M «•

70

baarheid getuigden en die de wetenschap verrijkt heeft met zijne geologische beschrijving van Java. De heer van Bemmelen bracht het jaarverslag uit van de geologische commissie, waarin melding werd gemaakt van den arbeid des heeren Schroeder v. d. Kolk, Lorjé en v. d. Cappelle, die zich in dit jaar hoofdzakelijk bezighielden met het onderzoek van het diluviuro, diluviale potklei met de verzameling van boormonsters uit de omstreken van Katwijk, Aalsmeer, Haarlem, IJmuiden, Nijkerk en Assen, en met boringen bij Manendal te Grave. Op voorstel der commissie werd besloten den Minister van Binnenlandsche Zaken vernieuwing der subsidie van 500 gulden te verzoeken. De heeren Martin, Weber, Oudemans, Stokvis en Julius werden benoemd tot eene commissie om te gelegener tijd aan de algemeene commissie voor de Parijsche tentoonstelling van 1900 een advies uit te brengen omtrent wetenschappelijke inzendingen. Ten slotte sprak de heer Jan de Vries over eenige groepen van cirkels.

In de laatste aflevering van het «Tijdschrift van het Kon. Ned. Aardrijkskundig Genootschap» vinden wij een belangrijk door kaartjes verduidelijkt artikel van den heer A. A. Beekman over Aanwinst en verlies van gronden in Zeeland in de laatste 10 jaren. Dit artikel is het eerste eener reeks opstellen, waarin de heer Beekman hoopt de lezers van het tijdschrift zooveel mogelijk op de hoogte te houden van de voornaamste veranderingen in Nederland uit een aardrijkskundig oogpunt. Deze mededeelingen zullen voornamelijk geschieden aan de hand van de jaarverslagen aan de Koningin over de openbare werken en van Gedeputeerden aan de Provinciale Staten.

BENOEMINGEN, VERPLAATSINGEN, ENZ.

Bij Kon. besluit is benoemd tot leeraar aan de Polytechnische School G. J. van Swaay, thans leeraar aan de Rijks hoogere burgerschool te Tilburg.

Bij Kon. besluit is eervol ontslag verleend aan den heer H. A. Perk, lid der Permanente Militaire Spoorwegcommissie, en is benoemd tot lid dier commissie de heer H. F. Guichard, directeur der Rotterdamsche Tramwegmaatschappij.

Bij Kon. besluit is benoemd tot officier van Oranje-Nassau, de heer H. A. Perk, gepens. majoor der artillerie, oud-lid der Permanente Militaire Spoorwegcommissie.

Bij Kon. besluit is Mr. C. J. Sickesz benoemd tot directeurgeneraal bij het Departement van Binnenl. Zaken.

Bij beschikking van den Minister van Waterstaat, H. en N. zijn benoemd tot buitengewoon opzichter B. Jongstra te 's-Hertogenbosch. bij den bouw eener sluiswachterswoning aan den Doorslag te Jutphaas, en J. A. C. F. Gonlag te Beverwijk, bij de verwijding van een der doorvaartopeningen der draaibrug over den mond van Zijkanaal C van het Noordzeekanaal.

Door den Minister van Koloniën is de heer F. Nobel gesteld ter beschikking van den Gouverneur-Generaal van NederlandschIndië, om te worden benoemd tot adjunct-ingenieur bij de exploitatie van Staatsspoorwegen in Nederlandsch-Indië.

De ingenieurs der marine der 2de kl. Jhr. C. RappARD en M. G. de Gelder en de adspirant-ingenieur der marine Jhr. M. Rappard, respectievelijk geplaatst bij 's Rijks werf te Willemsoord, Hellevoetsluis en Amsterdam, worden met 1 Maart a.s. overgeplaatst naar 's Rijks werf te Amsterdam, Willemsoord en Hellevoetsluis.

Bij de Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen is eervol ontslag verleend op verzoek aan den adjunct-ingenieur le klasse O. M. Roessingh Udink te Luik, ingaande 1 April.

In Ned.-Indië. Bij den Waterstaat en 's Lands B. O. W. Benoemd: tot opzichter 39 kl. en geplaatst in de residentie Pekalongan, de ambtenaar op wachtgeld A. R. Bloemhard.

Overgeplaatst: van de residentie Madioen naar de residentie Semarang, de aspirant-ingenieur J. H. Thal Larsen.

Toegevoegd: aan den chef der 4<> waterstaatsafdeeling voor de opnemingen ter verbetering van de bevloeiing in de afdeeling Magettan (residentie Madioen), de ter beschikking gestelde amb-

tflnnar & d At.t.ART.

