5S1

niet meer voldoende is. Het toont zich zeer ongevoelig voor vocht. Ingevolge gedane metingen door de «physikal-technische Reichsanstalt» leverden de droge platen van 4'/4 mM. dikte bij een spanning van 200 volts gedurende een inwerking van 1—2 minuten een weerstand op van ongeveer 2100 Megohm; een plaat van 10'/2 mM. dikte onder dezelfde omstandigheden 100.000—200.000 Megohm; nadat zij 20 uren in het water hadden gelegen, één uur nadat zij er uitgenomen waren 300, 572 uur later ongeveer 470 Megohm, respect. 1500 en 80.000 Megohm weerstand. Bij spanningen van 9300 volts werd de dunnere plaat doorgeslagen, terwijl de dikkere, spanningen van 36000 volts gedurende 15 minuten, zonder een zichtbare verandering te vertoonen, verdroeg.

Ontploffing eener acetyleenlantaarn.

Een treurig ongeluk had onlangs te Bunde (Oost-Friesland) plaats bij het aansteken van eene rijwiel-acetyleenlantaarn. De ongehuwde klompenmaker Schröder wilde in tegenwoordigheid van den koopman E. Duit eene acetyleenlantaarn aansteken. Hetzij door onvoorzichtigheid, hetzij door gebrekkige samenstelling van de lantaarn — plotseling echter ontplofte met luiden knal de carbide-houder. De met groote kracht wegvliegende stukken, troffen Schröder zoodanig aan het hoofd, dat hij spoedig bezweek; ook Duit ontving aan het hoofd en een zijner armen beduidende verwondingen, welke gelukkig niet doodelijk waren. De dagbladpers kon helaas geen verdere aanwijzingen mededeelen omtrent het systeem waartoe de ontplofte lamp behoorde. Het is wel onnoodig op te merken, dat dergelijke fabrikaten onder alle omstandigheden zoodanig moeten zijn samengesteld, dat zij zonder eenig gevaar door iederen leek gebruikt kunnen worden.

Een eigenschap van het nikkel.

Volgens de ontdekking van Hopkinson en de zeer belangrijke onderzoekingen van Ch. Ed. Guillaume, vertoont het nikkelstaai bij het afkoelingsproces een vermeerdering van volume, eene eigenschap welke men totnogtoe slechts van water kende.

Guillaume vergeleek een stalen staaf welke 15 pCt. nikkel bevatte met een even lange messing staaf; tusschen 200 en 130° verhielden zich beide staven hetzelfde, d. w. z. haar volume verminderde in overeenstemming met de temperatuur; van 130° af echter naar beneden gaande, begon zich de nikkelstalen staaf uit te zetten, om weldra met 40 mikromillimeter per graad en per meter het maximum harer uitzetting te bereiken, hetwelk tot —60° constant bleef. De verschillende legeeringen verhouden zich elk naar haar nikkelgehalte en den graad der verandering.

Een nieuwe brandstof.

In het «Zeitschrift für praktische Geologie» vinden wij een bericht, volgens hetwelk op het eiland Barbados in de Kleine Antillen, een nieuwe brandstof gevonden is, welke daar als «Manjak» bekend is.

Het is een mineraal van glanzend zwarte kleur, dat aan de aardoppervlakte of weinig daaronder in lagen van 30 tot 60 cM. dikte voorkomt. De brandwaarde van deze stof is buitengewoon groot, men houdt ze voor vastgeworden petroleum, daar deze in vloeibaren toestand veel op het eiland gevonden wordt, zoowel in den grond als drijvende op het water.

De betere soorten bevatten slechts 2 pCt. water met bijna 71 pCt. vluchtige en bijna 27 pCt. vaste organische bestanddeelen, dus veel meer brandstof dan de asphalt van Trinidad, waarin tot 30 pCt. water en 38 pCt. asch gevonden zijn.

Teneinde een doelmatige brandstof te verkrijgen, vermengt men het Manjak met wat turf, voorts bereidt men er vernis en tras of cement uit.

