M 48.

592

De opbrengsten van het personenvervoer bedroegen in 1897 f 41444,69 tegen f 37236,70 in 1896.

Het goederen- en veevervoer gaf een opbrengst van f 19725,70 tegen f 16224,81 V2 in 1896.

Aan diversen is ontvangen f 751,68)4 tegen f 479,06 in 1896.

De totale opbrengst van het vervoer bedroeg in 1897 f 61922,07}^ tegen f 53940,57 % in 1896.

De exploitatiekosten hebben bedragen f 37655,83 % tegen f36509,19 y, in 1896.

De winst- en verliesrekening wijst, na afschrijving van f 10000,— een voordeelig saldo aan van f 19090,86 "4, te verdeelen als volgt: Storting in het vernieuwingsfonds . . . . f 6400,— 4 pCt. dividend voor de oprichtersaandeelen . - 4800,— 4 » » » » gewone aandeelen . - 7200,—

dividendbelasting - 300,—

en op nieuwe rekening over te schrijven . . - 390,86 lA

Noord-Hollandsche Tramweg Maatschappij en Tweede Noord-Hollandsche Tramweg-Maatschappij 1897.

Het kapitaal der beide Maatschappijen onderging geene verandering. Voor de Noord-Hollandsche Tramweg-Maatschappij werd van de Regeering uitstel verkregen met vijf jaar, van den termijn (April 1893) volgens art. VI der Statuten, waarop het geheele kapitaal moet zijn geplaatst. In den dienst der 3 °/0 leening werd geregeld voorzien, uitgeloot werden 8 obligaties. Tot heden werden uitgeloot 59 obligaties. Van de Tweede Noord-Hollandsche Tramweg-Maatschappij is deAlA °/0 leening, groot f 500,000.—, geheel uitgegeven. 5 obligaties werden dit jaar uitgeloot. Tot heden werden uitgeloot 11 obligaties.

De afschrijvingen beliepen bij de N.-H. Tr.-Mij f 2960— op den dienst der leening (evenals ten vorigen jare) en f 18,947.37 op Weg en Werken (tegen f 16,962 90 in 1896), en bij de Tweede N.-H. Tr.Mij op Weg en Werken f 30,000.— (tegen f 22,000.— in 1896).

De uitvoering der verkregen concessies geschiedde geregeld en gaf tot geenerlei moeilijkheden aanleiding. Nieuwe concessies werden niet aangevraagd. In November 1897 was besloten van de H.H. Gebroeders Goedkoop, die 31 December 1897 hun bootdienst tusschen Amsterdam en Purmerend zouden staken, aan te koopen hunne gebouwen en steigers te Purmerend, Schouw en Buiksloot, benevens de beide stoombooten «Ceres» en «Antilope». De bootdienst naar Purmerend is 1 Januari door de Mij. begonnen. Een nieuwe boot was daarvoor nog in aanbouw, evenals een tweede voor het overzetveer te Amsterdam. Wegens uitbreiding van het verkeer werden nog besteld vier groote personen-rijtuigen en vier gesloten goederenwagens. De laatsten werden reeds dit jaar in dienst gesteld. Tengevolge van de uitbreiding van het verkeer, zal ook het station te Purmerend vergroot moeten worden. De andere uitbreidingen waartoe in 1896 en '97 besloten werd, kwamen allen gereed, met uitzondering van de nieuwe magazijnen, behoorende tot de stationsinrichtingen aan het Tolhuis, die nog niet geheel zijn afgewerkt.

Zoowel de weg als de kunstwerken verkeeren in goeden staat. De lijn Edam werd weder voor een deel van Ibbotson bouten voorzien.

Behoudens het bovenvermelde omtrent de stations te Amsterdam en Purmerend, voldoen de overige gebouwen aan de behoeften, hun constructie is solide en zij vorderen weinig onderhoud.

