Zes-en-tachtigste jaargang

No. 24

Dinsdag 25 Maart 1919

NIEUWSBLAD VOOR DEN BOEKHANDEL

UITGEGEVEN DOOR DE VEREENIGING TER BEVORDERING VAN DE BELANGEN DES BOEKHANDELS - VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGAVOND . REDACTEUR: P. BAUSCH

BUREAU: HEERENGRACHT 124/8, AMSTERDAM - TEL. 6844 N

Geabonneerden op en adverteerders in het Nieuwsblad voor den Boekhandel worden indachtig gemaakt, dat zij voor zich als bindend erkennen en verplicht zijn na te leven de bepalingen van het Reglement voor het Nieuwsblad voor den Boekhandel en van artikel 13 van het Algemeen Reglement van de Vereeriiging ter bevordering van de belangen des Boekhandels, zooals die laatstelijk zijn vastgesteld en eventueel later zullen worden gewijzigd

OFFICIEEL GEDEELTE

VEREENIGING TER BEVORDERING VAN DE BELANGEN DES BOEKHANDELS

KENNISGEVING Het Bestuur brengt hierbij ter kennis dat het is gebleken, dat door den heer W. BUSCH Jr., te Zaandam, is gehandeld in strijd met art. 13 § la van het Algemeen Reglement der Vereeniging, waarom het Bestuur heeft besloten, handelend ingevolge art. 13 § 15, den heer W. Busch Jr. te ontzeggen het recht om Committent van het Bestelhuis te worden, om zich te abonneeren op het Nieuwsblad voor den Boekhandel en in dit blad te adverteeren en van andere instellingen der Vereeniging gebruik te maken,

dat van dit besluit per circulaire aan de Leden en Eereleden, aan de Committenten van het Bestelhuis en aan alle overige personen die zich schriftelijk verbonden hebben tot naleving van art. 13 van het Algemeen Reglement wordt kennis gegeven, ter¬

wijl door bekendmaking in het Nieuwsblad bij deze mede wordt voldaan aan § 17 van genoemd artikel,

dat ingevolge dit besluit § 18 van genoemd artikel in werking is getreden, waaruit voortvloeit dat van nu af, aan den heer W. Busch Jr. te Zaandam niet meer mag geleverd worden. Leveringen aan hem, tenzij ter voldoening aan verplichte leveringen van vervolgwerken en tijdschriften als in art. 13 § 3b aangegeven, zullen door het Bestuur als overtreding van art. 13 van het Algemeen Reglement worden aangemerkt.

Tevens deelt het Bestuur mede, dat het Bondsbureau van den „Neder-

landsche BOND van jongelingsvereenigingen op gereformeerden

grondslag", te Zwijndreoht, voldaan heeft aan den eisch, welke door het Bestuur tot opheffing van de strafbepalingen, toegepast wegens overtreding van art. 13 § la van het Algemeen Reglement, te diens opzichte was gesteld.

Het Bestuur heeft ingevolge daarvan, handelend volgens art. 13 § 16, besloten voornoemd Bondsbureau