325

UITKOMSTEN DER NAUWKEURIGHEIDSWATERPASSINGEN

en de waterpassingen van den Algemeenen dienst van den Waterstaat.

Het Amsterdamsche peil wordt voor de hoogten, die dienovereenkomstig zijn bepaald, aangegeven door N.A.P. en de waterhoogten worden dus voortaan in meters volgens N.A.P. uitgedrukt.

De waterhoogten, betrekkelijk de nul der oude schaal blijven natuurlijk onveranderd.

Jfê SS.

Rivierberichten.

Waterhoogten, in Meters + N.A.P. 8 uur voormiddag.

.mo Keulen. Niime- Aru- Wester- Maas-

1898. 7 «ur Lob.th. Arn- voort. tricht. Venlo. Grave.

vm- 8 hem- (reg. pl.) brug).

11 Juni 39.78 11.99 9.59 9.72 10.25 43.08 11.54 7.39

12 » 40.07 12.27 9.82 9.91 10.45 43 09 11.76 7.82

13 » 40.33 12.51 10.07 10.12 10.65 42.73 12 00 8 01

14 » 40.23 12.70 10.27 10.29 10.81 42.39 11.54 7 99

15 » 40.04 12.67 10.28 10.32 10.83 42.35 10.87 7.55

16 » 39.94 12.51 10.16 10.20 10.72 42.77 11 00 712

17 » 39.80 12.39 10.03 10.10 10.62 42.31 10.99 7 31

BINNEN- EN BUITENLANDSCHE BERICHTEN.

De Minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid brengt ter algegemeene kennis, dat bij Kon. besluit van 25 Mei 1898 (Stbl. n°. 119) het Kon. besluit van 14 Januari 1897 (Stbl. n°. 45) in dier voege is gewijzigd dat, te rekenen van 1 Juli 1898, het Rijk zal zijn verdeeld in 6 districten voor het stoomwezen, waarvan :

Het 1ste omvat de provinciën Limburg, Noordbrabant en Zeeland;

Het 2de, de provincie Utrecht en dat gedeelte der provincie Zuidholland, dat gelegen is bezuiden den linkeroever van den Hollandschen IJssel, de Nieuwe Maas, het Scheur en den Nieuwen WTaterweg behalve het daarin gelegen gedeelte der gemeente Rotterdam;

het 3de, dat gedeelte van de provencie Zuidholland, dat gelegen is benoorden den linkeroever van den Hollandschen IJsel, de Nieuwe Maas, het Scheur en den Nieuwen Waterweg, benevens het ten zuiden van die grens gelegen gedeelte der gemeente Rotterdam;

het 4de, de provincie Noordholland, benevens het niet tot eenige provincie behoorende watergebied des rijks ;

het 5de, de provinciën Gelderland en Overijssel;

het 6e, de provinciën Drenthe, Friesland en Groningen ;

en dat bij zijne beschikking van 11 Juni 1898, litt.'A. afdeeling Arbeids en Fabriekswezen, met ingang van 1 Juli 1898, zijn aangewezen als:

hoofd van het eerste district, ter standplaats Breda, de ingenieur der 1ste klasse voor het stoomwezen N. van Dissel ;

hoofd van het 2de district, ter standplaats Dordrecht, de ingenieur der 2de klasse voor het stoomwezen J. H. Verhoeff;

hoofd van het 3de district, ter standplaats Rotterdam, de ingenieur der 1ste klasse voor het stoomwezen J. N. Kooy;

hoofd van het 4de district, ter standplaats Amsterdam, de adspirantingenieur voor het stoomwezen A. C. van de Stadt •

hoofd van het 5de district, ter standplaats Arnhém de hoofdingenieur voor het stoomwezen W. A. M. Piepers;

hoofd van het 6de district, ter standplaats Groningen, de ingenieur der 2de klasse voor het stoomwezen D. Okhüizen.

Uitslag van de examens B der Polytechnische School.