De tramwegrijtuigen verkeeren in goeden staat. Het wagenpark werd vermeerderd met 4 gesloten goederenwagens.

De locomotieven blijven uitstekend voldoen. De 13 locomotieven legden dit jaar af 364,283 kilometers. Zij verbruikten aan brandstoffen en aan smeermiddelen f 10,949.12. De kosten, per trein-kilometer, aan brandstoffen en smeermiddelen bedragen 3.01 cent.

Daar de laatst overgeblevene der beide oude booten gebreken begint te vertoonen en te klein is voor het tegenwoordig vervoer, zal het wenschelijk zijn, deze door een nieuwe te vervangen. Voor den nieuwen Purmerender dienst zal het daarentegen noodig zijn ook een nieuwe boot te bestellen.

Alle onderdeelen van het vervoer blijven zich krachtig ontwikkelen en de resultaten zijn wederom gunstig.

Blijkens de winst- en verliesrekening der Tweede N.-H. Tr.-Mij heeft hare exploitatie f 109,135.78 opgeleverd. Hieruit wordt voldaan : de pachtrekening aan de N.-H., zijnde f 23,000.—, interest ad f21,432.20, afschrijving op Weg en Werken en rollend materieel f 11,000.—, aan aanleg lijn Alkmaar f 19,000.— en aan Commissiën f 66.21, waarna er als winstsaldo f 34,637.37 overblijft. Dit winstsaldo is overgebracht in de Winst- en Verliesrekening der N.-H. Tr.-Mij, welke dus met de f 23,000.— pacht mede f 57,637.37 inkomen heeft gehad.

Na aftrek van de bovenvermelde afschrijving ad f 2,960.— voor rente op 3 pets. obligatiën f 13,350.— blijft er een saldo winst over van f 41,327.37.

Deze winst is als volgt verdeeld: aan aandeelhouders 7 °/0 dividend over f 200,000.— dus f 14,000, aan tantièmes f 6000,—, aan bedrijfsbelasting f 380.—, aan vernieuwingsfonds weg f 1000.—, idem rollend materieel f 1000.— en aan afschrijving op weg en werken en rollend materieel f 18,947.37.

Nijmeegsche Tramweg-Maatschappij over 1897.

Uit het verslag blijkt, dat het afgeloopen jaar zeer gunstig is geweest en dat, met inachtneming der bij art. 21 der statuten voorgeschreven afschrijvingen, stortingen in vernieuwings- en reservefondsen,

tantièmes en na uitkeering van 4 pCt. dividend, nog f 5195.08 ter beschikking blijft voor de aandeelhouders te verdeelen als volgt : extrastorting in het vernieuwingsfonds f 1970.08; extra-dividend f 3000 en dividend-belasting f 225.

De geheele winstverdeeling wordt dan :

Afschrijving f 3347.61

Storting in het vernieuwingsfonds » 5970.08 » » » reservefonds . . » 480.94 Tantièmes bestuur en personeel. » 3178.25

Dividend 6 pCt » 9000.—

Dividendbelasting » 225.—

f22201.88

De zomer van 1897 was buitengewoon gunstig, evenwel valt ook in de wintermaanden eene geregelde ontwikkeling van het vervoer op te merken.

De zijtak naar St.-Anna werd op 2 Juni voor het publiek geopend en sedert geregeld geëxploiteerd; deze lijn zoude ongetwijfeld, indien zij verder in de Molenstraat kon worden doorgetrokken, beter voldoen aan de behoefte van het verkeer tusschen deze belangrijke buitenwijk en de stad.

De aanvrage om concessie voor een tram Station—Molenstraat— Markt in aansluiting op de lijn St.-Anna, op 23 Juli 1896 bij den raad der gemeente ingediend, wacht nog steeds op eene beslissing.

