20

naar tijd en wijle, dat deze eene groote reparatie zullen moeten ondergaan.

De afmetingen dezer raampjes zullen zoodanig bepaald moeten worden, dat de glazen in een zelfde wand het mogelijk maken om alle reizigers te zien, die zich kunnen bevinden op de, tegenover dien wand geplaatste bank.

III. Bewaking van in beweging zijnde treinen.

De commissie erkent dat de bewaking van in beweging zijnde treinen, door beambten die zich daartoe op de loopplanken zouden moeten begeven, dikwijls door het profil van vrije ruimte bij de kunstwerken wordt onmogelijk gemaakt en dat zij ten opzichte van aanslagen tegen de veiligheid niet afdoende kan geacht worden.

De Minister vindt daaruit dus geene aanleiding om te dien aanzien eenige voorschriften te geven.

Bevue Générale des Chemins de Fer Nov. 1886.

Telephonie over grooten afstand.

(Bevue in'dustriélle.) Het is onzen lezers niet onbekend, dat in de eerste dagen van dit jaar de telephoondienst tusschen Parijs en Brussel zal

worden geopend. Naar aanleiding daarvan komt het ons voor, dat eene onpartijdige mededeeling van het oordeel van de personen die zich met de telephonie over grooten afstand bezighouden, niet van belang ontbloot is.

Sedert het steeds toenemend in gebruik komen van den telephoon is de vraag of de toepassing op groote afstanden door middel van den microphoon mogelijk is, veel aan belangrijkheid toegenomen; vooral door de uitvinding van den Heer van Rijsselberghe scheen het zelfs een oogenblik alsof daardoor een der voornaamste moeielijkheden overwonnen was, n.1. de aanleg van een nieuwe lijn, omdat men de bestaande telegraaflijnen kon gebruiken.

Ten gevolge van de berichten van buitengewoon succes met proeven genomen in ver van elkander liggende steden, die de couranten mededeelden, ontstond er in de handelskringen levendige hoop dat deze uitvinding een buitengewoon groote toekomst had. Vooral met het oog op die gespannen verwachtingen is het van belang de feiten terug te voeren tot de juiste grens van het bereikbare.

Een draad, voorzien van de anti-inductie toestellen van van Rijsselberghe kan, zooals men weet, gelijktijdig gebruikt worden voor het overseinen van telephonische en telegraphische berichten. Op den eersten blik schijnt dit veel bij te dragen tot het stand komen van telephonische gemeenschap op grooten afstand, maar er bestaat een ernstig bezwaar, dat de gemakkeliikft tnensissine van die uitvinding in den wee staat, n.1. dat de

meeste telegraphische lijnen, die de groote steden verbinden, bestaan uit een groot aantal telegraphische geleiders. Dientengevolge is men genoodzaakt elk der telegraphische leidingen, die op dezelfde palen bevestigd zijn, van een anti-inductie toestel te voorzien, want anders zouden de andere leidingen de werking van den telephoon door inductie benadeelen. Daardoor wordt de inrichting van van Rijsselberghe niet alleen zeer gecompliceerd, maar ook zeer kostbaar, ten gevolge van het groot aantal benoodigde zeer kostbare toestellen. Dit gebrek ontneemt 'het systeem reeds een groot deel van zijne waarde.

Over dit bezwaar zou men echter nog kunnen heenstappen, als het dan ten minste mogelijk ware over grooten afstand telephonisch te correspondeeren met de bestaande telegraphische leidingen. Maar ook dat is niet het geval. Integendeel er bestaat eene verhindering die nog slechts sedert korten tijd bekend ;c pn die den afstand waarover men kan werken, zeer verkleint.

Niet dat het een fout is in de uitvinding van den heer van Rijsselberghe, maar het berust op een grondbeginsel van de physica.

Wanneer men in een draad stroomen van plotseling afwisselende sterkte leidt, is de weerstand die de draad biedt grooter dan wanneer de stroom constante sterkte heeft, en wel om de volgende reden. Wanneer men door eene leiding veranderlijke stroomen leidt, is de stroomsterkte niet gelijkelijk verdeeld over de geheele doorsnede van den draad de electriciteit wordt naaiden omtrek gedrongen, De schijnbare weerstand van een cylindrische draad hangt in het geval van golvende stroomen niet alleen af van de golfsnelheid en in zekere mate van den middellijn, maar vooral ook van de magnetische eigenschappen van den draad. Bij een ijzerdraad van 4 m.M. diam. bijv., de afmeting van de gewone telegraafdraden, verdubbelt de weer¬

stand, die een golvende stroom ondervindt bij 300 golvingen per seconde, voor 1000 golvingen vertienvoudigt de weerstand.

