhoud, zoowel uitgaande als inkomende, grootere afmetingen aan, terwijl de Duitsche Oost-Af'rika-lijn van af 1 Juli 1896, in plaats van om de 4 weken, Amsterdam om de 3 weken liet aandoen.

Ten aanzien der op ongeregelde tijden varende lijnen wordt vermeld, dat het verkeer op Zweden en Noorwegen levendiger was, terwijl tegen het einde des jaars een nieuwe reederij, de „Stoomvaart-Maatschappij Oostzee", werd opgericht.

(Wordt vervolgd.)

STATEN-GENERAAL.

DE WATERSTAATSBEGROOTÏNG VOOR 1898.

(Vervolg van bladz. 514.)

Art. 146. Subsidie voor den aanleg van een paardenlramweg van Kantens naar het station Winsum (provincie Groningen). Door den heer H. Wind, ingenieur van het waterschap Hunsingo te Groningen, werd aan het provinciaal bestuur van Groningen een subsidie aangevraagd voor den aanleg en de exploitatie van een tramweg van het dorp Kantens via Middelstum en Onderdendam tot het station Winsum van den locaalspoorweg Sauwerd—Roodeschool. Dientengevolge werd m de zitting der Staten van November 1896 een renteloos voorschot toegekend van f 100 's jaars per kilometer gedurende 15 jaren.

Ook tot de Regeering werd een verzoek om subsidie gericht voor den aanleg vaii dezen aanvankelijk met paarden te exploiteeren tramweg en zij meent de toekenning van eene Rijksbijdrage van f 15,000

ten behoeve van de op te richten onderneming te mogen voorstellen. Het doel daarvan is om eeiiige oostelijk van den locaalspoorweg Sauwerd—Roodeschool gelegen gemeenten daarmede in verbinding te brengen. Dit is inzonderheid van belang voor de gemeente Onderdendam, waar zich de zetel bevindt van het kanton van dien naam, dat door den locaalspoorweg wordt doorsneden. Door de verbinding van Winsum met Onderdendam zullen nagenoeg alle gemeenten in het kanton met den zetel daarvan worden verbonden, onmiddellijk, maar ook middellijk, vermits goed geregelde omnibusdiensten het verkeer bedienen tusschen het geheele westelijke gedeelte van het kanton en den spoorweg. De aanlegkosten van de lijn, ter lengte van ruim 11 kilometer, zijn begroot op f 90,000. Behalve door het gewestelijk bestuur zijn ook door eenige gemeentebesturen in de streek subsidiën toegezegd. De contante waarde der subsidiën bedraagt:

f 500 gedurende 20 jaar toegezegd door de gemeenten Middelstum (f 350) en Kantens (f 150) = f 7,106,20;

f 892 gedurende 5 jaar toegezegd door de gemeenten Winsum (f 400) en Onderdendam (f 582) = f 4,433,78 ;

f 1170 gedurende 15 jaar toegezegd door het provinciaal bestuur f 13,475.37.

Het gezamenlijk bedrag der door de streek toegezegde subsidiën bedraagt derhalve f 25,015.35. Bij toekenning van een subsidie uit 's Rijks schatkist van f 15,000 zal dus niet worden afgeweken van den regel, dat niet meer dan één derde van de begroote kosten van aanleg en niet meer dan het door de streek toegezegde subsidie van Rijkswege voor den aanleg van een tramweg wordt toegekend.

Art. 174. Tentoonstelling te Parijs in 1900. Naar het zich laat aanzien zal dit jaar slechts een klein gedeelte van het op de begrooting uitgetrokken bedrag van f 20,000 worden uitgegeven. In verband daarmede zal vermoedelijk bij beschikbaarstelling van een gelijk bedrag voor 1898 in den geregelden gang der werkzaamheden kunnen worden voorzien.

Vde Ar DEELING.

Posterijen.

De toeneming van het post- en telegraafverkeer, welke ook uit de stijging der inkomsten blijkt, maakt het noodig, evenals vorige jaren, meerdere fondsen beschikbaar te stellen dan tot dusver.

Daarbij komt voor 1898 hetgeen vereischt wordt voor de stichting van de nieuwe gebouwen te Amsterdam met meubilair en technische inrichting, alsmede voor den intercommunalen telephoondienst, welke van af 1 October 1897 van Rijkswege wordt uitgeoefend.

Voor 1898 wordt op de onderdeelen B, C en D geraamd f 9,916,230.00

voor 1897 is toegestaan - 9,731,000.59

alzoo meer

_ in het cijfer van 1897 is echter begrepen de uitkeering voor eens aan de Nederlandsche Bell-TelephoonMaatschappij voor de kosten besteed aan intercommunale lijnen ten bedrage van

zoodat het verschil moet gesteld worden op f

f 185,229.41

215,040.59 400,270.00

In dit bedrag is in vergelijking met 1897 meer begrepen :

Voor nieuwe gebouwen te Amsterdam f 399,000-

tegenover f 314,000 in 1897 f 85,000.00

voor spoorwegmaatschappijen wegens vergoeding voor

vervoer van postpakketten - 20,000.00

voor meubilair in het nieuwe post- en telegraafge-

t>ouw te Amsterdam - 30,000.00

voor toestellen enz., met het oog op de technische inrichting van het nieuwe telegraafkantoor te Amsterdam - 28,000.00

zoodat van het totale verschil, ad

f 163,000.00 - 400,270.00

f 237,270.00

overblijft ....

voor de vermeerdering op de overige onderdeelen.

Uit den aard der zaak wordt het grootste gedeelte van deze som vereischt voor de vermeerdering van personeel, periodieke traktementsverhooging volgens vastgestelde regelen, toelagen en verbetering van bezoldiging van brievengaarders en postboden.

Voor personeel is meer dan over 1897 geraamd :

posterijen f 66,795.00

vereenigde dienst - 183,425.00

telegraphie minder

blijft

f 250,220.00 16,650.00

f 233,570.00

Hierin is begrepen :

voor verbetering van bezoldiging van

brievengaarders en postboden f 50,000.00

voor periodieke traktementsverhoogin-

gen volgens vastgestelde regelen - 59,310.00

voor traktementeverhooging van kier-