132

Eerst in 1870 toen men op de gedachte kwam eene onderlaag van beton te nemen, kwam in de houtbestrating een gunstige ommekeer. Sinds dien tijd is door de Improved Wood Pavement Company zoowel te Londen als te Parijs op de drukste boulevards de steenbestrating door eene houten vervangen, en daar deze bestrating zoo bizonder in den geest der Parijzenaars valt, laat het zich aanzien, dat hiermede voorloopig nog wel zal worden voortgegaan.

Ook bij ons te lande is o. a. te Amsterdam in de Dam-, oude Doelen- en oude Hoogstraat door diezelfde maatschappij de steenbestrating door eene houten vervangen.

Tevens werd op den O. Z. Voorburgwal bij het Stadhuis aldaar in eigen uitvoering eene proef bestrating met hout gelegd, waarvan de resultaten echter zeer uiteenloopen met die, welke in het buitenland verkregen zijn, hetgeen vermoedelijk voor een deel aan het veel mindere vervoer moet worden toegeschreven. Terwijl toch te Parijs en te Londen de houtbestrating hare waarde ontleent aan de betonlaag, is uit de proefneming te Amsterdam gebleken, (1) dat eene betonlaag op een vast gereden ondergrond niet noodig is, maar vervangen kan worden door eene eenvoudige en veel goedkoopere zandlaag; voorts dat blokjes van greenenhout boven dennenhout te verkiezen zijn, terwijl in Parijs en Londen aan het hout van den rooden den de voorkeur wordt gegeven, wegens de bizonder groote homogeniteit, die deze houtsoort kenmerkt.

In strijd met de meening (1) dat het hout nooit een groote rol bij bestratingen zou kunnen vervullen, verdient het opmerking dat het op de groote boulevards van Parijs en Londen overal de keibestratmg verdrongen heeft.

De houtbestrating wordt echter aldaar niet anders gelegd dan op een betonlaag ter dikte van 0.15 a 0.23 M., samengesteld uit 1 deel portlandcement en 7 deelen van een mengsel bestaande voor 1/3 uit zand en 2/3 steenslag, of wel uit 200 kilo portlandcement op 1 M3 van dit mengsel. Deze onderlaag, die met de meeste zorg behandeld moet worden en gewoonlijk eene tonrondte heeft van 1/60 der breedte, vormt de eigenlijke verharding van' de straat, terwijl de houten blokjes als het ware een matras vormen, die door zijne elasticiteit het geluid voorkomt.

Vier of vijf dagen na het leggen van de beton worden de houten blokjes gesteld, die de navolgende afmetingen hebben: lengte 22.8 cM., breedte 7.6 cM., hoogte 15.2 cM.

Vóór het stellen worden zij eerst streng gekeurd, zoowel wat betreft den toestand van het hout als den vorm en de afmetingen der blokjes. Vooral wordt gelet op eene gelijke hoogte van alle blokjes.

Wat de te bezigen houtsoort betreft, heeft men verschillende soorten gebruikt als: eiken, olmen, dennen, beuken, greenen en andere, doch zooals ik boven reeds opmerkte geeft men thans de voorkeur aan het hout van den rooden den, dat uitmunt door zijne groote homogeniteit, en dat tevens tot de min kostbare soorten behoort.

De blokjes worden gecreosoteerd, doch op eene wijze, die nog veel te wenschen overlaat. De Improved Wood Pavement Company dompelt ze alleen gedurende 5 minuten in eene vloeibare massa van koolteer, creosoot en leem houdende kalk, zoogenaamde »green chalk". De aldus behandelde blokjes worden door de maatschappij te Londen geleverd voor 190 fr. de duizend en daar er 49 gaan in de M2, kost elke M2 zonder onderlaag en leggen 9 fr. 31.

De blokjes worden gesteld in rijen, die haaks op de as staan, en op een' onderlingen afstand van 1 cM. van elkaar verwijderd zijn. In de rijen zelf worden echter de blokjes zoo dicht mogelijk tegen elkander aangeschoven. In Londen heeft men in sommige straten wijzigingen gebracht in deze rangschikking door bijv. telkens vakken van 3 rijen te nemen, waarin de rijen tegen elkaar aankomen. De vakken zijn dan onderling gescheiden door voegen van 2 cM. breedte, waardoor de bestrating het aanzien krijgt als te bestaan uit blokken van 3 X 0-076 = 22.8 cM. breedte; doch voordeelen zijn hieraan overigens niet verbonden.

Ook heeft men soms in het midden van de hoogte der blokjes groeven gemaakt, waardoor men de correspondeerende blokjes van de verschillende rijen door houten latjes kan vereenigen, doch deze wijze wordt thans niet meer gevolgd.

