324

Bij J. J. Wiarda te Sneek, is verschenen voor rekening van den sch rij ver :

DRIE GENIËN OP EENE KAMER. Blijspel met chansonnetten in twee bedrijven, ƒ0,50.

TWEE EMMERS WATER. Klucht met zang in één bedrijf. ƒ0,35.

EENE KOMIEKE EER. Klucht met zang in één bedrijf. ƒ0,25.

Wordt op aanvraag in commissie gezonden. [2068]

J. L. ROMEN, EXPORT-BOEKHANDEL TE EMMERICH.

Wij ontvingen en geven gaarne ook in commissie: Hahn-Hahn, Graefin Ida , DIE GESCHICHTE EINES ARMEN FRiiULEINS. 2 Bde. 2 Thlr. = ƒ3,50 particuliere prijs, ƒ2,92 netto.

Voor 1870 leveren wij alle in Duitschland nit ko men de Journalen, Tijdschriften etc, onder berekening van den Thlr. a ƒ1,75 met 15% tot 30% rabat, op de spoedigste wijze. — Van:

CHRYSOLOGUS. Monatschrift für Kathol. Beredsamkeit etc. 12 Hefte. ƒ3,50, netto ƒ2,30 en 13/12 ex.

ALTE U.ND NEUE WELT. 12 Hefte. 1 Thlr. 18 Sgr. met 20»/o en 13/12 ex.

DAHEIM. Jaarlijks 52 Nrs. of 12 Hefte. Pro kw. 18 = ƒ1,05; met I4J°/0,

leveren wij Heft 1 in gewenscbt getal in commissie

Aan ons alleen is het debiet voor geheel Nederland opgedragen van :

Niedermayer, DIE KATHOLISCHE BEWEGUNG IN DEUTSCHLAND. 12 Hefte. Prijs per jaar ƒ2,40 met 20»/„ en 13/12 Heft 1 tot 5 in commissie.

BUCH DER WELT. Jaargang 1870. 16 Hefte a 30 ets. met gratispremie 'i Faust's Gretchen"

leveren wij met 30°/o- Heft 1 en 2 gratis.

Het groot getal bestellingen, hierop reeds door ons ontvangen,

wordt binnen eenige dagen geëffectueerd. [2069]

BArps te Culenborg heeft uitgegeven onder den titel : VRAAGBAAK VOOR DE JEUGD, een tabel, bevattende de nieuwe benamingen van maten en gewichten, met bijvoeging van de tafels van vermenigvuldiging, lees- en spelteekens, namen der maanden, verkortingen van titels van hooggeplaatste personen, enz. Netto per 100 Ex. 65 ets., per 1000 Ex. ƒ5,50. Part. ƒ1,— de 100 Ex. of 1 ets. per stuk. Bijzonder geschikt voor schoolgebruik.

[2070]

Gemengde Berichten.

De Nederlandsche Boekhandel zal den heer P. N. v. K. ongetwijfeld zeer erkentelijk zijn voor de welwillendheid, waarmede hij in verzet komt tegen de gewijzigde voorwaarden van inteekening op de Revue des deux Mondes, zoo als wij die "goedvonden te adviseren."

Wij zijn echter zoo vrij beslag te leggen op een gedeelte van die dankbaarheid, en meenen ook eenigzins in het belang van ons vak te hebben gehandeld.

Reeds in den aanvang van 1868 ontvingen wij berigt van de directie, dat »Le conseil de surveillance prés de la société de la Revue des deux Mondes a trouvé trop éloignée 1'époque de payement qui n'est pas en effet d'accord avec les habitudes adoptéea par les journanx et recueils périodiques".

Nu is het bekend dat het de gewoonte van de meeste Fransche tijdschriften is: vooruitbetaling van het abonnement.