Plannen tot verplaatsing en uitbreiding der tramweginrichtingen werden in 1897 voorbereid, noodig geworden door de opzegging der huur van het tegenwoordig terrein op het Stationsplein. Na langdurige onderhandelingen is eindelijk eene oplossing verkregen, waarbij eene goede standplaats voor de treinen op het Voorplein, de huur van een vrij ruim terrein aan de Van Diemerbroekstraat en eene tegemoetkoming van f 4000 in de kosten van verplaatsing door de gemeente Nijmegen werden verzekerd.

De bedoelde werken vorderen niettemin van de Maatschappij eene belangrijke flnancieele opoffering.

Met de verplaatsing zal gepaard gaan eene uitbreiding van het materieel en eene vergrooting der gebouwen, waartoe het ruimere terrein aan de Van Diemerbroekstraat de gelegenheid aanbiedt. Door het toenemend vreemdelingenbezoek bestaat in den zomer meermalen behoefte aan een grooter aantal rijtuigen en indien Nijmegen zich blijft ontwikkelen en uitbreiden evenals in de laatste jaren, zal zeker de uitgave welke de thans zeer wenschelijke, indien al niet noodzakelijke uitbreiding vordert in de toekomst rijkelijk vruchten dragen.

De vergadering van aandeelhouders van 11 Februari 1898 bewilligde de middelen tot verwezenlijking van bovengenoemde plannen en hechtte tevens met groote meerderheid hare goedkeuring aan het door commissarissen eenparig gedane voorstel tot uitbreiding van het bedrijf der onderneming op eenigszins ander gebied, door de overname der bekende fabriek van de firma Van Westrhenen.

Het geheele maatschappelijk kapitaal is thans geplaatst, terwijl de obligatieleening oorspronkelijk groot f 40,000, na aflossing der in 1897 uitgelote stukken, tot f 13,000 is teruggebracht.

Het renteloos voorschot van hotel Berg en Dal bedraagt nog f19,000, van de St.-Anna Tramweg-maatschappij werd het toegezegde bedrag van f 10,000 ontvangen, terug te betalen in jaarlijksche termijnen van f 500.

Het vernieuwingsfonds steeg na bijschrijving der rente over 1897 tot f 29388.69; hiervan werd echter f 10947.17 gebruikt tot aankoop van een nieuwe locomotief.

Het reservefonds bedraagt f 5685.56

De lijn en de gebouwen verkeeren in goeden toestand en vorderen geene buitengewone herstellingen.

De sporen naar St.-Anna werden in eigen beheer gelegd, de bouw van den stal met koetsierswoning en van de ijzeren rijtuigremise publiek aanbesteed.

Het rollend materieel wordt met zorg onderhouden en bestaat thans uit:

5 locomotieven,

4 gesloten en 5 open rijtuigen voor de stoomtram, 2 gesloten rijtuigen voor de paardentram en 3 goederenwagens. Voor de exploitatie der lijn St.-Anna werden aangekocht 4 paarden van licht Ardenner ras.

Het personeel bestaat uit 29 personen.

Het personenvervoer bracht op f 43805.93 tegen f 38020.84^ in 1896.

Hiervan werd ontvangen :

aan knipkaarten f 22992.04

» plaatsbewijzen in de rijtuigen » 15474.58

» diversen, w. o. de paardentram . . . . )) 5339.31

f 43805.93

Vervoerd werden in het geheel 321.500 reizigers.

Het goederenvervoer steeg tot f 2626.11 tegen f 2249.44K in 1896.

De diverse ontvangsten waren f 655.06}£.

Het aantal afgelegde kilometers beliep op de stoomtram 92250 en op de paardentram 17000.

De exploitatiekosten bedroegen f 24365.36 of 51 % pCt. van de ontvangsten tegen f 20456.69 % of 50 ^ pCt. in 1896.

De uitbreiding van het net met de nieuwe lijn St.-Anna gaf natuurlijk aanleiding tot eene vrij belangrijke verhooging der exploitatiekosten, die in de laatste jaren op ongeveer hetzelfde bedrag waren