Omtrent den duur der bestrating leert de ondervinding thans dat de slijtage in de eerste jaren minder is dan in de latere, en dat bij een verkeer van 20 a 40.000 gareelen per dag de bestrating 4 a 5 jaren kan duren. Daalt het verkeer tot 10,000

gareelen per dag dan kan de duur klimmen tot 7, ja zelfs tot 10 jaar. Gedurende dien tijd levert zij een uitstekende straat, met een fraai aanzicht en een bij uitstek gemakkelijk te berijden oppervlak. Zij behoort echter zorgvuldig schoon gehouden te worden, daar het slik zich licht aan het hout vasthecht. Het schoonhouden zelf is echter gemakkelijk, en kost te Parijs gemiddeld niet meer dan 1 fr. per M2 en per jaar.

In tijden van ijzel en vorst behooren zij met zand bestrooid te worden, vooral wanneer de vorst plotseling invalt nadat vochtige dagen zijn voorafgegaan.

De kosten der bestrating met inbegrip van het opbreken der bestaande, en de wijze waarop die te Parijs verrekend worden, zijn als volgt:

Gedurende 18 jaren wordt aan de maatschappij uitbetaald: lo. een som van 2 fr. 42 per M2. en per jaar voor interest en amortisatie van het kapitaal, dat voor den aanleg benoodigd was;

2o. een som van 2 fr. 95 per M2. en per jaar voor het onderhoud; alzoo te zamen een bedrag van 5 fr. 37.

Bij het einde van dezen termijn wordt gerekend dat de onderlaag nog goed is, en dat de verdere kosten van onderhoud zullen worden gereduceerd tot 2 a 2 fr. 50 per M2.

Vergelijkt men deze kosten met die van de vroegere keibestratingen aldaar, welke voor de drukste boulevards 6 fr. 46 a 8 fr. 33 per Ma. en per jaar waren, dan krijgen wij voor deze eene besparing.

Voor andere straten, waar het verkeer minder is, worden echter de kosten der houtbestrating ten opzichte van de keibestrating hooger, zoodat vermoedelijk voor deze straten en in 't algemeen voor die in kleinere steden de houtbestrating weinig ingang zal vinden. Wegens het geringere verkeer treden aldaar de voordeelen van weinig geraas, stof en slik dan ook minder op den voorgrond.

v. H.

Tentoonstelling van Belgische bouwmaterialen te Brussel.

»Geopend maar nog niet geheel en al klaar" kan men helaas in den laatsten tijd bij de meeste tentoonstellingen zeggen; ook hier is dit het geval. Daar de catalogus bovendien ook nog niet verschenen is, is het zich terecht vinden zeer bezwaarlijk en kan dus van een volledig verslag geen sprake zijn. Beperken wij ons daarom tot een kort overzicht.

De tentoonstelling bevindt zich in een bovenzaal van het Beursgebouw en omvat alle bouwmaterialen van Belgischen oorsprong, metalen uitgezonderd. (1)

Bij het binnentreden valt het oog reeds dadelijk op de tegen den wand aangebrachte bladen van de »Carte géologique detaillée de la Belgique, dressée par ordre du gouvernement", schaal 1 : 20,000, en de daar tegenover voor de buitenvensters staande dunne op glas aangebrachte platen marmer met het deftige opschrift »Plaques minces a montrer 1'origine des calcaires dévoniens et carbonifères". Bij den schoorsteen staat een tafel met groen overkleed, bedekt met de verschillende prospectussen, waaronder eene gedrukte uitnoodiging om tot de onlangs opgerichte »Société beige de géologie, de paleontologie et d'hydrologie" toe te treden.

Natuurlijke steen. De bekende Belgische marmersoorten zijn slechts door een paar firma's vertegenwoordigd, waaronder wij eene fraaie inzending van de »Société anonyme de Merbes-leChateau" opmerkten. Van hardsteen of liever gezegd van de verschillende soorten »grès" zijn meer inzendingen; een paar steengroeven hebben ook porphier tentoongesteld in den vorm van keien als anderzins. Als overgang tot de kunstmatige steenen ziet men »Granit artificiel, système Petit Jean, breveté dans tous les pays," vooral voor trottoirs zeer aanbevolen.

Kunstmatige steenen. Op dit gebied neemt de céramique wel de voornaamste plaats in, en kan men al de bekende gekleurde cementtegels in verschillenden vorm bewonderen. Van den gewonen baksteen en aarden buizen is minder te zien; eveneens van dakpannen, welke slechts door een drietal inzenders zijn vertegenwoordigd.

Cement en hydraulische kalk zijn door eenige firma's ingezonden, waaronder de »Société Anonyme de Niel on Rupell" de eerste plaats inneemt. Behalve verschillende grondstoffen en de daaruit bereide cementsoorten stelt deze firma ook een viertal cementproeimachines ten toon, zooals de trektoestel van

(1) Zie «Waterbouwkunde" Afd. Wegen, hoofdstuk III.

(1) Zie no. 14, pag. 111.