Dadelijk protesteerden wij dan ook tegen deze ^waarschuwing en toonden aan dat de Fransche usances geheel in strijd waren met de Nederlandsche, en de maatregel geheel tegen de belangen van den Nederlandschen Boekhandel aandruischte. Na langdurige correspondentie en mondelinge bespreking hebben wij eindelijk de directie bewogen , eene uitzondering voor Nederland te maken en toe te staan dat de betaling eerst in het 4e kwartaal zou plaats vinden.

Daar de jaargang 1868 reeds was ingetreden, hebben wij tevens verzocht dien maatregel eerst in 1869 toe te passen.

De directie heeft daarop bij circulaire de abonnés in Holland kennis gegeven dat zij voortaan 1°. October het abonnement aan hunnen gewonen boekverkooper moeten voldoen. Wij hebben hij onze circulaire van Julij 1868 en later op onze facturen den Nederlandschen Boekhandel geadviseerd dat wij veertien dagen later en dus 15 October zullen disponeren, ten einde onze confraters in de gelegenheid te stellen het bedrag eerst van hunne abonnés te ontvangen. Van welke vooruitbetaling kan dus thans sprake zijn ?

Had de heer P. N. v. K. in Januarij geprotesteerd, dan hadden wij hein zijne abonnementen niet behoeven te leveren. Is het eene waardige houding, dit te doen nu hij door de ontvangst van zijne abonnementen zich bij de nieuwe voorwaarden van inteekening heeft nedergelegd?

Verlangt de heer P. N. v. K. dat wij de boekh. drie maanden in het bezit laten van het abonnementsbedrag , dat zij reeds 1°. October mogen ontvangen, en wij intnsschen het aanzienlijk kapitaal dat wij naar Parijs moeten remitteren voorschieten? Wij zullen dien beleefden raad niet opvolgen.

Nog ééne vraag: Op welken omslag der Revue leest de heer v. K. toch dat de Annuaire, behoorende bij de Revue van 1869 , reeds verschenen is?

'sHage, 14 Oct. 1869. Gkbrs. Bklineante.

Dagbladen.

Er werden in Nederland uitgegeven :

in 1850. in April 1869.

Dagelijks 11 16

5 malen per week ... 1 1

4 »«»... 0 1

3 ,,-"... 11 11

2 » » » . . . 26 31

1 „ „ «... 39 97

te zamen 88 157.

Het aantal der dagbladen was dus, vergeleken met 1850 , in 't begin van 1869 vermeerderd met 69 , en wel inzonderheid door de toeneming van éénmaal 's weeks verschijnende bladen.

Na de afschaffing van het zegel op de dagbladen en aankondigingen is , daargelaten de uitbreiding welke vele bladen erlangden , het getal van deze nog zeer toegenomen. Volgens eene opgave betreffende die uitgaven op 1° October 1869, telde men dagelijks uitkomende bladen 25 ; — 5 malen per week 1; — 3 malen 13 ; — 2 malen 30 ; terwijl het getal éénmaal per week uitkomende bladen tot 122 klom. Te zamen 191, waarbij nog kunnen worden gevoegd een achttal bladen, die om de veertien dagen of op andere tijden uitkomen. In 't geheel zou dit dus 199 bedragen, of 42 meer dan in April te voren en 111 meer dan in 1850.

Bij het overlijden van Charles Aiigiistin Sainte-Beuve.