Ontslagen: wegens ziekte, eervol uit zijne betrekking, de opzichter 3« kl. W. L. A. Wetters,

Afd. Spoor- en Tramwegen en Stoomwezen van het Dep

van B. O. W. Bij de exploitatie van S.S. op Java:

Benoemd: tot opzichter 3e kl., de onderopzichters le kl.C.F. Berretty en B. E. S. Brender a Brandis ; tot onderopzichter ln kl., de onderopzichters 2» kl. A. van Kuilenburg en H. J. Kuitert, de eerstgenoemde in tijdelijken dienst; tot tijdelijk onderopzichter 2" kl., de tijdelijk onderopzichters 3" kl. C. F. Alexander en J. F. Eisinger.

Bij de Genie.

Overgeplaatst: bij den gew. en plaats, geniedienst ter Sumatra's Westkust te Padang, de kapt. eerstaanw. in de 3e mil. afd. op Java te Soerabaja, J. G. H. de Voogt ; bij dien in de 3" milit. afd. op Java te Soerabaja, als eerstaanwd. genie-officier, de kapitein bij het korps genietroepen te Magelang, M. A. J. de Haan; naar het korps genietroepen te Magelang, de kapitein bij het hoofdbureau der genie te Batavia, J. W. C. van Steeden ; naar het hoofdbureau der genie, de kapitein te Tjimahi J. C. H. Fischer; naar Tjimahi, de kapitein bij den gew. en plaats, geniedienst in de le milit. afd. op Java te Batavia, A. Zon.

Bij het Mijnwezen.

Benoemd: tot hoofdingenieur bij het mijnwezen, de ingenieur D. de Jongh Hzn. ; tot ingenieur \" kl., de ingenieur 2= kl.

M. koperberg.

Ontslagen: op verzoek, eervol uit zijne betrekking, de tijdelijke opziener G. Twijsel, en zulks teneinde den hoofdingenieur, chef van den spoorwegdienst en tevens van den dienst der kolenontginning ter Sumatra's Westkust, in de gelegenheid te stellen hem bij die ontginning in dienst te stellen.

Bij het Kadaster.

Geplaatst: bij de kadastrale bewaring te Batavia, J. C. Schoonheid, ambtenaar op non-activiteit, laatstelijk landmeter le kl., thans gesteld ter beschikking van den directeur van binnenlandsch bestuur.

Bij het Boschwezen. Bij het Boschwezen op Java en Madoera.

Belast: met het beheer over het boschdistrict Toedir en met de waarneming van het beheer over het boschdistrict Todanan, met de hoofdplaats Rembang als standplaats, de houtvester J. G. van Schravendijk, thans belast met het beheer over het boschdistrict Grobogan; met het beheer over het boschdistrict Semarang-West-Soerakarta, met Kedongdjati als standplaats, de houtvester W. A. baron van Asbeck, thans belast met het beheer der bosschen in Noord-Soerabaja en Madoera van het boschdistrict Soerabaja-Pasoeroean-Madoera; met het beheer over het boschdistrict Grobogan met Poerwodadi als standplaats, de benoemde houtvester J. E. Draijton Lee; met het beheer over het boschdistrict Preanger-Regentschappen-Krawang-Bantam, met de hoofdplaats Bandoeng (residentie Preanger-Regentschappen) als standplaats, de houtvester S. P. Ham ; met het beheer over het boschdistrict Gheribon-Tegal-Banjoemas, met de hoofdplaats Tegal als standplaats, de houtvester E. Tobi ; met het beheer over het boschdistrict Pekalongan-Kendal, met de districtshoofdplaats Bodja (afdeeling Kendal, residentie Semarang) als standplaats, de houtvester P. Schokker; met het beheer over het boschdistrict Japara, met de hoofdplaats Pati (residentie Japara) als standplaats, de houtvester D. J. A. Vrijdag ; met het beheer over het boschdistrict Blora, met de afdeelingshoofdplaats Blora (residentie Rembang) als standplaats, en met de waarneming van het beheer over het boschdistrict Randoeblatoeng, de houtvester W. H. Fock; met het beheer over het boschdistrict Bodjonegoro, met de afdeelingshoofdplaats Bodjonegoro (residentie Rembang) als standplaats, en met de waarneming van het beheer over de boschdistricten Kedewan en Toeban, de houtvester A. Th. L. Salverda ; met het beheer over het boschdistrict Lamongan-Sidajoe-Madoera, met de onderdistrictshoofdplaats Ngimbang (afdeeling Lamongan, residentie Soerabaja) als standplaats en met de waarneming van het beheer over het boschdistrict Modjokerto-Pasoeroean, de houtvester K. Ch. Jaski ; met het beheer over het boschdistrict Ngawi-Oost-Soerakarta, met de afdeelingshoofdplaats Ngawi (residentie Madioen) als standplaats, de houtvester T. E. P. Scheltema Beduin ; met het beheer over het