Uit hoofde van zijn gering geleidingsvermogen voor den electrischen stroom, zou men het ook zeer goed voor isoleering van electrische leidingen in de plaats van guttapercha kunnen gebruiken.

maar toch nog altijd ver boven de grens van de in den jongsten tijd verkregen graden van koude. Volgens eene mededeeling van de «Physikalisch technischen Reichsanstalt» is het thans aan Professor Kohlrausch gelukt, in de petroleum-ether de vloeistof te vinden, welke de noodige eigenschappen bezit tot het meten van temperaturen van —100° en welke eerst bij een temperatuur van 190° verstijft; een temperatuur waarbij, zooals bekend is, de lucht vloeibaar wordt. De petroleum-ether is een product dat door destillatie uit petroleum verkregen wordt, heeft een soortelijk gewicht van 0.64—0.67 en een kookpunt van 55 —75°. Voor de scheikunde schijnt deze ontdekking van groot gewicht te zijn. F L

Weerkundige waarnemingen te de Bildt, 8 uur voormiddag.

, fiqS Barometer- ~ wmaKracbt, ta

1898. standm rlch^ ™« tuurgraden in

II I 1 12-d. bp.1i. | Ce'Bius, mM.

11 Nov. I 766.3 Z.0 1 01 —

12 » 762.0 Z.Z.O. 3 44

13 » 757.9 Z.Z.W. 3 40 5 1

14 » 768.6 Z.Z.W. 1 54 \

15 » 770.2 Z.W. 2 3*7 _

16 » 768.2 Z.W. 2 87 1

17 » 770.8 Stil. — 8.4 5

Rivierberichten.

"Waterhoogten, in Meters -t- üf.A.P. 8 uur voormiddag.

Keulen. nh™«- a™ Wester- Maas-

1898. 7 uur Lobith. N«me Arn- v00rt trjoht VenlQ Qrave

vm. x™- nem- (reg. pl.) brug).

12 Nov. 37.44 9.74 7.50 7.99 8.44 41.24 8 06 4 71

13 » 37.39 9.71 7.46 7.98 8.42 41 23 8.61 4.75

14 » 37.30 9.67 7.43 7.94 8.38 41 21 8.61 4 73

15 » 37.23 9.60 7.38 7.89 8.32 41.21 8 57 4 71

16 » 37.18 9.54 7.30 7.84 8.27 41.23 8.58 4 69

17 » 37.12 9.48 7.27 7.79 8.22 41.25 8.62 4 69

18 » 37.08 9.43 7.21 7.74 8.18 41.26 8.60 4.69

Na I Januari 1893 worden de opgaven der waterwaarnemingen aan de peilschalen langs de rivieren voorkomende in de Staatscourant herleid tot het Amsterdamsche peil volqens de UITKOMSTEN DER NAUWKEURIGHEIDSWATERPASSINGEN en de waterpassingen van den Algemeenen dienst van den Waterstaat.

Het Amsterdamsche peil wordt voor de hoogten, die dienovereenkomstig zijn bepaald, aangegeven door N.A.P. en de waterhoogten worden dus voortaan in meters volgens N.A.P. uitgedrukt.

De waterhoogten, betrekkelijk de nul der oude schaal blijven natuurlijk onveranderd.

Maandelijksch Overzicht van het Weder,

medegedeeld door het Kon. Nederl. Meteorologisch Instituut.

OCTOBER 1898. Normaal Waargeno-

Gemidd. barometerstand 758.7 mM. 757.5 mM.

Hoogste » den 4ien . . . 766.4 » 769.4 »

Laagste » » 17<3en . . 752.7 » 738.0 »

Gemidd. temperatuur 10.1° C. 11,0° C.

Hoogste d den 3^™ .... 12.1° » 19.5° »'

Laagste » » 9<3en . . . 7.9° » 1.1° »

Gemidd. betrekk. vochtigheid 86.3 °/o 91 <>ƒ

Hoeveelheid verdampt water 37.5 mM. 48.4 mM.

» gevallen » 75.3 » 50.9 »

Aantal dagen met neerslag 19.3 22

» » » » van 0.5 mM.

of meer 44.5 44

Gemiddelde bewolking 5.8 6.6

Aantal bewolkte dagen 5.4 40

» heldere » 3.4 2

Thermometervloeistoffen.

De tot heden gebruikt wordende thermometervloeistoffen gingen mank aan het euvel, dat zij bij temperaturen onder 0° bevroren, zooals b.v. het kwikzilver reeds bij —39.5°, alkohol en toluol wel eerst bij een temperatuur van beneden —100°,

42.4° » 7.9° » 86.3 °/o 37.5 mM. 75.3 » 49.3

44.5 5.8 5.4 3.4

50.9 22

44 6.6 40

2