1919. No. 57

NIEUWSBLAD VOOR DEN BOEKHANDEL

797

van die verhooging komt 75°/0 aan de Uitgevers. En zooals de heer Couvée zeer juist opmerkte, vele boeken zijn niet in prijs verhoogd, zijn zelfs in prijs verlaagd, dus daar worden de debitanten ook niet beter door. Laat ons ook niet vergeten dat we een tijd van bezuiniging tegemoet gaan, waarvan het gevolg zal zijn dat het boek voor het publiek, helaas, nog meer een luxeartikel zal worden en dus minder gekocht.

Het gevolg daarvan zal zijn dat hoogstens door de hooge prijzen de omzet gelijk zal blijven, als hij geen neiging toont om te zakken en het weinige voordeel dat dus in de verhooging der prijzen zit verdwijnt daardoor geheel.

Wil men geen noodlijdenden Debitantenstand, zooals hij op enkele uitzonderingen altijd geweest is, dan is verhooging van het standaardrabat noodzakelijk, want ook de Uitgever heeft groot belang bij een financieel krachtigen debitantenstand.

Met dank voor de plaatsing

Adr. Dorsman

Antwoord aan den heer Ploegsma

Mag ik den heer Ploegsma even wat zeggen? Ik heb niet meegedaan aan den 5°/o eisen. Ik zie hierin mogelijkheid tot wrijving tusschen plaatselijke collega's en vind een hooger rabat voor heeren uitgevers een veel gezonder oplossing.

Ook vraag ik geen prospectus van 't beroemde kookboek aan. Waarom niet? Och

smaken verschillen. Ook smaak in

boeken. Maar ik moet toch rekenen met Jan publiek?

Welnu, de heer Ploegsma zende mij wat prospect., één commissie-ex. en een glasbiljet en zou dan 't publiek niet koopen?

Maar nu geeft een 100-tal prospectussen één kooper. Hoe nu?

Dan zoek ik op een andere manier koopers, mijnheer Ploegsma.

Het volgende 100-tal prospectussen zend ik naar de maan!

Vriendelijke groeten, Goes, 12 Juli 1919 F. H. Hopster

De heer Hopster zegt niet te behooren tot de 794, die pal staan voor 't behouden der 5<Vo. Welnu, daaruit volgt dat ik niets op zijn betoog heb te antwoorden.

Een vraag mijnerzijds aan de Redactie: waarom staat gij toe dat met een ingezonden stukje op een Advertentie wordt gereageerd? Zeist, 15 Juli 1919 j. Ploegsma

[De advertenties in het Nieuwsblad raken vakbelangen, en het spreekt van zelf dat, voor zoover een vakbelang daarbij betrokken was, eene mededeeling per advertentie in een ingezonden stuk besproken kan worden. - Red.].

Extra-betaling

Geachte redactie,

In no. 51 van 't Nieuwsblad komt een adv. voor van den heer Honig, waarin hij den handel verwittigt dat bestellingen, waarvan verlangd wordt dat ze anders uitgevoerd worden dan per bestelhuis, met 5 cent extra worden verhoogd.

Een klant, de een boek komt betalen dat de boekhandelaar van den heer H. p. post heeft gekregen, betaalt dus den prijs van 't boek, de porto + 5 cent (emolumenten voor het personeel van den heer H.?).

Zou het publiek dan niet met recht kunnen zeggen dat we hen «unfair» behandelen?

Wie van de Uitgevers volgt nu met een uitgebreider tarief? bijv. 5 cent voor behandeling door de telefoon of per telegraaf, nog 5 cent extra voor een spoedbestelling enz.

Als dit zoo komt dan als 't u blieft gauw een gedrukt tarief, want Jan Publiek kunnen we nu eenmaal niet alles wijsmaken.

Hoogachtend

J. muurling

Mijnheer de redacteur,

Tant de bruit pour une omelette!

Mij dacht het recht bijzondere diensten extra te laten betalen onaanvechtbaar! Zoo onaantastbaar, dat ieder het als iets vanzelfsprekends beschouwt, dat voor een dringend telefoongesprek het drievoudige van een gewoon, of voor een bezoek van zijn huisarts op een bepaald uur, om een paar voorbeelden te noemen, dubbel tarief dient betaald.

De heer Muurling heeft blijkbaar niet begrepen, dat de geringe retributie die wordt gevraagd, een zacht verweer bedoelt te wezen tegen den steeds wassenden stroom van geheel onnoodige postbestellingen, nu bij I den aanvang van den schooltijd, b.v. weer