Het boven bedoelde verschijnsel heeft een zeer nadeeligen invloed op de overbrenging van het geluid, want daar de lage toonen een geringer aantal stroomgolvingen veroorzaken dan de hooge, is de weerstand van den draad verschillend voor verschillende toonen en dientengevolge worden de stroomgolvingen gewijzigd en als de lijn een zekere lengte bereikt, kan het gebeuren dat het stemgeluid zoo verandert dat alle gemeenschap onmogelijk wordt.

Nu zijn, behoudens enkele uitzonderingen, de telegraafdraden in alle landen van ijzer of van staal en om deze reden kan men den toestel van van Rijsselberghe niet op zeer lange telegraaflijnen gebruiken, en kan men niet over grooten afstand telephoneeren, zelfs niet met de beste toestellen.

Om telephonische gemeenschap mogelijk te maken moet men afzien van het gebruik van ijzer- of staaldraad en koper of brons nemen, welke metalen dit gebrek niet hebben.

Ook kan men goede resultaten verkrijgen door het gebruik van staaldraad, dat langs galvanischen weg met een dikke laag koper bedekt is; zulk draad wordt in Amerika voor telegraphen veelvuldig gebruikt. De volgende gegevens, welke berusten op

die in de vereemede btaten srenomen znn, geven een

van

368 Kilom.

» 529 » » 1000 »

m.M. middellijn

nroeven

denkbeeld van de afstanden waarover het, bij gebruik van verschillende soorten van draad, mogelijk is gemeenschap te onderhouden:

lo. Met een leiding van ijzerdraad van 4,5 m.M. mi ldellijn

heeft men de volgende resultaten verkregen. De gemeenschap was goed op een afstand

» » werd slecht » » »

» » werd onmogelijk» » »

2o. Met eene leiding van konerdraad van 2,7

kon men elkander eoed verstaan op 941 Kilometers afstand en

met een leiding eveneens van koperdraad van 2,1 m.M. middellijn kon men elkander nog goed verstaan op een afstand van 500 Kilom.

3o. Met een staaldraad leiding van 3 m.M. middellijn bedekt met een laag koper van 1,5 m.M. dikte kon men elkander goed verstaan op een afstand van 1600 Kilom.

Uit deze cijfers volgt duidelijk, dat het niet mogelijk is goede telephonische gemeenschap te hebben tusschen de hoofdsteden deiverschillende Staten van Europa, wanneer men leidingen gebruikt van ijzerdraad van 4 a 5 m.M. middellijn. De hoofdsteden liggen minstens 500 of 600 Kilom. van elkander verwijderd en in de praktijk moeten deze getallen nog verdubbeld worden, omdat de telephonische leiding niet uit een enkele met de aarde verbonden lijn kan bestaan, maar in tegendeel uit een draad heen en een draad terug om zooveel mogelijk de neveno-olvingen uit te sluiten, die ontstaan door atmospherische en

aardstroomen.

Uit het voorgaande volgt, dat het in theorie mogelijk is over groote afstanden te telephoneeren, maar dat er in de praktijk een groot aantal technische bezwaren ontstaan die moeiehjk, en alleen met opoffering van groote kosten te overwinnen zijn.

Daarenboven valt er voor het oogenblik niet te rekenen op onderaardsche en onderzeesche kabels voor telephonisch gebruik, daar in dat geval geen maatregelen kunnen genomen worden om de vertragende werking tegen te gaan, die de stroom volgens het bovenstaande ondervindt.

De meening dat weldra de telephonie over groote afstanden zal worden ingevoerd is dus zeer voorbarig.

De brandweer te Parijs.

Het volgende, naar eene mededeeling van den technischen attaché bij hetDuitsche gezantschap te Parijs, den heer Pescheck, in het »Centralblatt der Bauverwaltung", mag ook voor Nederlandsche lezers niet onbelangrijk worden geacht.

Het zal ieder Berlijner, die te Parijs zijn aandacht schenkt aan stedelijke inrichtingen van openbaar nut, opvallen, zegt de heer Pescheck, dat men van de brandweer aldaar niets hoort noch ziet; dit te meer daar hij er aan gewend is, haar te Berlijn bijna dagelijks door de straten te zien hollen.

Slechts hij, die jaren te Parijs woont, heeft eenigen kans ook eens toevallig de brandweer te ontmoeten. En toch komen er dagelijks gemiddeld meer dan twee gevallen van brand voor. De oorzaak van dit verschijnsel ligt in de eigenaardige inrichting der Parijsche brandweer, zooals zij door de gesteldheid van het verkeer in de straten, dus ten slotte door den geheelen aanleg der stad zelf wordt voorgeschreven.