271

M 81.

basischen Martinoven werd tot verfijning van basisch Martinstaal in den zuren Martinhaard overgegaan.

Het Neuberger raffi neerstaai bedingt, als qualiteitstaal, hoogere prijzen dan het gewone Martinstaai. De Oostenrijksche Staatsspoorwegen betalen, bijvoorbeeld, voor bandages uit raffmeerstaal 3 Gulden 25 Kreuzer per 100 KG. meer, dan voor vloeistaalbandages. De qualiteit van het Neuberger raffi neerstaai treedt ook daardoor in het licht, dat het ook voor locomotief- en tenderbandages (zoo ook assen) wordt toegelaten, waartoe de Oostenrijksche banen principieel slechts kroezenstaal bezigen.

Het terugkolen in de pan, zooals Steomayer voorstelt (1), is in het algemeen niet raadzaam. Behalve de bedenking, in noot 3 pag. 215 van „de Ing." n°. 17 j.L geuit, moge er nog op worden gewezen, dat deze methode juist bij het convertorproces, als noodwendig kwaad wordt aangezien en tot het directe opkolen (met houtskool, cokes enz.) heeft gevoerd.

Het tot verdichting van basisch staal gebezigde ferromangaan wordt, zeer doelmatig, vloeibaar of althans sterk voorgewarmd in de pan bijgezet; toch brengt deze toeslag geen reactie (2) teweeg, maar de warmte, door de verbranding van een gedeelte silicium opgewekt, komt het staalbad ten bate.

Het door Steomayee besproken voorsmeden der blokken zal wel voor de gemakkelijker bewerking van het ruw materiaal hebben plaats gehad. Klaarblijkelijk was het betreffende walswerk er niet op ingericht vrij zware ingots uit te walsen. Het verschil in de chemische samenstelling was wellicht daarom noodzakelijk, omdat het besmeede materiaal twee hitten vorderde, en primitief dus iets harder moest zijn. De kantscheurtjes bij de voorgesmeede blokken kunnen wel een gevolg van eenzijdige bewerking zijn.

Volgens mijne ervaring, is een met p. m. 2 pct. spiegelijzer behandeld vloeiijzer steeds beter smeedbaar, dan een met ferromangaan teruggekoold, eventueel gedesoxydeerd materiaal. Een dergelijk (met spiegelijzer) behandeld materiaal levert ook bij de walsing gunstiger resultaten op, welke invloed zich eveneens op de qualiteitscijfers der verschillende mechanische proeven overplant. (3)

J. L. Teeneden.

Mülheim ajd Buhr, 19 Mei 1898.

De bouw van stoomtrawlers in Nederland.

Toen ik in de maand Sept. 1897 een ingezonden stuk in een der groote dagbladen plaatste over 't gebruik van stoom in dienst der visscherij, toen, ik beken dit gaarne, dacht ik niet dat men reeds zóó spoedig uitvoering zou gaan geven aan de plannen die ik in dit stuk op warme wijze durfde voor te staan, n.1. het in de vaart brengen van stoomtrawlers onder Hollandsche vlag. Eigenlijk gezegd zou ik dan ook over deze zaak — die thans voorgoed baan heeft gebroken — niet meer schrijven wanneer niet meerdere en zeker eveneens groote belangen hiermede verband hielden. Het ligt voor de hand dat ik hier speciaal 't oog heb op 't bouwen dier schepen en wel op Nederlandsche werven.

„Engeland is de bakermat der stoomtrawlers", meende ik eens te mogen schrijven, en na mijn bezoek aan Grimsby en aan een der grootste werven van trawlers in North-Shields, firma Edwards Bros, waar ik de eerste stoomtrawler voor de maatij. Umuiden uithaalde, heeft dit gezegde ook voor mij nog altijd groote waarde.

Toch geloof ik dat men in Holland op eveneens goede wijze het bouwen van stoomtrawlers ter hand kan nemen, eerstens omdat de uitkomsten die men verkreeg van de in Holland gebouwde trawler der HH. Groen zeer gunstig zijn en ook omdat men thans meerdere kennis heeft om den bouwmeester te wijzen op de speciale inrichting en verdeeling der boot.

Ten gevolge van mijn werkkring was ik in de gelegenheid de stoomtrawler Betsy gedurende het laatste jaar bijna 's wekelijks te zien en vergis ik mij niet dan heeft genoemde trawler -j- 52 weekreizen gemaakt van af Maart 1897— Maart 98, 'n feit wat voor de goede eigenschappen der boot pleit! Wel is waar waren de uitkomsten in 't eerste jaar minder goed, doch men moet niet uit het oog verliezen dat de stoomtrawlervisscherij in Nederland bijna onbekend was,

(1) Dit denkbeeld is volstrekt niet nieuw.

(2) De bedoeling is : een plaatselijk opkoken van het staal in de pan.