Voor art. 61, 62 en 64 geslaagd: J. Th. Berkemeier, V. J P. de Blocq van Kuffeler, A. J. A. Braak, F. A. Brandt, C. H. van den Broek, W. F. Buysman, H. Cramer, C. A. du Croo, J. W. Dieperink, L. Doedes, G. Gerlagh, G. J. Heering, H. A. Henket, Th. A. Heskes, D. A van Heyst, C. W. Koch, U. P. E. Kriens, W. Laman Trip, G. J. Langhout, J. H. W. Leliman, W. K. van Oort, A. A. Oosting, W. A. Piets, H. van Rees, J. H. A. Ringeling, H. J. Rosen, S. J. Rutgers, J. C. Scharp, R. C. H. Schüngel, K. G. Simon, J. B. F. Smits, J. H. Stravers, J. J. Vermeulen, J. C. Vliegenthart, H. P. E. de Vogel, Th. van der Waerden.

Voor art. 64 geslaagd: H. F. Adams, J. H. Bergfeld Schenke, J. F. P. Blankert, J. P. Boezaardt, J. E. de Crane, G. W. ten Dam, J. C. Déking Uura, J. Gratama, J. M. Gritters Doublet, H. de Groot J J A de Groot, F. C. A. Grote, F. L, Haider, J. M. P. Hartog, G. van Hille, J. Jannette Walen, W. de Jong, G. de Jongh, A. J. Juchter, I. J. P. «t7Ï1 Kranenberg, W. C. Kohier, H. W. Land, P. van der Meer, W. Meyer Timmerman Thijssen, C. J. Ninck Block, J. G. Numans, P. Persant Snoep, A. Plate Hzn., W. F. Pot, E. G. Th. van Raalte, A. A. Keidt, A. C. van Rossem Nz., F. L. Schlingemann, P. W. ?Tv,raD% ir Van den Steenhoven, H. Stokvis, F. H. Stoll, E. H. M. Qljee, U. Vermeulen, S. G. Visker, C. H. de Vos, F. O. Wegener Sleeswyk, P. J. van Zwieten.

Voor art. 63, 64 geslaagd: G. de Gelder, J. Gratama, Th. N. Hellemans, S. F. Monhemius, B. W. van Vliet

Voor art. 65: A. C. v. Braam Houckgeest, H. Tromp, H. Witkamp I Alsnog geslaagd voor het le gedeelte: art. 61, 62 64 • P J W J van der Burgh, G. W. ten Dam, J. C. Déking Dura, 'j. van Do'rp' J. Gratama, E J. Kuiper J. G Numans, J. A. van Santwijk, F. L Schlingemann, E. H. M. Uljée, L. Valk

Voor art 64 geslaagd: J H O. Bunge, P. F. Bunge, J. P. Groenewegen, K A. Kruysse C Noteboom, E J. van Rijckevorssel, H. Strick v. Linschoten, G. H. M. Vierling, J. J. Wefers Bettinck.

Stoomwezen.

Aan een vergelijkenden staat, behoorende bij het jaarverslag van den hoofdingenieur voor het stoomwezen over 1897, voorkomende in de «St.-Ct. (No. 134), ontleenen wij de volgende cijfers-

Op 31 Dec. 1897, 1896 en 1895 werden respectievelijk in het rük door stoom gedreven:

Waterge- Stoom- Locomotieven, Tramr abrieken. malen. schepen. locomobielen. locomotieven

4375 489 1623 1292 295

! 4198 487 1576 1576 277

4089 489 1461 1461 265

I Hiervan waren:

o. , (Verwarmingsopper- Binnenl. Buitenl

TrfoQA S- V'ok^eJn M3) fabrikaat. fabrikaat,

ö (366,212) 6407 3823

9,974 (343,009) 6199 3775

9 589 (332,822) 5930 3659

D^7^!l ,,l0'i?iTktulgen bedroeg onderscheidenlijk 9621 (192,763 P.K.), 9443 (188,443 P.K.), 9116 (180,093 P.K.).

