M 51

608

Tegen alle voorschriften in (K. B. 4 Mei '83, SM. 41) komt het licht door ramen in den werkmuur, daar het bord zoo gesteld is, dat het bevestigd is aan het penant tusschen beide ramen. De hoogte is op verre na niet 4,50 M. (3,60 M.), terwijl de leuning van de achterste bank veel meer dan 6,50 M. van het bord is verwijderd (12,60 M.).

Men lette wel op, dat het K. B. hier ten volle van toepassing is daar er sprake is van te stichten of in gebruik te nemen gebouwen voor Middelbaar Onderwijs, hetgeen hier het geval is, aangezien deze zaal in 1896 is in gebruik gesteld.

De achterste plaats is 12,6 M. van het bord, terwijl 169 personen het college bijwonen moeten.

Verschijnen zij allen, dan is er:

1°. geen plaats;

2°. noch de wettelijk voorschreven oppervlakte, noch lichamelijke inhoud.

(Zie bovengemeld K. B.)

De vlakte-inhoud p. p. is dan n.l. 0.63 Af2, (wettelijk voorgeschreven 0,8-1,2, M2.), de lichamelijke inhoud 2,26 iW3. (wettelijk voorgeschreven 3,6 M3.).

De banken, die amphitheatersgewijze oploopen, verschillen zoo weinig in hoogte, dat de bezoekers niet over elkanders hoofden kunnen zien en dus verplicht zijn op de leuningen te gaan zitten, als zij wat ver achteraan een plaats krijgen.

In 't geheel is er plaats voor 112 personen, terwijl de afmetingen zijn 3,60 X 6,00 X 17,79.

De collegezaal is bovendien aan de straat gelegen, waardoor het volgen van de voordracht soms lastig is.

r>„ ,r^i^v,t;nfT «oa^Viierlt. rlonr twee ramen voor aan de

straat, de twee hierboven genoemde en een bovenlicht.

Aangezien de bezoekers met hun rug naar de straat zitten, hebben zij aan de daar aanwezige ramen niets, want ze zitten in hun eigen schaduw te schrijven.

De verwarming geschiedt door twee vulkachels, de ventilatie door de ramen, die alle van boven opengaan, met een opening van 0,50 X 1,40-

De zaal, die wat slechte inrichting betreft, de bovengenoemde nabijkomt, is zaal 15, waar het college in kennis van bouwstoffen wordt gegeven.

De zolder van een der gebouwen is n.l. vertimmerd tot collegezaal, 't Licht komt van boven en door een dakvenster.

't Aantal beschikbare plaatsen is niet met zekerheid op te geven.

Ongeveer 40, terwijl 81 personen het college moeten bezoeken.

Ventilatie is slechts mogelijk door het dakvenster. De verwarming geschiedt door een kachel.

Het geheel kan niet den naam collegezaal dragen; het cabinet van den leeraar gaan wij met stilzwijgen voorbij. Het is onmogelijk hiervan een eenigszins de waarheid nabijkomende voorstelling te geven.

-7~„i ii of,rorlQnlr+o ^mnasinm"! was bmkbaar

taai ii. v1" iJCU cus^"""-^ ~v j --H-

bestemd om slechts zeer tijdelijk voor het onderwijs te worden gebruikt. Men heeft ten minste de moeite niet genomen de banken daar te verven.

Evenwel worden daar nog steeds de colleges Beschrijvendeen Analytische Meetkunde gegeven.

Er is plaats voor 130 personen, terwijl er 169 behooren te zijn.

Er zijn 7 ramen, die van boven opengaan met een opening van 0,65 X 1,30. '.

De leuning van de laatste bank is ongeveer 11 Meter van het bord verwijderd. (Men zie hierboven.)

Hoe het mogelijk is dat het onderwijs aan de P. S. gegeven kan worden in zalen, die voor ander onderwijs ongeschikt zijn verklaard, (waarvoor is anders een nieuw Gymnasium aan de Vest gebouwd) is ons onbegrijpelijk.

't Lijkt ons evenwel een zeer sprekende bijdrage tot het feit, dat de toestand onhoudbaar is.

De inhoud is 13 X 5,80 X 3,25.

De vlakte-inhoud is dan 0,44 M2. in plaats van 0,8—1.20 M2.

De lichamelijke inhoud is 1,45 M3. in plaals van 3,6 AP.

Ook deze zaal is na '83 in gébruik genomen.

Onder de slechte collegezalen treedt zaal 4 eveneens zeer op den voorgrond. De hoogte is 3,90, terwijl het oppervlak is 8,23 X 6,92 M2.

De lichamelijke inhoud is 2,6 M5.

De minimumhoogte moet zijn 4,50 M.

Er is plaats voor 84 personen, die ieder eene schrijfruimte van 50 cM. hebben.

De zitplaatsen zijn amphitheatersgewijze aangebracht.

