15

m. 8.

De beide kalkovens (te Ngloewak en te Tjileboong) konden in 1896, in verband met noodig gebleken herstellingen en verbeteringen nog niet geregeld in werking blijven De verdere kalksteen-exploitatie zou worden gestaakt, daar de voorraad voorloopig voldoende werd geacht. .

Met de graafwerktuigen ondervond men ook in 1896 weder bezwaren van denzelfden aard als die, welke zich vroeger voordeden. De 8 in Europa vervaardigd wordende excavatoren van nieuwe constructie kwamen nog niet gereed. Een nieuwe persbag-ermolen («Solorivier III»)werd in November 1896 uit Europa te Sidaijoe Lawas aangebracht en kon inden aanvang van 1897 in gebruik worden gesteld.

In de centrale houtzagerij te Bodjonegoro was bij het einde van 1896 een houtmassa van 63,987 M3. gezaagd.

Het verkrijgen van het noodige werkvolk leverde ook in 1896, vooral in de meest westelijk gelegen, weinig bevolkte streken, noa-al moeielijkheden op. Toch viel er eenige verbetering te bespeuren. Terwijl in Mei van dat jaar — tijdens den padi-oogst _ het aantal koelies gemiddeld nog geen 5000 per dag bedroeg, nam het aantal tot November, toen het tot ruim 14,100 was o-estegen, geleidelijk toe. In December verminderde de opkomst

eenter weuer

Als er 4 afdeelingen aan de Polyt. School zijn dan is het principe van afdeelingen ingevoerd en als er een schaap over de brug is, dan volgen er meer.

Het bezwaar van eenige vertraging (na al die jaren wachten) kan niet overwegend zijn, vooral waar vertraagd wordt om de sprong volkomen juist te doen.

Reculer pour mieux santer.

K. komt een tusschenregeling bijna even omvangrijk voor als eene definitieve. De gang van zaken volgens de ideeën van K. zou als volgt zijn:

Een geheel nieuwe volledige wet op het Technisch Hooger Onderwijs, met verwijdering uit de wet M. O. van alle artikelen betrekking hebbende op de P. S. De Minister verklaart evenwel in de Memorie van Antwoord dat hij niet voornemens is ingrijpende wijzigingen van de wet M. O. in te dienen.

Bij een wet op het Technisch Hooger Onderwijs moeten alle vraagpunten opgelost worden. , • .

Hier wordt slechts de invoering van twee principes (waarover alle betrokkenen en belanghebbenden het eens zijn) aanbevolen.

Maar de omvang spreekt wel het duidelijkst uit vergelijking van een verslag van 234 en een opstel van 7 bladzijden.

K. zegt: niet de organisatie van het bestuur is het voornaamste, doch de organisatie van het onderwijs. Zooals reeds gezegd het zijn de examen-artikelen, die de regeling van het onderwijs in hoofdtrekken aangeven, en volgens mijn beschou„r-:—iry TCn KO ral i'pyWp nfrlRfilino- Kei advies voor zijn

Beantwoording Van „K" en „Een Architect", j afdeelinge-examens en dus Ut advies voor de organisatie der

De belanghebbenden en de betrokkenen zullen er wel deug; delijk prijs op stellen dat een organisatie met afdeelingen

i daaraan voorafgaat.

:nier weuer. , ,

r>_ R«/,;nnorrnrn werd steeds voortgegaan met

het maken van ontwerpen voor de vereischte kunstwerken en de nog te graven kanaalgedeelten.

INGEZONDEN STUKKEN;

_„-u „•:..,.„„ j—™r.r linrme omnerkingen

Aan Cieze SlüJLriJVei» miju uaiiiv iw. — j.

over het opstel „Eenige beschouwingen over afdeelingen aan de Polytechnische School". . ,

K. meent, dat het zeer goed doenlijk is tot een gewenschte inrichting (de Technische Hoogeschool van het Rapport () te geraken zonder eenige brug. „• to

Als K. Minister was en de Kamer bestond uit een flinke meerderheid K.'s, dan zou ik daar geen oogenblik aan twijfelen, maar zelfs bij de tegenwoordige verhoogde belangstelling voor het Technisch Hooger Onderwijs meen ik, dat de betrokkenen, belanghebbenden en belangstellenden, zich met al te groote illusies behoeven te maken, dat zij van de zomer met het aanstaande lustrum tegelijkertijd de openingsrede van de Technische Hoogeschool zullen hooren maar dat zy integendeel zeer tevreden kunnen zijn, als zij de ^M1^" derlijkste slagboomen voor de ontwikkeling van het iecnniscii Hooger Onderwijs (de examen- en organisatie-artikelen; opgeruimd of' verwijd vinden. yt,nmm

Als K. zegt, dat een goede oplossing zeker zal hunnen gevonden worden (volgens K. is die goede oplossing er dus nog niet) in een zoo kleine tijdruimte, dan denk ik aan ai dat getob gedurende de laatste halve eeuw over de invoering van een nieuwe legerwet met persoonlijke dienstplicht.