De Fransche letterkunde ontving dezer dagen een gevoeligen slag door het overlijden van den algemeen gevierden letterkundige SainteBeuve. Geboren te Boulogne-sur-Mer, den 23sten December 1804, kwam hij, na volbrachte studiën op het collegie zijner geboortestad, in 1822 naar Parijs om daar in de medicijnen te studeeren. Dit vak verliet hij echter spoedig daar hij meer geneigdheid voelde om zich aan de fraaie letteren te wijden, hij begon zijn letterkundige loopbaan door als medewerker van de Globe op te treden. Zonder de excentriciteit van Victor Hugo te huldigen, hield hij zich toch aan de nieuwere school en streed ijverig voor haar, zoowel in zijne critieken als in zijne litterarische werken waaronder vooral zijn ./ Tableau historique et crilique de la poésie frangaise el du thédlre francais au 16e siècle (2 dln. Parijs 1841) vermelding verdient. — Vooral mag Sainte-Beuve genoemd worden als den eigentlijken stichter der zoogenaamde psychologische critiek; in een reeks opstellen in dit genre, die oorspronkelijk in de Revue des deux Mondes verschenen, analyseerde hij de voornaamste werken die in Frankrijk op letterkundig gebied verschenen, terwijl hij de levensgeschiedenis der schrijvers tot grondslag eener fijne psychologische karakteristiek van hunne werken nam. Deze opstellen zijn later bij elkaar gevoegd en onder verschillende titels uitgegeven geworden: o. a. onder den titel Porlraits liliéraires et contemporains (6 dln. Parijs 1852). — Als dichter is Sainte-Beuve bekend onder den pseudoniem van Joseph Delorme, en gaf onder dien naam de bundels " Vie, poésies et pensees de Joseph Delorme" (Paris 1829) "les Consolations" (Paris 1830) en «Pensees d'aout (Paris 1837) in het licht, benevens een roman, getiteld: Volupté (2 dln. Paris 1834. 3e druk 1845). Zijn uitvoerig historisch werk Èistoire du Port-Royal (Parijs 1840—1860. 2e druk 1861) is een reeks voorlezingen die hij in 1837 te Lausanne hield. — In 1840 werd hij tot bibliothecaris van de Bibliothèque Magazine benoemd en in 1845 als lid der Académie frangaise aangenomen.— Sedert 1848 schreef hij voor de Conslitutionel nieuwe critieken, die geregeld in de Nummers die Maandag-ochtend verschenen, voorkwamen en later onder den titel Causeries du Lundi (15 dln. Paris 1851—1862) uitgegeven werden. Een uittreksel van dit werk is de Galerie des femmes célèbres (Paris 1858) die later in 1864 door eene Nouvelle galerie des femmes célèbres gevolgd werden. De eigenaardige richting van de Conslitutionel en andere omstandigheden brachten het met zich mede dat deze nieuwe critieken bij vele goede eigenschappen toch niet de waarde der vroegeren (in 1852 uitgegeven) hadden. Nog meer was dit het geval met die critieken die hij sedert den coup d'état van 2 December 1851 regelmatig in den Moniteur liet verschijnen , en waarin hij tot de letterkundige grondbeginselen der classieke school terugkeerde. Ook deze opstellen gaf hij later uit onder den titel van Nouveaux lundis, waarvan onlangs het 10e deel verscheen. — Nadat hij medewerker aan den Moniteur geworden was, werd hij tot professor der klassieke letterkunde aan het Collége de France benoemd. Lang duurde deze betrekking niet. Sainte-Beuve was een regeeringsman en de studenten lieten hem niet altoos rustig aan het woord. De regeering kon dit niet lang verdragen en daar de luidruchtigste manifestatiën eigentlijk haar golden, werd de cursus gesloten. In 1857 verscheen zijne Etudes sur Virgile; in zijne akademische lessen mocht hij dezen dichter niet nader aan zijne studenten leeren kennen". (1) In 1857 werd hij als directeur eener normaalschool aangesteld doch liet spoedig daarna deze betrekking varen om zich als vaste medewerker aan de Constitulionel te verbinden. In 1865 werd hij door den Keizer tot senator benoemd.

Onder zijne werken van den lateren tijd mogen ook "Chateaubriand et son groupe littéraire sous Vempire" en "Ze Comte de Clermont et sa cour, étude crilique " niet onvermeld blijven.

(Convers. Lexicon.) L.

(1) Rotterd. Courant van 14 Oct. 1869.

gedkukt bij C. blommekdaal.