Het licht komt van links door 2 ramen; 't is over het algemeen zeer onvoldoende, temeer daar 10 zitplaatsen aan¬

gebracht zijn tegen de ramen, waardoor degenen die daar zitten een deel van 't licht onderscheppen.

Door die ramen (3,40 X 1,47) kan van boven geventileerd worden door een opening van 0,43 X 1,47.

De kunstverlichting geschiedt door een gaslamp.

Verder verdiend genoemd te worden de Collegezaal 42 waarvan de afmetingen zijn 11,12 X 7,40 X 4,50.

Het college Prof. Ravenek, in deze zaal gegeven, moet worden bezocht door 158 bezoekers. .

Deze hebben de beschikking over een vlakte inhoud van 0,5o m plaats van 0 65 Af2, en over eenen lichamelijken inhoud van 2.48 in plaats van' 3,6 AR (K. B. 4 Mei '83 Stbld. no. 41).

Neemt men de zeer slechte ventilatie in aanmerking, dan spreken deze cijfers voor zichzelf!

Er is plaats voor 89 personen.

Er zijn 4 ramen elk van 3,20 X 1,40. Zij gaan en van boven èn van onder open, boven 0,86 M., onder 0,84 M. Zij geven dus een opening van 0.86 X 1,40-

De zaal ziet uit op een binnenplaats, waardoor de verlichting niet voldoende kan genoemd worden.

De kunstverlichting geschiedt door 6 vleermuis-branders.

De verwarming geschiedt door een gewone kachel.

In zaal 43 met een inhoud van 9,47 X 7>56 X 4,50 is plaats voor 70 personen. Er zijn 4 ramen elk van 3,22 X 1,48, terwijl door een opening van 1,48 X 0,81 moet geventileerd worden.

De kunstverlichting geschiedt door 6 Argandbranders. De zaal is aan straat gelegen, wat bij het vrij drukke verkeer

hinderlijk is.

In zaal 42 en 43 is de schrijfruimte voor eiken bezoeker disponibel

0,50 M.

In zaal 32, die verlicht wordt door 3 ramen (3,00 X 1,40), is plaats voor 40 personen. Zie opmerking hierboven.

De ventilatie geschiedt van boven door 2 openingen elk 0,77 X 1>40. De ventilatie kan ook geschieden door de ramen naar boven te schuiven, maar hiervan wordt geen gebruik gemaakt.

De zaal ziet uit op een binnenplaats.

Er is geen kunst verlichting.

De inhoud is 6,37 X 8,39 X 4,50.

De Collegezalen 38 en 40 zijn bruikbaar te noemen, hoewel zij deelen in de algemeene afwezigheid eener behoorlijke ventilatie en verwarming.

De modelzaal voor de civiel-ingenieurs is gelukkig weing bezocht, aangezien er, ten eerste slechts eens in de week gelegenheid is de modellen te bezichtigen en ten tweede de ligging der zaal (op een zolder der werktuigkundige afdeeling) bijna niemand bekend is.

Het loont de moeite geenszins pogingen aan te wenden de zaal te vinden. De enkele interessante modellen die er zijn,

zijn zoo verwaarloosd, dat zij spoedig m ueiizeuucu ™a» v«" ontbinding zullen verkeeren als de overige voorwerpen.

Terecht is blijkbaar begrepen, dat het onverantwoordelijk zou zijn de verzameling te vergrootenden te completeeren waar de localiteiten zich niet leenen tot een behoorlijke bezichtiging en berging der modellen.

Vermelden wij ten slotte nog het natuurkundig laboratorium, dat eveneens groote verbetering behoeft.

Vier zalen en een corridor (welke bij goede keuze der proeven en zonder te groote opeenhooping daartoe vrij bruikbaar is) zijn hiertoe beschikbaar. Bij practische verdeeling is het desnoods mogelijk hier 30 personen te laten werken. Stelt men ieder eens per 14 dagen in de gelegenheid zich te oelenen dan kan met de ruimte worden volstaan, maar het is duidelijk dat het verkrijgen van eenige handigheid in het verrichten van natuurkundige waarnemingen, eischt dat zeker eens per week daartoe gelegenheid worde gegeven. Dit is m de thans in gebruik zijnde localiteiten niet mogelijk.

Afgezien van 't feit, dat de ingeschrevenen, blijkens t vorenstaande, niet vaak genoeg kunnen werken, blijkt de thans in gebruik zijnde ruimte grootendeels ongeschikt voor 't doel, als men in aanmerking neemt dat op een bovenverdieping, met slecht onderlegde houten vloeren, in de onmiddellijke nabijheid van een kanaal, waarop druk verkeer is met ijzeren vrachtschepen, geen ook maar eenigszins betrouwbare waarnemingen omtrent licht, magnetisme etc. zijn te doen.