M «.

BUIZEN OP EENE DIEPTE VAN j

Te filtreeren .—' — ~— ^m—mmm^^~~~

Datum. No. 1 No. 2 No. 3 No. 4 No. 5 No. 6 No. 7 water.

30 rnM. 60 mM. 160 mM. 430 raM. 600 mM. 790 mM. 920 mM. Microben per cM3.

46 Juni .... ^lümi 3.596 2976 824 446 314 306 304

21 Juni .... 52.328 1.860 752 321 244 152 140 160

25 Juni .... 60-310 216 163 40 48 48 62

2 juü .... 36.320 1.876 446 176 44 46 48 . 44

5 juli .... 36.810 — H48 281 56 ' 34 28 28

7 juli .... 13.824 — 2946 386 102 122 108 116

20 Juli .... 34.224 - 4960 242 124 24 22 -

24 Juli .... 11.840 - 3472 102 7 U 10 13

No. 8 1050 mM.

Gefiltreerd water.

1280 592 143 86 80 208 60 11

2212 624 164 98 96 236 58 12

moet niet uit bet oog verliezen, wanneer het niet telkens vernieuwd wordt, het filtreervermogen dan ook steeds zal verminderen. Het verdient daarom aanbeveling de zandoppervlakte van tijd tot tijd om te werken, en aan te vullen, indien de zandlaag te kleine afmetingen verkrijgt.

Het spreekt vanzelf, dat ook de fijnheid van het zand van invloed is. Wat dit punt betreft zijn vele proeven in Amerika genomen. Voor een vergelijk van verschillende zandsoorten heeft men zich op het volgende standpunt geplaatst. Men verstaat onder den «werkzamen omvang» van een zandsoort, een diameter uitgedrukt in millimeters, zoodanig dat 10 pCt. van het gewicht der zandkorrels eenen kleineren en 90 pCt. eenen grooteren diameter hebben. Om de graad van regelmatigheid der zandkorrels te kunnen aangeven, spreekt men van een coëfficiënt van gelijkheid. Is dus voor zekere zandsoort de diameter voor 10 pCt. van het gewicht der zandkorrels kleiner dan 0.36 mM. en voor 90 pCt. grooter dan 0.36 mM., dan stelt 0.36 mM. den werkzamen omvang voor. Is daarenboven voor 60 pCt. der korrels de diameter kleiner dan 0.93 mM, zoo is de coëfficiënt van

gelijkheid gelijk aan = 2.6.

In onderstaand staatje zijn de uitkomsten van Allen Hazen te Lawrence medegedeeld, die betrekking hebben op het onderzoek van den invloed der grootte van de zandkorrels.

Aantal M3. Aantal I „, , A^mtaÏM3. Aantal

Werkzame gefiltreerd bacterien Werkzame gefiltreerd bacteriön

omvang water per omvang water per

in mM. M2. opper- ten jn mM M\ opper- ten

vlakte. honderd. vlakte. honderd.

0.38 74 0.16 0.20 - 0.01

0.29 65 0.16 0.14 46 0.03

0.26 53 0.10 0.09 13.5 0.02

Volgens onderzoekingen van Falkland vermeerdert het aantal microben bij strenge koude in het gefiltreerde water. Bij zeer lage temperaturen bevriest het water op de filters. Door deze ijslaag te verbrijzelen brengt men eene storing in de filtratie teweeg, waarin dan ook de vermeerdering van het aantal microben gezocht moet worden.

Voor landen met strenge winters wordt het dan ook dikwijls als onmogelijk beschouwd van zandfilters gebruik te maken of men dient deze te overwelven, hetgeen met aanzienlijke kosten gepaard gaat.

Wij komen dus tot de slotsom dat met het oog op de volkomen reiniging van water met zandfilters zeer goede resultaten zijn te krijgen, mits zij goed geconstrueerd worden en voor een oordeelkundig gebruik en onderhoud zorg gedragen wordt.

(Nouvelles Annales.) J. v. d. B.

Prijsvraag.

De beheerders van <dhe Phebe Hearst Archüectural Plan of the TJniversity of CaUforniay>, hebben den 3 December 1897 een circulaire in het licht gegeven, waarbij alle architecten, zonder onderscheid van nationaliteit worden uitgenoodigd om mede te werken tot het vaststellen van blijvende en eenvormige plannen voor gebouwen en inrichtingen ten behoeve van de Universiteit van Galifornü in Berkeley, nabij San Franciscp in Californië.

Voor de gezamenlijke prijswinnaars heeft Mevrouw Phebe A. Hearst te San Francisco bij de London, Paris en America bank aldaar een som van 50000 dollars gedeponeerd.

De Universiteit, die zich in een zeer bloeienden toestand bevindt (zij ontvangt jaarlijks van de Vereenigde Staten 160000 Mark en van den Staat Californië 1000000 Mark toelage) had in 1891, 777 studenten, tegenwoordig 2300 en men schat dat binnen tien jaar het aantal tot 5000 zal zijn gestegen. De ontwerpen voor de gebouwen moeten dan ook met laatstgenoemd cijfer, wat grootte en uitgebreidheid betreft, rekening houden.

De' wedstrijd zal een tweeledige zijn, namelijk eene voorloopige en een definitieve of eindwedstrijd.

Voor beide zijn in een vastgesteld programma verschillende bepalingen gemaakt. Tot het verkrijgen van dit programma is in Nederland aangewezen de Maatschappij «.Architectura et Amicitia» per adres Mr. K. de Basel, architect, Nicolaas Beetsstraat 118 Amsterdam.

Teneinde alle gegadigden denzelfden tijd te gunnen, worden verzegelde pakketten, bevattende de gegevens en verdere bescheiden over verschillende vooruit aangewezen plaatsen in Europa verdeeld om juist op den 15 Januari 1898 te worden geopend. Voor plaatsen buiten Europa geschiedt zulks op den 5 Januari, waarna voor iedereen het programma verkrijgbaar is.

De gelegenheid tot inzending der ontwerpen voor den voorloopigen wedstrijd wordt gesloten des namiddags op den 1 Juli 1898.

In het programma wordt de wijze van inzending nauwkeurig omschreven. Indien slechts tien plannen worden, uitgekozen dan ontvangt ieder bekroonde 1500 dollars, worden er meer dan tien en minder dan vijftien aangenomen 1200 dollars en zoo meer dan vijftien inzenders bekroond worden ieder 1000 dollars, onder voorwaarde echter dat Vs uitbetaald wordt binnen één maand na de uitspraak der jury en 2/3 na de uitvoering en inzending van een plan voor den definitieven wedstrijd, waartoe ieder bekroonde van den voorloopigen wedstrijd zal worden uitgenoodigd. Zij die aan den tweeden wedstrijd niet deelnemen, ontvangen in ieder geval slechts een derde van den vastgestelden

P1De Jury zal internationaal zijn en voor den voorloopigen wedstrijd bestaan uit vijf heeren, nl.:

R. Norman Shaw, Londen,

J. L. Pascal, Parijs,

Paul Wallot, Dresden,

Walter Cook, New-York,

J. B. Reinstein, San Francisco, die aan den wedstrijd niet mogen deelnemen.