Hiervan werkten zonder condensatie: 6950, 6897 en 6746- met condensatie: 1346, 1320 en 1234; volgens het systeem van Wolf of compound : 1325, 1226 en 1234. 3

Van binnenlandsch fabrikaat waren 5342, 5191 en 5012 stoomwerktuigen tegen 4279, 4252 en 4104 van buitenlandsch.

De Tweede Kamer heeft het wetsontwerp tot bevordering van den aanleg enz. van den Noord-Ooster-Locaalspoorweg zonder hoofdelijke stemming aangenomen.

Pneumatische overbrenging van telegrammen.

Zeer spoedig zal de overseining van de telegrammen, die op het oogenblik nog geschiedt van uit de Beurs te Rotterdam naar het nootdkantoor, en van de Beurs te Amsterdam naar het hoofdkantoor aldaar opgeheven worden. Dit overseinen zal dan in het vervolg langs pneumatischen weg geschieden, voorloopig evenwel nog bij wijze van proef fe inrichting daarvan is op het telegraafkantoor te Rotterdam reeds kant en klaar. Door deze wijze van seinen zullen de zes seinende ambtenaren, die tot dusverre in de middaguren in het Beursgebouw dienst deden, op het hoofdkantoor kunnen blijven en het personeel daar gedurende die uren kunnen versterken.

Deze pneumatische inrichting is ongeveer aldus ingericht. Op het hoofdkantoor en in het Beursgebouw is geplaatst een ontvang- en eën verzendkoker, met dien verstande dat de ontvangkoker van het hoofdkantoor in verbinding staat met den verzendkoker in de Beurs. Als er nu een bus met telegrammen wordt verzonden, hetgeen geschiedt door plaatsing van die bus in den verzendkoker, waarschuwt de verzender door middel van een electrische schel. Op deze waarschuwing draait de ontvanger onmiddelijk een kruk om, die aan den ontvangkoker is verbonden en brengt daardoor in werking het vacuüm dat door een buis in verbinding staat met beide ontvangkokers. Dit vacuüm wordt verkregen door een luchtpomp die geplaatst is in den kelder van het Hoofdkantoor en in beweging gebracht wordt door een electrischen motor.

Zoodra het vacuüm in werking is gebracht, slurpt het de ontvangbuis leeg en brengt het busje met telegrammen in 6 a 8 seconden over van de Beurs naar het hoofdkantoor of omgekeerd. Bij aankomst te bestemder plaatse tikt het busje tegen een pennetje, op het vernemen waarvan de beambte, die nu ontvanger is, de meergenoemde «ruk omdraait, daardoor het vacuüm afsluit en nu den koker slechts behoeft te openen om het ontvangen busje met telegrammen enz. er ft te nemen.

De heer W. Meischke Smith, civiel-ingenieur te Amsterdam, heeft aan Burgemeester en Wethouders van Ginneken concessie aangevraagd tot het in exploitatie brengen van een gasfabriek aldaar. In verband met de geprojecteerde gastram Breda—Baerle—Nassau bestaat bij hem het voornemen om de langs deze lijn gelegen dorpen en buitenplaatsen met gecomprimeerd gas te verlichten.

De Delftsche Studentenfeesten.

De feesten zullen aanvangen op Maandag 11 Juli; alle reünisten vereenigen zich op dien dag om 1 uur op de Studentensociëteit Phoe111X, om vandaar en corps te gaan naar de Polytechnische School, waar zij door den senaat van het Delftsch Studentencorps met eene welkomstrede zullen worden ontvangen.

Daarna voorstelling door den Senaat van het bestuur der reuniecommissie aan den directeur en de docenten der Polyt. School.

Tegen 2 uur vertrekken de reünisten, voorafgegaan door den senaat en onder begeleiding van muziek, naar het Stadhuis, waar het bestuur der reunie-commissie wordt voorgesteld aan den burgemeester van