(3) Bij de vastheid, zoowel als bij de slag- en buigproeven.

zoodat 't de equipage niet ten kwade was te duiden als zij de noodige vaardigheid op dit gebied miste, wat voor schip en machine plus de krachtige stoomwerktuigen (wins) aan dek, zeker nadeelig was.

Thans is men dit bezwaar te boven en 't doen van -f- 52 weekreizen is m. i. 't beste bewijs dat onze Hollandsche visschers evengoed in staat zijn om een stoomtrawler te voeren dan de Engelschen, terwijl 't ook een gunstige getuigenis is voor den bouwmeester, die dit schip op een Hollandsche werf bouwde.

Er moet dus iets anders in 't spel zijn dat oorzaak is van de weinige durf en het weinige vertrouwen in de Nederl. bouwmeesters, of wel het is een vooroordeel gelijk aan 't bekende gezeur „dat de Hollandsche visschers niet voor de stoomvisscherij deugen", hetgeen ik zoo vrij ben beslist tegen te spreken op grond der verkregen resultaten met de trawler Betsy, die in een woord schitterend zijn.

Zooals ik reeds schreef is deze boot op een Hollandsche werf gebouwd en wordt gevoerd door een eenvoudigen maar daarom niet minder bekwamen visscher van Zwartewaal. Ook de gezagvoerder der Holland I, van de Maatsch. Umuiden, een gewezen schipper uit Egmond, bracht alreeds prachtige ladingen versche visch aan de IJmuider markt, zoodat we 't gewauwel „alsof de Hollandsche visschers dit niet zouden kunnen leeren", niet meer als feit behoeven te beschouwen.

_ Het is dan ook vreemd dat van de veertien (zegge veertien) nieuwe trawlers die thans voor Hollandsche rekening op stapel staan, slechts twee in Nederland worden gebouwd. — What is the reason f

Nog hedenmorgen had ik gelegenheid een nieuwe trawler te zien, die pas uit Engeland arriveerde en mijn indruk was..., dat de vlag de lading moest dekken! Zeker, 't was een mooie boot van lijnen, doch 't inwendige, de machine en de verschillende werktuigen, waren op zijn zachtst uitgedrukt ruw en slordig afgewerkt en gebrekkig gesteld. Uit een onderhoud dat ik met den machinist had, bleek mij dat er vele gebreken waren, en wel zoodanige, dat bij vollen stoomdruk slechts acht mijl gemaakt kon worden, wat toch zeker geen record is. Hier komt nog bij dat zoo'n trawler in Engeland ongeveer f 60,000 kost, wat zeker geen koopje is, en ik vertrouw dat men thans in Holland in staat kan zijn een minstens beteren boot voor + 4 k 5 duizend gulden minder te leveren. De toekomst is nu eenmaal aan den stoom en met 't oog op de groote uitbreiding der stoomvisschersvloot, die niet uit kan blijven, kan 't zijn nut hebben eens in overweging te nemen om op Hollandsche werven te bouwen. Behalve 't reeds genoemde voordeel in prijs is 't van groote waarde een trawler onder dagelijksch toezicht te laten bouwen, men is dan in de gelegenheid alles beter na te gaan, en men kan den bouwmeester steeds terzijde staan en wenken geven daar waar 't geldt een speciale inrichting, die dienstig is voor 't inhalen en uitzetten der kostbare stoomtrawlernetten, en 't plaatsen van stoomspillen enz., terwijl 't ook nuttig kan zijn voor een soliede afwerking der boot.

Thans zou ik gevoeglijk kunnen eindigen, wanneer ik niet doordrongen was van 't groote belang dat we thans hebben bij een radicale behartiging van deze voor Nederland nieuwe en belangrijke industrie.

Waarheid is 't, dat er thans een begin is en dat men 't nut van den stoom ook voor de visscherij begint in te zien; doch juist daarom is 't zoo noodig dat men practische wenken ter harte neemt.

De visscherij stelt over 't algemeen reeds bijzondere eischen, doch de ondervinding leerde mij dat dit met de stoomtrawlervisscherij in nog meerdere mate 't geval is. Er is heusch geen geleerdheid noodig om het beheer te aanvaarden van stoomtrawlers doch om de zaak op zoodanige wijze te behartigen dat deze winstgevend is, daarvoor is niet ieder geschikt die wel eens een stoomtrawler zag.

Ik houd mij overtuigd van de groote kans van slagen, ik voeg er echter aanstonds aan toe, dat dit slagen voor een groot deel afhangt van 't beheer. Van de „kleintjes" moet 't komen en men vergete niet dat elke dag, die men ten gevolge van gebrek aan machine en werktuigen aan de werf moet doorbrengen, vrij belangrijke verliezen teweeg brengt.

Men stelle dus m. i. alles in 't werk om een solied gebouwde trawler te krijgen en de kans op goed deugdelijk werk wordt grooter wanneer men in staat is gedurende den bouw dagelijksch toezicht te houden.