2

De moeder van Judith Fürste was in der tijd een en i

van de meest gevierde reines du bal geweest in de ter ï

hoofdstad. Ze was een ijdel en wereldsch jongmeisje, aan;

genot- en behaagziek in hooge mate. Maar ze scheen waai

geheel veranderd na haar huwelijk met een jong moei

officier, even hekend om zijn bekwaamheid als om stad

zijn fier karakter en zijn gunstig uiterlijk. Hij kreeg mak-

grooten invloed op zijn lichtzinnige vrouw, maar tot van haar ongeluk en tot groot verlies voor hun dochtertje Ei

duurde hun gelukkig samenzijn maar kort. Toen de ijdell

deensch-duitsche oorlog uitbrak, viel Luitenant Fürste was

als een van zijn eerste offers. Hij liet een stralende een

herinnering achter onder zijn kameraden, maar dat kon

hielp zijn arme jonge weduwe niet. Zijn dood trof moei haar zóó geweldig, dat men voor haar verstand vreesde. Dé

Maar toen de eerste smart voorbij was gegaan, was stilte

ook het ergste geleden en de jonge moeder besloot doch

nu haar leven en al haar liefde te wijden aan haar ooge:

dochtertje. geda

Teruggetrokken van de wereld en haar vermaken tenu gaf mevrouw Fürste al haar tijd aan Judith. Zij wekte toen bij haar een hartstochtelijke liefde voor haar overleden baaivader, en 't kind. werd nooit moe van 't luisteren als lijk : zij van hem vertelde. Hij was haar held, haar ideaal, Da haar afgod. Uren lang kon zij stil naar haar moeders were verhalen van hem zitten luisteren. En als zij met lever haar op straat officieren ontmoetten, die haar eerbiedig bove groetten, of haar aanspraken en 't kleine meisje de juris hand op het hoofd legden, moest ze altijd aan haar zichz vader denken en haar hart klopte van trots, want zij die was overtuigd, dat niemand in de wereld zijns gelijke was. moec

Zoo gingen eenige jaren voorbij. Toen kwam er smee

een verandering in de nog mooie dertigjarige weduwe. zelf

Zij was dikwijls verstrooid, begon soms plotseling' te gaf

schreien, maar kon onmiddellijk daarna loopen neuriën twijf

en in den spiegel zien; zij kleedde zich met grooter haar

zorg dan voorheen, ze vroeg Judith of er geen grijze haar

haren in haar krullen waren, of rimpels in haar voor- mela hoofd, en als Judith verbaasd: «neen!" antwoordde, of Zij

met kinderlijken trots zei, dat zij de mooiste dame in moec

de wereld was, omhelsde zij 't kind en vroeg of ze houd

niet naar een vader verlangde. Judith bleef haar ande

verwonderd aanstaren en antwoordde niet, maar de de s

moeder lachte en bloosde, zei, dat dit alles maar uit :

grapjes waren en kuste den laatste twijfel weg uit 't moec

hart van 't verbaasde meisje. hield

De zwakke, ijdele vrouw dacht over een tweede dan huwelijk. De assistent van haar advocaat, die haar Da

geldzaken bestuurde, was een jong man met een knap klein

uiterlijk. Hij had de jonge weduwe dikwijls gezien gezin

en gesproken en meende een hartstochtelijke liefde Jüdit

voor haar te hebben opgevat. Zij merkte zijn stille meer

hulde wel en dat streelde haar ijdelheid. Toen hij van ]

eindelijk aanzoek om haar hand deed, aarzelde ze lang, woor

en in dien tijd schreide ze vaak en consulteerde van ter zijde haar dochtertje. Maar hij drong steeds heftiger aan; zij zouden niet in de hoofdstad blijven wonen, waar 't haar pijnlijk kon zijn, oude bekenden te ontmoeten; hij wilde zich als advokaat in eene kleine stad vestigen. Hij beloofde haar rijkdom, allerlei vermaken, eer en aanzien, en eindelijk dreigde hij zich van kant te maken, als zij hem 't jawoord niet gaf.

En toen gaf ze toe, deels uit zwakheid, deels uit ijdelheid, want dien man, die nog een paar jaar jonger was clan zij, had ze niet werkelijk lief. Wel had ze een duister gevoel, dat haar besluit, ernstige gevolgen kon hebben, maar ze was niet sterk genoeg om die moedig onder de oogen te zien.

De toebereidselen voor hun huwelijk werden in alle stilte gemaakt. Mevrouw Fürste durfde het baar dochtertje niet eens vertellen vóór het allerlaatste oogenblik toen het te laat was. Had. zij 't eerder gedaan, dan was zij misschien nog op haar besluit teruggekomen, want Judith was zóó heftig bedroefd, toen zij het hoorde, dat de arme vrouw 't allerliefst baar woord, teruggenomen zou hebben, als 't nog mogelijk geweest was.

Dat haar moeder, na met den edelsten man van de wereld getrouwd te zijn geweest, met hem, die zijn leven voor zijn vaderland gegeven had en zijn vrouw boven alles liefhad, nu wilde trouwen met een ellendig jurist, een onbeduidend wezen! Judith was buiten zichzelf van smart en verontwaardiging. Met woorden, die haar leeftijd ver vooruit waren, hield zij haar moeder die groote vernedering voor. Zij schreide en smeekte haar niet haar overleden vader, noch zich zelf ontrouw te worden, maar het was te laat. Toen gaf het jonge meisje zich over aan een doffe vertwijfeling en die eerste jaren van het huwelijk van haar moeder maakten haar veel ouder en veranderden haar van een vroolijk levenslustig kind in een gesloten, melankoliek wezentje.

Zij was verlaten en verraden, meende ze. Haar moeders liefkozingen troostten haar niet. Hun verhouding was gebroken en zij kon ook bij niemand anders troost, zoeken. Zij moesten immers weg uit de stad, weg van de oude vrienden, die zich toch al uit zich zelf hadden teruggel rokken. En tot haar moeder kon ze niet meer met vertrouwen opzien. Ze hield nog wel van haar, maar 't was meer medelijden dan liefde, wat ze voor haar voelde.

Dadelijk na de bruiloft was de familie naar een kleine stad in Jutland, getrokken, waar het nieusve gezin zich vestigde, 't Werd geen vredig thuis, want Judith keerde zich van haar stiefvader af: hij had, meende zij, haar van haar moeder beroofd en de plaats van haar geliefden vader ingenomen. Zijn vriendelijke woorden baatten niet. Judith bleef koel en noemde