Mijn grootvader nam reeds voor mijn oudste ^ nummerverwisselaar en geen plaatsvervanger omdat de i«v ring van de persoonlijke dienstplicht toen reeds zoo goea aib zeker was en zijn volgende jongens toch zouden moeten dienen. Om dezelfde reden nam mijn vader voor mij ook een nummerverwisselaar (het reserve-kader bestond toen nog niet), maar al mijn broers hebben nog geloot °nde* van die mooie, geheel up-to-date remplacanten- en scnuttery-

WEnnnu zal dit kabinet het eens met persoonlijke dienstplicht sec probeeren.

Maar ik keer terug tot de hervorming Technisch H.. O., die wel geen verschilpunten op de verschillende Pollt^ programma's veroorzaakt, maar wat veel erger is, op g enkel programma genoemd wordt. ,

Gelooft K. na lezing van het afdelingsverslag, van üe Memorie van Antwoord en van het Tweede Kamer-verslag over de begrooting werkelijk, dat een volledige wet op nei Technisch Hooger Onderwijs (zooals er een in het verslag opgenomen) zal ingediend worden ?

Ik heb daarin met de beste wil niet meer kunnen lezen dan dat de Minister genegen is tot eenige P*£<"£ jW" gingen in de wet M. O., voor zoover deze de rrorganiaatte van de Polyt. School en de verbetering en de uitbreiding van ons Technisch Hooger Onderwijs in den weg staan.

w„„+ „ie P„iïr+ s^lï Kpstant. m't afdeelineen dan zullen

die afdeelingen adviseeren voorde benoemingen van nieuwe ! leerstoelen, voor de hoofdtrekken en de details van het onder! wijs, de aanvulling van de leermiddelen, het bijbouwen van ! gebouwen enz.

Volgt men het plan van K. dan zullen de afdeelingen bij hun installatie het voornaamste geregeld, iedere leerstoel vervuld vinden en slechts de hoofdtrekken volgens de gegeven richting in details kunnen uitwerken.

Als K. zegt: Is men het er overigens eenmaal over eens dat de Polyt, School uit afdeelingen moet zijn samengesteld, dan neem ik aan dat K. zich onduidelijk heeft uitgedrukt,

j. „i.i -u„i i i™„„±;„ Aa Pr.lwt. Sr>h. is. dat

wam uau iiei een ievcu»i.ïïrauc vuui <av- j-

er zoo spoedig mogelijk afdeelingen komen daarover zijn allen (belanghebbenden en betrokkenen) het eens.

Dat heeft de derde conclusie van het adres (9 Mei 1896) van de vereeniging van Burg. Ingenieurs (waarmede alle technische vereenigingen, de Raad van Bestuur, en de studenten hun instemming betuigd hebben) bewezen.

De Vereeniging van Burg. Ingenieurs vond de invoering van afdeelingen zelfs dermate het cardinale punt dat zij op andere minder belangrijke punten tot concessies genegen was, en onder dagteekening van den 19 Februari 1897,_ nogmaals een adres aan de Tweede Kamer richtte waarin zij verzocht het aanhangige wetsontwerp niet te willen bekrachtigen, tenzij zoodanig gewijzigd dat aan de Polyt. School afdeelingen met zelfstandig bestuur werden ingevoerd.

Ik lees dan ook die zin als volgt:

Heeft de Regeering en de Staten-Generaal eenmaal tot de invoering van afdeelingen besloten, dan is tegelijkertijd omtrent een andere regeling van de studie beslist.

Alleen de belangstellenden zijn, het noch niet eens (of overtuigd) dat de Polyt. School uit afdeelingen moet zijn samengesteld, de belanghebbenden en de betrokkenen zijn dat reeds lang, op dat feit moet het volle licht vallen.

Een architect spreekt alleen voor zijn eigen (architecten) parochie,! hij geeft duidelijk te verstaan, dat mits er aan de Polyt. School een afdeeling geheel alleen voor de architecten komt hij zich in het combineeren van de andere vak-afdeelingen zal schikken.

Bij het samenstellen van mijn beschouwingen over afdeelingen aan P. S. moest ik evenwel de belangen van alle at-